Geertje Enting Spelling en grammatica doe ik op mijn gevoel' Schrieverij

Schrieverij

Op school vinden de meesten haar een buitenbeentje’. De
17-jarige Geertje Enting uit Eext houdt namelijk meer van haar pony dan van de
disco. En Geertje houdt zich bezig met poëzie. Ze schrijft zelf gedichten en
draagt die sinds kort ook voor. “Ik ben niet zo’n disco-type,” be
gint Geertje. “Ik rij liever met een paard in het véld. Of door het
stroomdal, een beetje om me heen te koekeloeren. Ik heb altijd graag een pony
gewild, en nu heb ik er ielf eentje gekocht. Als ik daarop rij, dan schieten me af en toe
dichtregels te binnen. Zoiets gebeurt me vast niet als ik in de disco ben…”

Geertjes vader, Geert Enting, ubliceert regelmatig in
Oeze Volk. En zoals zo vaak, kruipt het bloed waar het niet gaan kan, want ook
dochterlief debu teerde reeds in dit Drentstalige blad. “Mijn vader heeft
vorig jaar stiekem een gedicht van me naar de redactie van Oeze Volk ge
stuurd,”lacht Geertje wat verlegen: “Ze hebben het nog geplaatst
ook,” voegt ze daar nog steeds een beetje verrast aan toe. ‘Naagt’ is de
titel van het gedicht waarmee de jeugdige Eexter dichter voor het eerst in het
voetlicht trad.

‘De maon zit achter de wolken.

De naagt is duuster.

Regendruppen tikkert tegen ‘t glas.

Ongedierte krop langs ‘t schot.

Ik lig in mien ledikant te luustern.

En val zachiesan in slaop…

‘Vorige winter stormde het zo, en ik lag in bed. Ik
hoorde muizen, en opeens wilde ik dat moment vastleggen op papier,” herinnert
Geertje zich. “Meestal heb ik wel potlood en papier in mijn nachtkastje
liggen…”

Strafwerk van haar leraar Nederlands op de havo in Assen
vormde de aanleiding voor Geertje’s dichterschap. “Het opstel dat ik voor
straf moest schrijven moest ik voorlezen in de klas. Toen ze daar leuk op
reageerden, dacht ik bij mezelf: hé, dit vind ik leuk. Wat later ben ik Ook
gedichtjes beginnen te schrijven,”zegt de havo-scholiere. “De meeste
gedichten schrijf ik in het Drents. Mijn Eexter dialect. Spelling en grammatica
doe ik op mijn gevoel. Als ik het niet meer weet, duik ik in de boeken die mijn vader heeft.”

Geertje leest werk van Vasalis en volgt de verrichtingen
van haar ‘collega’s’ in Oeze Volk. Jannie Alberts-Hofman vindt. ze goed, net
als de poëzie van Gerard Nijenhuis. “Op school las ik laatst een bundel
van hem. Dan denk ik, wat mooi gezegd. Dat stimuleert me enorm.” Ook de
gedichten van haar vader leest ze. Geertje merkt dat haar vaders stijl
langzaamaan verandert. “Het lijkt wel of hij steeds oudere woorden
gebruikt,” licht ze toe.

Andersom komt het wat minder vaak voor, dat pa het werk
van dochter leest. ‘Hij zegt er niets van. Krijgt ze ook niet allemaal te
lezen. Het zijn mijn gedichten, daar moet iedereen nog een beetje vanaf
blijven. Ik loop er niet graag mee te koop. Ik hou het liever nog een beetje
bij me, in mijn boek.” Toch leest ze zaterdag 21 maart voor uit eigen werk
tijdens een avond van de culturele commissie in Gieten, samen met andere
bekende en minder bekende ‘schrievers’: “Tsja, soms gooi ik het er dan
zomaar opeens allemaal uit. Dat hoort er denk ik ook bij.”

JAN WESTERA