Column Het rommelt

Er kwam iemand op bezoek. Na de eerste koffie opeens een
smsje. ‘Auto op de koninklijke stoet ingereden’. Even snel online kijken. Ja,
niet best. Maar als er bezoek is ga je niet met je laptop open zitten. Dan ga
je praten. Het werd leuk. We hebben de hele middag fijn muziek gemaakt. Het
verhalen vertellen en lachen ging ook mooi. Toen ik het bezoek uitgezwaaid had,
ging ik even snel voor de tv zitten. Beatrix in beeld. Onze koningin zuchtte.
Een hele verdrietige zucht. Haar stem was gebroken. Ook haar hart had er een
breuk bij. De omvang van het drama werd me duidelijk. Relativeren in je eentje
wil vaak niet. Ik fietste naar het dorp waar ik een plek aantrof waar men
minder moeite had met relativeren. ‘We
laten ons maar niet zo een feestdag uit de handen slaan’ gilde een man die,
wijzend op zijn uitgesmeerde oranje gezichtbeschildering, ook nog in mijn oor
schreeuwde dat hij varkensgriep had. Uit de stapel luidsprekers kwam
feestmuziek die klonk als een opgevoerde hei-installatie. Hoe feestelijk het
ook allemaal bedoeld was, er kwam een schermutseling. Er werden sowieso
bovengemiddeld veel gekke dingen gezegd. Dat hangt af en toe in de lucht.
Alhoewel het wel mode lijkt de laatste tijd. Tijd om verder te gaan. Eenmaal
thuis dacht ik aan die arme Willem Alexander. Misschien had het wel de dag
moeten worden waarop zijn moeder hem
eigenlijk de troon over zou doen. Alles leek er op. Zou de man in de zwarte
auto dat geweten hebben.. .? En dat hij daarom. ..? Toen ik nog even achter bij
de sloot ging staan realiseerde ik me dat Nederland er wederom goed mee weg
kwam dat een aanslagpleger geen allochtoon was. Flitsen boven de horizon. Het
rommelde in de verte. Niet veel later onweerde het.