Begrafeniscultuur zonder poespas in Hoogeveen
Drukte op de algemene begraafplaats in Hoogeveen. De
excursie trok zaterdagmiddag tien keer meer belangstellenden dan voorafwas
gedacht.
Door Theo Wortel
Een excursie over de oude begraafplaats in Hoogeveen. Dat
leek de plaatselijke bibliotheek wel wat tijdens de boekenweek in het teken van
de dood. Er werden zaterdag 25 belangstellenden verwacht. Er kwamen tien keer
zo veel. Ze werden rondgeleid door historicus Albert Metselaar en
museumconservator Marga Zwiggelaar.
Een begrafeniscultuur zonder poespas, zowel bij de armen als
bij de rijken. Dat typeert het Hoogeveen van de 19e eeuw. De in 1829 door de
gemeente geopende algemene begraafplaats aan de Zuiderweg getuigt ervan. Het
oudste deel ervan is een open, lege plek. Maar de grond eronder is drie keer
gebruikt.
”Dat was heel intensief’, vertelt historicus Albert
Metselaar, die zich met een toeter verstaanbaar moet maken. Roeken en tot drie
keer toe overvliegende reclamevlieg tuigjes ondermijnen zijn verstaanbaarheid.
Begin 19e eeuw was het in het streng protestantse Hoogeveen
niet gepast graven boven de grond op te sieren met stenen en tekens. Dat waren
maar tekenen van ijdelheid. Een houten paaltje volstond. ‘Heb ie al een paoltie
veur ’t graf was lang een gevleugelde uitdrukking in Hoogeveen. Ook toen men
hiermee steen bedoelde. De gemeente nam de begraafplaats over van de kerk.
Hoogeveen stelde een grafdelver aan. Tot die tijd was begraven een zaak van de
familie. Die kreeg een plek toegewezen op het kerkhof en redde zich daarmee.
Met de grafdelver liep het na 25 jaar trouwe dienst
overigens slecht af. Door de herinrichting van de begraafplaats in
Hollandscheveld in 1851 halveerde zijn inkomen.
Zijn vrouw stierf, hij raakte aan de drank en verhing zichzelf
op het kerkhof. Dit veroorzaakte een schok in de Hoogeveense gemeenschap. De
angst voor dolende geesten zat er goed in.
De Hoogeveense begraafplaats was ook één van de eerste
plantsoenen in Hoogeveen. De kerkhoven eromheen werden niet zo netjes onderhouden.
Vincent van Gogh vond de enigszins verwilderde begraafplaats van
Hollandscheveld met z’n vele geuren en kleuren veel mooier.
In de loop der tijd verschijnen toch ook in Hoogeveen steeds
meer ‘tekenen van ijdelheid’. Grafstenen met allerlei symbolen en vanaf begin
20e eeuw zelfs teksten. Museumconservator Marga Zwiggelaar legt haar gehoor r
op een andere plek van het ’ kerkhof uit wat de symbolen , betekenen. Ze doet
dit geluk kig met microfoon. Zo staat ( een hekje om het graf voor p. een
ommuurde tuin, ofwel het paradijs.
De excursie verloopt wat minder beweeglijk dan vooraf
gepland doordat er niet 25 maar 250 belangstellenden zijn. Tijdens een pauze
worden leven en dood in enkele gedichten gerelativeerd. Ach ja, we komen
allemaal aan de beurt…