Boer zijn en schrijven is ideale combinatie voor Pieter J. Struik
De bijna 58-jarige Pieter J. Struik uit Zeijen is er kort
en duidelijk over. “Zonder mijn schrijverij kon ik geen boer zijn. Ik vind
het boer zijn maar een saai beroep.”
Het is dan ook geen wonder dat hij liever over zijn
hobby, het schrijven, praat dan over het boerenleven. Aanleiding voor een
gesprek met hem is de presentatie van zijn gedichtenbundel ‘Zaaizaod’, 7
november in café Kregel in Zeijen. Maar liefst 70 gedichten, voor een
belangrijk deel in het Drents, zijn in deze bundel opgenomen. Voor het fraaie
omslag zorgde NvhN-fotograaf Wladimir van der Burgh. Struik liet deze uitgave
in eigen beheer maken bij Drukkerij Chris Bos in Stadskanaal.
e boer/schrijver benadrukt nog eens, dat hij deze bundel
in eigen beheer uitgeeft. “Ik heb er een aardig bedrag (f 10.000.-) in
gestoken maar heb er het volste vertrouwen in, dat die bundel in een floep en
een zucht is uitverkocht.” Als goed kooppman noemt hij ‘Zaaizaod’ (oplage
1500 exemplaren) dan ook een ‘pracht product’. Wat verkoopresultaten betreft
kan hij uit ervaring spreken, want zijn eerdere bundels ‘De grond waarop ik
leef’ (1989) en ‘Deur weer en wind’ (1990), die beide in een oplage van 1400
exemplaren verschenen, waren snel uitverkocht. Geen moment heeft Pieter J.
Struik er aan gedacht om ergens aan te kloppen voor een subsidie. “Ik ben
lid geweest van de Drentse Schrieverskring maar paste er eigenlijk niet bij.
Bij het starten van een project werd eerst om een subsidie gevraagd. Ik ben
faliekant tegen structurele subsidies. Je moet eerst zelf iets proberen, lukt
het niet dan kun je altijd nog proberen ergens een subsidie te krijgen. Bij deze
club was altijd de eerste vraag hoe aan een subsidiete komen. Ik kan gelukkig
zelf de broek ophouden.” Struik, die in de loop der jaren diverse revues
schreef, onder meer ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de Rolder
markt en nog recent voor de school in Zeijen, die in januari met een feest
de renovatie van het schoolgebouw wil
vieren, muzikant was bij bruiloften en partijen en op de planken stond met een
cabaretgezelschap, heeft van de schrijverij nooit een beroep willen maken.
“Maar ik vind dat schrijven veel mooier dan boer zijn. Ik geniet wanneer
ik mij ‘s avonds na het boerenwerk terugtrek in mijn kantoortje om te
filosoferen en mijn gedachten aan het papier toe te vertrouwen. Ik ben
eigenlijk boer geworden uit gemakzucht. Hoefde ik niet te leren.” Hij
volgde wél de middelbare landbouwschool. “Ik was te lui om de hbs te doen.
Daarbij was ik ook nog stronteigenwijs en aanvaardde geen enkel gezag. Al ging
ik niet graag naar school, ik kon wel goed leren. Ik had een 9 voor Nederlands
en rekenen kon ik ook, anders had ik hier nu niet gezeten.”
En ook nu nog wil Struik niet geleid worden. Hij schrijft
nog steeds colums in diverse bladen. “Maar ik zoek zelf de kranten uit
waarvoor ik dat wil doen.” Zijn inspiratie doet hij niet op tijdens het
boerenwerk. “Daarvoor is dat werk te gecompliceerd. Als ik in de
kippenschuren ben heb ik wel wat anders aan het hoofd, moet ik bijvoorbeeld op
de klimaatbeheersing letten of op de conditie van de kippen.” Met zijn
twee zoons leidt Struik in het buitengebied van Zeijen een gemengd agrarisch
bedrijf van ongeveer 50 hectare met een flinke rundveestapel en een
kippenmesterij. Zeven keer per jaar komen er zo’n 50.000 kuikens à 50 gram, die
na een goed kosthuis van ongeveer zes weken à twee kilo weer de deur uitgaan.
“Ik mocht wel graag melken maar niet te lang, ik ben geen echte melker.
Daarom heb ik in 1970 die kippen er bij genomen. Het is een boeiende tak met
veel avontuur en er wordt soms ook nog in verdiend.”
Op de vraag of hij zich nog niet terugtrekt van het leven
tussen koeien en kippen om zich dan geheel op de schrijverij te storten komt
geen duidelijk antwoord. “‘Zaaizaod’ kan wel eens mijn laatste
gedichtenbundel zijn want ik wil nog eens wat anders op schrijversgebied.
Misschien schrijf ik ooit nog eens een boek,” zegt Pieter J. Struik.