Binnenkort weer nieuwe roman van johan hidding

Johan Hidding is een schrijver met lezerskring. Zijn naam
staat op meer-dan veertig banden. Binnenkort gaat bij de uitgeverij Kok in de
Kampen, zijn. nieuwe roman „Liefde aan de Vecht” verschijnen.

Hij zal het niet gedroomd hebben dat hij nog eens met
eigen gesthreven werken een hele plank in zijn boekenkast zou kunnen vullen
toen zijn eerste roman „De race” vol elementjes van eigen belevenis met
betrekking tot de T.T.-races, verscheen. Hij Was toen 23 jaar, heel jong voor
een schrijver. De verschijning van dit boek gaf hem direct al enige lokale
bekendheid, die bevestigd werd door drie volgende streekromans.

„Met deze Vier streekromans heb ik „dunkt mij, wel het
beste op dit gebied gegeven”, zegt hij nu. ‘Dr. Jan Naarding heeft van
Heuvinghs Haardstee geschreven dat het onze beste folkloristische roman was.

„Naderhand heb ik vanuit een heel andere levenssfeer
geschreven. Je wordt ouder, je blik ver ruimt, er is ‘n ontwikkeling in de
maatschappij die niet aan je voorbij
gaat. De streekroman was een afspiegeling van de tijd, met een zekere
beperktheid’ En dan bedoel ik niets ten kwade te zeggen aan het adres van. de
streekromanschrijvers. Tegenwoordig heeft ‘ieder mens zijn grenzen- verruimd,
verder geke ken dan de eigen vertrouwde omgeving.”

„De tijd is, geloof ik ook voorbij dat een streekroman
literatuur was”. Je had indertijd
schrijvers van grote naam die streekromans schreven; Antoon Coolen,
Theun de Vries, Evert Zandstra, om maar een paar te noemen.”

Bredere interesse

„Dat is, veranderd. Misschien komt het wel dat de
tegenwoordige tijd meer stof tot schrijven levert dan de tijd toen alleen de
zandwegen stof produceerden. Men leefde besloten tussen een paar belangrijke
gebeurtenissen zoals geboorte, huwelijk, sterven en een paar
volksgebruiken.”„Ik heb in ‘„De Race” al aan. getoond, dat mijn
interesse verder reikte dan de eigen omgeving.

Dat ik het mezelf gemakkelijk heb gemaakt door andere
paden te gaan bewandelen is bepaald niet juist, want het vraagt veel meer
studie als je je verhaal laat spelen in een vreemde omgeving.”

„Dat er op het
ogenblik weer wat meer interesse is voor streekromans, is wellicht een gevolg
‘van het feit dat er een ander lezerspubliek is gekomen dan de mensen die
zichzelf in de streekroman naar voren zagen komen,” meent Johan Hidding.
Hij is zo vanuit de stœl achter zijn bureau met daarop de . schrijf19achine en
het zoveelste vel van een nog onvoltooid verhaal, opgestaan om op zijn
praatstoel te gaan zitten. De tuin rondom zijn huis „De Haardstee” blinkt
jn het gele licht van de herfstzon.

Architect

Hij had architect zullen worden, zoals zijn vader. De
interesse voor architectuur heeft hij behouden.

„Romanschrijven is ook eigenlijk iets opbouwen”,
zegt hij, zn situatie tekenen, mensen ‘n geestelijke ‘ gestalte geven, een
handeling opbouwen, een stukje psychologie… Neen, niet als Vestdijk, meer
leesstof dan leerstof.

De lezer vraagt om een goed verhaal, een stuk leven dat werkelijke inhoud
heeft en een element van spanning”.

„Dat wil niet
zeggen dat je zo zou mœten schrijven dat het
louter ontspanning is. Je mag je lezers ook wel eens even laten nadenken. De levens die je beschrijft moeten
hun waarde hebben, er .moet altijd enige diepte in zitten. Maar het geheim van
vertellen blijft altijd spanning opvœren”.

„In mijn nieuwste roman heb ik een groot conflict
behandeld. Neen, geen gewetensconflict,
een liefdesconflict, dat zich in
spanning ontwikkelt.”

„We hadden het er over dat ik architect had willen worden
en dat romanschijven ook iets opbouwends is. Daaraan zou ik nog willen
toevoegen, dat ik van jongsaf ook geboeid ben geweest

in het bœk en zijn uitvœring. Voor mijn eerste,roman „De
Race” heb ik zelf het omslag worpen. Ik ben me er steeds voor blijven
intezpseren mijn boeken typografisch wgrden uitgevoerd. Ik meen dag er een
parallel is te trekken tussen de schrijver en de ontwerper van het omslag dat het
verhaal moet introduceren”

Uiteenlopend

Johan Hidding heeft zijn. boeken uitgegeven bij Kluitrnan
(en dan waren het voornamelijk zijn jongenslx»eken), bij Callenbach, Nijkerk in
de Nobelreeks en de laatste jaren bij Kok in Kampen, bij wie verschijnen in de V.C.L.
serie van de Vereniging voor Christelijke Lectuur.

Dat wil echter niet zeggen dat alleen de abonnees op die
serie de boeken kunnen kopen. Ze komen ook gewoon in de béekhandel te liggen.
De belangrijkste werken van de laatste jag•en zijn: Hart vraagt om een tocht- 1
genoot. De witte bungalow, Het
versterkte huis en idewij, het verhaal van een m ontwerper en een
mannequin. De onderwerpen zijn zeer uiteenlopend,

Hidding schreef
verder een paar jeugdseries, Jan en Toos, leesboekjes voor de lagere ‘school.
Binnenkort verschijnt ook weer een werkje in de. Piet en Mieke—serie. Hij is
medewerker aan Ide rubriek Drentse Schrieftaofel die in onze bladen verschijnt.

„Wil je van
schrijven bestaan, dan zul je hard moeten leren werken,” vertelt hij. „Je
zult je ook een brede lezerskring ten opbouwen?’

Er zijn van Hidding verschillende verhalen als feuilleton
verschenen en weekbladen. Hij publiceerde vrij veel gedichten, Wanneer hij te
schrijven, heeft verhaal klaar. Dat betekent niet, dat het verhaal niet afwijkt
vari het aanvankelijke voornemen„

„Al schrijvende ga je je steeds meer identificeren met je
figuren, je leert je hoofdpersonen steeds beter kennen.

Daardoor wil het gebeuren dat sommige personen je
verhaal steeds meer gaan domineren of
terugtreden.’ Dat kan een andere wending aanhet verhaal geven.

Levensbeschouwing

Vanuit zijn levensbeschouwing staat Johm Hidding op het
standpunt dat alle dingen de mens gegeven worden. Dat hij niets alleen tot
stand kan brengen. Hij wil niet aanvaarden dat het schrijven.” van een ‘
boek scheppen. is. Niets wat een mens doet komt uit hem zelf alleen.

Hij schrijft, vanuit een moraal. Daarom geen pikanterie
in zijn boeken.

„Het’* publiek waarvoor ik daaraan geen behoefte meent
hij . „Ik rnœt dat wel anders zou .ik niet zoveel gelezen worden door mensen
uit allerlei milieus, door ouderen en jongeren. Ik weet ze toch blijkbaar”
altijd weer te boeien. Misschien door m’n fan tasie. Anne de Vries -heeft mij
daarom wel eens bewonderd. ”

„Nu is volgenè mij een schrijver zonder fantasie geen
schrijver. Een schrijver die niet fantaseert geeft; een verslag en een verslag
is nu eenmaal nooit zo spannend als een gefantaseerd verhaal.”