Culturele Prijs van Drenthe uitgereikt aan Gerard Nijenhuis

ASSEN — ‘Gerard Nijenhuis is een onmiskenbaar dichter.
Maar ik beschouw hem ook als een gangmaker voor de taal en in verband daarmee
de cultuur. Hij probeert veranderingen ten goede te weeg te brengen in de
Drentse samenleving’. Die woorden richtte de Drentse commissaris van de
koningin, ir. A.P. OeIe, tot de Drentse schrijver en dichter Gerard Nijenhuis,
die gisteren de Culturele Prijs van Drenthe in ontvangst mocht nemen. Tijdens
de druk bezochte uitreiking in de statenzaal van het orovinciehuis in Assen
werd Nijenhuis geëerd voor zijn werk in zowel het Drents als in de Nederlandse
taal.

In zijn welkomstwoord noemde de heer Oele Gerard
Nijenhuis iemand die vol genegenheid voor de mensen is, voor het landschap en
de taal van de provincie. ‘Met weimg woorden weet hij veel te zeggen, daarbij
geholpen door zijn gevoel voor het onzegbare. Er is immers een grens in de taal
waar beelden worden opgeroepen, die zich niet meer laten verwoorden. Nijenhuis
is op zoek naar die grens’, zei de heer Oele. ‘Wat hem als mens en dichter zo
boeiend maakt, is de wijze waarop hij blijft varen op zijn critische zin als
kompas, hoe moeilijk het voor hem ook zal zijn. En daarbij wil hij tevens
andere mensen en zelfs de samenleving verder helpen. Dat zijn’, volgens
commissaris Oele. ‘kwaliteiten, die de Culturele Prijs van de provincie Drenthe
alleszins rechtvaardigen’.

Ook de heer H.D. Schut, lid van de Adviescommissie
Culturele Prijzen vond dat de prijs van 1987 volledig terecht aan Nijenhuis
werd uitgereikt. ‘De algemene reactie was ‘nu pas’ en dat zegt genoeg. De
commissie was het zonder uitzondering eens met het advies’, liet Schut weten. Schut
noemde Nijenhuis een ‘mannegie met een plattelands-Drentse bescheidenheid’.
‘Zelf noemt hij zich een organisator, maar een beter woord is denk ik
stimulator’, aldus de heer Schut over de 55-jarige dichter uit Bronneger.

De vroegere predikant, Nijenhuis studeerde theologie en
was later dominee in Zaandijk, Koog aan de Zaan en Eext, is volgens Schut niet
alleen critisch voor anderen, maar ook voor zichzelf. En daarom heeft zijn werk
kwaliteit en is het vaak uitdagend, inspirerend en ook voorbeeldig. Genoeg voor
de adviescommissie om hem eensgezind voor te dragen voor de Culturele Prijs van
Drenthe 1987′, besloot Schut zijn toelichting, waarna commissaris Oele de
schrijver/dichter de prijs, onder meer een plaquette, overhandigde.

Zelf liet Nijenhuis weten de prijs te ervaren als een
erkenning van hetgeen zijn meest poëtisch manifest is, z(jn werk. Over zijn
keus voor het Drents of de Nederlandse taal liet Nijenhuis weten dat dit altijd
een dilemma is. ‘Bij je vrienden en thuis spreek je Drents, maar wil je verder
komen, dan moetje wel Nederlands spreken en schrijven. Maar de tweetaligheid is
niet alleen een lot, het is ook een keuze en als je je lot ook bewust kiest
verwerf je ér vrijheid mee’, liet hij de volle statenzaal weten. ‘De prijs zal
mij leren verder te zoeken naar de waarheid en die verkondigen’, besloot hij
zijn dankwoord.

Na afloop van de officiële uitreiking, die werd
opgeluisterd door muziek van Camerata Classica, werd de prijswinnaar uitgebreid
gefeliciteerd.


Nijenhuis ontvangt
culturele prijs van Drenthe: ,Literaire kwal iteit van belang’

ASSEN — „In zijn kennis van de Drentse literatuur is
Gerard Nijenhuis voor zover ik dat kan overzien een van de weinige deskundigen.
(….) Ik ben het met Nijenhuis van harte eens, dat het voorzichtige begin dat
hier en daar in de Drentse microcosmos met literaire kritiek is gemaakt,
zorgvuldig gecultiveerd en uitgebreid dient te worden. Vooral ook op dat
terrein ligt de verdienste van Nijenhuis.”

Dat zijn twee opmerkingen die commissaris der Koningin
A.P. Oele gisteren maakte tijdens de uitreiking van de culturele prijs van
Drenthe aan dichter-schrijver Gerard Nijenhuis.

De statenzaal in het provinciehuis in Assen was gevuld
met zo’n tweehonderd genodigden onder wie de oud-gedeputeerde van cultuur J.
Hollenbeek Brouwer en de grondlegger van de Drents-eigen cultuurbeweging
professor dr. H.J. Prakke met hun echtgenotes.

De heer Oele- sprak zijn waardering uit voor het
literaire werk van Nijenhuis. ‘’ Wie zijn werk leest, kan zich niet aan de
indruk onttrekken dat hier iemand aan het woord is, vol genegenheid voor de
mensen, voor het landschap en voor de taal van de provincie. In veel van zijn
gedichten is Nijenhuis op zoek naar de geborgenheid van het verleden. Maar
ofschoon hij soms achterom kijkt, wil hij ook vooruit. Hij wil verandering en
verbetering, in veel opzichten. En niet alleen bij zichzelf,” aldus de heer
Oele.

Hitjo d. Schutd hield een toespraak in het Drents waarin
hij Nijenhuis onder meer omschreef als ‘een mannegie met een plattelandsDrentse
bescheidenheid’ die in zijn rol als stimulator van de Drentse cultuur ook
onverwacht Imtisch uit de hoek kan komen.

Nijenhuis zei vooral blij te zijn met de erkenning van de
kwaliteit van zijn literaire werk. Inhakend op de woorden van de heer Schuth
sprak hij: „Ik kan alleen maar zo bestaan. Lastig voor mezelf, en soms ook voor
anderen. ” De culturele prijs voor Drenthe bestaat uit een bronzen penning
en 5000 gulden.