Bij zeventigste verjaardag Nieuwe dichtbundel Roel Reijntjes
BEILEN — In café-restaurant De Linde in Beilen werd
zaterdagmiddag een nieuwe dichtbundel gepresenteerd van dichter/schrijver Roel
Reijntjes. ‘Mien liefste, ach, wat is met mij’ is een uitgave van stichting
Het’ Drentse Boek ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van Reijntjes.
De poëziebundel bevat hoofdzakelijk verzen die nog niet eerder in een
publieksuitgave zijn opgenomen. Het boekwerkje, met een oplage van 750 stuks,
kwam tot stand dankzij een provinciale subsidie. De dichter zelf gaf een
financiële bijdrage voor de vormgeving.
Zoals lezers van Reijntjes gewend zijn schrijft hij ook
in de nieuwe bundel over zijn geboorteplaats Beilen, de sterke band met zijn
moeder, de verbondenheid met de Drentse natuur en zijn reisimpressies.
Daarnaast is er sprake van yernieuwend werk. Enerzijds beschouwende poëzie
vanwege het ouder worden van de schrijver, anderzijds openhartige gedichten met
de liefde als inspiratiebron. Cees van Dijk, e’e’n van de sprekers die zaterdag
het woord voerde, kwam dan ook tot de conclusie: ‘Roel laat zich beter kennen’.
Verzenschat
Van Dijk, naar eigen zeggen een ‘import-Drent’, was
dertig jaar bibliotheek-directeur in Haarlem. Nadat hij het eerste exemplaar
van de nieuwe bundel uit handen van Reijntjes had ontvangen, roemde hij het
werk van de Beilenaar. Wanneer Roel Reijntjes in het ABN (Algemeen Beschaafd
Nederlands) zou schrijven, zou zijn werk allang behoren tot de nationale
verzenschat, meende Van Dijk, om de Beilenaar vervolgens te prijzen om zijn
grote lyrische en epische kwaliteiten. ‘Een meester van het rijm’ en een
‘ballade-kunstenaar’, aldus Van Dijk. Dat de balladen zich ook lenen om op
muziek te zetten, bewees zaterdag de zanger Henk Lanting uit Grolloo, die twee
liedjes liet horen.
‘Overal een stralend middelpunt’ noemde
cultuur-gedeputeerde Marga Kool de Beiler dichter. Ze kon zich volledig vinden
in het commentaar van Van Dijk. ‘Treffender had het niet gekund’, aldus Kool.
Ze voegde er aan toe dat ze niet uitsluitend als bestuurder sprak, maar ook als
iemand die Reijntjes persoonlijk kent. Volgens haar was Roel Reijntjes bang
voor ernst en stilte en fungeerde hij vaak als bliksemafleider door op het
juiste moment een grap te maken. ‘Roel heeft grenzen verlegd. Hij heeft de
Drentse taal en cultuur op bewonderenswaardige wijze uitgedragen in Nederland
en daarbuiten’, vond Kool. Reijntjes zelf omschreef zijn verjaardag met daarop
centraal de uitgave van de nieuwe bundel als ‘een bliede dag’. be dichter
toonde zich voorstander van veranderingen. Mensen van buiten de provincie
konden daartoe ook bijdragen, meende hij. ‘De oude bloem van de Drentse cultuur
moet Steeds opnieuw bevrucht worden’, aldus de schrijver, om daarna op een
Reijntjes-eigen manier met kwinkslagen te besluiten.