Assen heeft eigen stadstaal

Onderzoek naar het Assers loopt ten einde

Door Willem van Hamersvelt

Assen Assen heeft wel degelijk een eigen stadstaal. Tot die conclusie komt
taalonderzoeker drs.,Klaas Koops uit Schipborg nu zijn onderzoek naar het
Assers ten einde loopt.

Koops heeft voor
zijn onderzoek negentig Assenaren, ouder dan 50 jaar, ondervraagt. Daaruit
concludeert hij dat er in Assen zo veel afwijkingen van het Noord- en
Midden-Drents voorkomen dat van een eigen stadstaal gesproken kan worden.
Koops: ‘Het dialect dat in Assen wordt gesproken is altijd aangeduid als een
mengelmoesie, een allegaartje. In zekere zin is dat ook zo, maar dat geldt voor
het Nederlands net zo goed. Nederlands is ook een samenraapsel van van alles en
nog wat. Watje een eigen dialect noemt, is ook een kwestie van definiëren, maar
ik zie genoeg eigenheden om van een eigen stadstaal te kunnen spreken.”
Koops gaat ervan uit dat in een grijs verleden in Assen MiddenDrents werd
gesproken. ‘Dat is zo goed als verdwenen en dat heeft alles te maken met de
explosieve groei van de stad. Die trok veel mensen van buiten aan. Drenten van
het platteland, ook veel

Groningers
en mensen van elders uit het land. Door al die invloeden is de taal ingrijpend
veranderd. En die verandering gaat door. Niet alleen in Assen, ook op het
platteland. Er blijft uiteindelijk iets over wat je Noorderlands zou kunnen noemen: Nederlands met
een accent.” Het Assers loopt op die ontwikkeling als het ware
vooruit. Zo is Koops een flink aantal afwijkingen van het Drents
tegengekomen ten gunste van het Nederlands. Waar bijvoorbeeld ‘hij
preut’ in het Drents gebruikelijk is, zegt de Assenaar. ‘Hij praotte’. Ook is
de volgorde in een zin eerder Nederlands dan Drents. Koops geeft als voorbeeld:
‘Ik heb mijn haor laoten knippen’,
waar het volgens het Drents zou moeten zijn: ‘Ik heb mijn haor knippen
laoten.’ Inconsequent is het Assers ook, stelt de onderzoeker
vast. “Zo spreekt de Assenaar van joen knecht, maar van jouw boek.”
Typisch Assers is het veelvuldig gebruik van de lange u-klank. “In deze
mate komt dat nergens
in Drenthe voor”, weet Koops. Hij heeft ook een eigen woord gevonden:
bottentinus voor een mager mannetje. ‘Dat hoor je verder
nergens.” Koops hoopt volgend jaar zijn onderzoek in boekvorm te publiceren. Hij is nog op zoek
naar een uitgever.