Nieuw boek van Martin Koster op provinciehuis – coronaproof – gepresenteerd

Commissaris van de Koning, Jetta Klijnsma krijgt het eerste exemplaar van ‘Ik trap hum an’. Ze is ‘hartstikke beneid’ naar de verzamelde columns in het boek.

Jarenlang schreef Martin Koster zijn bijdrages in de rubriek Sjarlefrans van het Dagblad van het Noorden. Begin dit jaar is de opzet van de krant veranderd en daarmee is Sjarlefrans verdwenen. Voor Koster is het daarmee tijd om zijn beste columns uit de krant te bundelen in Ik trap hum an.

In het bijzijn van de partner en de uitgever mag Martin Koster het eerste exemplaar aan de commissaris van de Koning Jetta Klijnsma aanbieden. Na een kop koffie en een kniepertie is het zo ver. Om het boek zit een rood lint. Daarmee is het duidelijk: dit is het eerste exemplaar.

Martin Gert Koster (Avereest 1950) schrijft al sinds zijn jeugd, maar het wordt serieus tijdens zijn studententijd in Groningen. Hier studeert hij Nederlands. Samen met Ton Kolkman richt hij het Drents literair tijdschrift Roet op. Ook is hij betrokken bij verscheidene literiare projecten. Zijn gedichten zijn meer serieus van aard, maar in zijn andere werk laat hij vaak op ironische manier weten hoe hij de dingen ziet. Daarbij deelt hij nogal eens links en rechts een sneer uit. Zo ook in de columns die vijf jaar lang maandelijks verschenen in de rubriek Sjarlefrans van het Dagblad van het Noorden en waaruit voor Ik trap hum an een selectie is gemaakt.

Of zoals Koster zegt:

In de afgelopen vief jaor he’k verscheiden pogings edaone wat meer
te vertellen over mien liefde veur de Drèentse taal en literatuur, ik heb verslag edaone van mien wereldreizen hen Ieslaand, Cornwall, Guernsey en Aone, mar -geef acht- ik heb het onderdoems aid ehad over het op en daalgaonde bestaon van een Drentenier, mien eigen levend zeg mar. Een aander he’k ja niet. Mar an alles komp een ende, zoas de gieteling zee tegen de pier
e.

Ik trap hum an is voor € 10,- hier te bestellen of bij de boekhandel.