Het Huus van de Taol heeft in samenwerking met RTV Drenthe een derde seizoen gemaakt van de Drentstalige podcast Praot Drents met mij. In deze podcast praat directeur van het Huus van de Taol Renate Snoeijing met bekende en minder bekende Drenten over de rol die de Drentse taal in hun leven speelt. In deze aflevering is Jan Boverhof uit De Wijk te gast. Hij geeft opleidingen voor intern transport.
Jeugd
Boverhof is opgegroeid in De Wijk as middelste van drie jongens. Als er iets te ontdekken was, dan waren ze er wel bij. Er zat genoeg kattenkwaad in en Jan zegt zelf dat dat nog steeds niet op is.
Intern transport
‘Ik was de ienige thuus die het gemotoriseerde direct mooi vun. As het wielen hef en het is an-edreven dan vien ik het mooi. Wat op euliedruk kan moej niet op bloeddruk doen!’
Over de branche zelf zegt Boverhof: ‘Het is een wild beroep, der is officieel niks eregeld. Ie bint al ‘deskundig’ nao een instructie. Het is hiel bizar, aj met een auto wilt rieden van duzend kilo, dan moej een riebewies halen. En wi’j met een heftruck rondrieden van drei ton, dan huuj allent maor een instructie te hebben had ’. Opleidingen volgen is dus ook niet verplicht.
Voor zichzelf werken
‘Ik kan weinig, maor ik kenne der veule. Ik heb ies wat rondbeld en toen he’k de stap emeuken um veur mijzölf te begunnen.’
Zeven keer Nederlands Kampioen Intern Transport
‘Aj ’t goed doet, bi’j automatisch snel. Der wordt verwacht daj veilig en goed riedt’. Zeven keer werd Boverhof Nederlands Kampioen, maar de volgende keer doet hij niet meer mee. Hij zit dan in de jury. Boverhof gebruikt zijn overwinningen niet om klanten over de streep te trekken: ‘Nee, dat doe’k niet. Dat vien ik zo op de borst kloppen. He’k niks mit’.
Vrijwilligerswerk
Jan doet veel vrijwilligerswerk in het dorp, omdat hij het belangrijk vindt om het dorp bloeiend te houden. ‘Der bint derbij die woont hier dus hartstikke mooi, mar die doet gien flikker um het maor keihard te zeggen. En der wordt allemaol maor verwacht dat dingen eregeld wordt. Dankjewel is der meestal niet bij.’ Boverhof vindt dat sommige mensen wel heel makkelijk leunen op de inspanningen van anderen in het dorp.
‘s Nachts wakker maken
Boverhof eet nog liever het beslag dan het kniepertie zelf: ‘Ja, donders lekker, daor magt ze mij ’s nachts veur wakker maken. Machtig lekker dat zute spul’.