Bij de dood van Jan Poortman Begraaf mijn hart bij de van de rivier

Albert haar

Bij de dood van
Jan Poortman

Begraaf mijn hart
bij de van de rivier.

Dee Brown schreef het boek met de gelijk namige titel in 1971. Over de strijd van de Amerikaanse
Indianen ter behoud van hun cultuur. Een aangrijpend epos over een strijd met
een onafwendbaar slot. Emge yaren later zag ik de film “Little big man ‘
met Dustin Hoffman in een schitterende rol. Strijd om culturele identiteit. Met
daarbij het immer loerende gevaar van asszmi/atie; aanpassing, om maar nzet te
spreken van collaboratie en verraad. Begin 1984 overleed Jan Poortman.

Na zesentachtig jaren bezig te zijn geweest. Bezig om
vanuit Meppel de wereld te observeren, vast te leggen, van Zijn mening blijk te
geven.

Poortman

Het nu zo verheerlijkte platteland heeft andere tijden
gekend. Tijden waarin de stedeling, de burger, neerzag op het “gemene
volck”. Neerzag enerzijds en stille bewondering had anderzijds.
Bewondering voor de moed en doorzettingskracht de onbeschermde ruimte van het ‘
‘leege land” te exploreren. Waar geen wallen, grachten en muren waren ter
bescherming van have en goed. En waar men moest steunen op de individuele
kwaliteit en de collectieve kracht om zich te handhaven. Dat platteland is
geknecht en uitgebuit. Werd dienstbaar gemaakt aan de belangen van de stad. De
stad die zich op haar beurt weer afschermde. Door een intredesom te bepalen
voor buitenstaanders die zich binnen de veilige muren wilden vestigen. ‘Poortersgeld” eiste het stadsbestuur.

Dat ‘ ‘poortersgeld” heeft Jan Poortman nooit willen
betalen. Zeker, geboortig uit Koekange (gemeente De Wijk) vestigde hij zich in
de stad Meppel. Maar in geest en gedrag bleef hij plattelander. Bestudeerde dat
wat hij lief had maar verschanste zich niet daarachter. Het platteland, het
boerenleven, was hem lief. Wat moet het hem betreurd hebben dat de
“vooruitgang” een eeuwenoude nederzetting als de Oosterboer bij
Meppel degradeerde tot een troosteloze nieuwbouwwijk. Vanuit zijn poort” zag hij het gebeuren. Voegde nog
toe aan wat hij al vastgelegd had, voordat het helemaal verdwenen was. Voerde
zijn pen en signaleerde. Als generalist bezag hij het leven en de
ontwikkelingen in al z ‘n facetten. Was wars van het voeren van oogkleppen. Stond
altijd op de uitkijk en bezag wat er gebeurde.

Meppeler

Voor een Zuidwoldiger jongen als ik, was Meppel een stad.
Daar waar de markt was, een schouwburg, de landbouwbank, de DABO, grote winkels
en bovenal de Meppeler Courant. Toen deerde het nog niet dat het nieuws een
paar dagen later kwam. We lazen de krant namelijk met onze buren. De Meppeler
Courant en Poortman zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. “Meneer”
Boom, de verlichte “despoot” van het familiebedrijf Boompers, is het
steeds gelukt de publicist Poortman aan zich gebonden te houden. Een
opmerkelijk feit. Immers, waar de Meppeler Courant gekenmerkt werd en wordt
door een onversneden conservatisme kon dat niet van Poortman gezegd worden. Was
hij immers niet nauw betrokken bij de socialistische beweging in de naoorlogse
jaren in Meppel? Is hier niet de term ‘ ‘vrijzinnig democraat’ ‘ op z’n plaats?
Pas in zijn latere jaren, samengaande met de opkomst van een nieuw
drukkersbedrijf in Meppel en zijn goede relatie met de directeur dezes, ontstond
enige afstand. Zijn laatst gepubliceerde boek symboliseerde nog eens zijn
dualiteit tussen Meppel en het omringende platteland. “Steven Coertz”
werd op 11 november 1983 gepresenteerd in het gemeentehuis van Ruinen. Het boek
verhaalt de geschiedenis van een emigratie van een Ruiner familie naar Amerika.
Tijdens de presentatie, waarbij ik aanwezig kon zijn, zag ik Poortman tussen
“meneer’ ‘ Boom en burgemeester De Boer. Een “boer” tussen
“heren”. Trui en colbert tussen driedelig pak. Maar ook de holle
woorden van de burgemeester en de sobere taal van de auteur. De contrasten
waren tastbaar aanwezig.

Drentse cultuur

Hoe vallen iemands verdiensten te meten? Aan de hand van
onderscheidingen, publicaties, maatschappelijke status of titels? Hoe
beoordeelt het volk? Het zijn vragen die bij mij opkwamen toen ik de
tentoonstelling over leven en werken van Poortman in de bibliotheek in Meppel
bezocht. Dat hij voor zichzelf een straffe werkwijze voerde was me bekend.
Manuscripten van Het Drentse Boek werden op zeer korte termijn, voorzien van
een heldere beoordeling, geretourneerd. Maar dat hij zo veel gepubliceerd had
deed me van bewondering toch even stil zijn. En niet enkel wat de omvang
aangaat. Poortman schuwde niet daar waar nodig kritiek te leveren. In het Maandblad
Drenthe van maart 1938 pakte hij fors uit tegen Anne de Vries. Toendertijd een
rijzende ster in de Asser “cercle”. Poortman bestreed in die tijd al
de opvatting als zou het Drents een onvolwaardige taal zijn. “Anne de
Vries zal nog heel wat moeten studeren voor hij
er achter is’ en als autortteit kan worden beschouwd voor Drenthe en de
Drentse volkstaal, hoe gevarieerd die ook mag zijn” (Poortman 1938). Deze
kritische opstelling zal hem niet in dank zijn afgenomen. Mede reden dat hij
nooit werd opgenomen in het Asser ‘ ‘herenbolwerk”? Was het zijn
“Meppeler individualisme” dat hem belette plaats te nemen in de
“inner circle” van de Drentse cultuur? In de kring van titels en de
geborneerde vlinderstrikjes en zijden sjaaltjes.

Hij bleef er buiten, dat is zeker. Werd geen lid van de
Drentse Schrieverskring, terwijl hij van alle Drentse schrijvers het meest
publiceerde! Maar deed wel weer mee aan Oeze Volk. Liet zich zelfs de door hen
toegevoegde titel van “Drs. ” aanleunen. Jan Poortman voerde tot