Cursus Noord-Drents leert begrijpen

door AB DRIJVER

De belangstelling voor de Drentse taal lijkt steeds
groter te worden. Mensen die zich schamen wanneer ze in een Nederlands-sprekend
gezelschap per ongeluk een woordje Drents laten vallen gaan tot een zeldzaam
ras behoren. Een nieuw zelfbewustzijn breekt door, hoewel dat slechts een
zwakke afspiegeling is van de trots waarmee bijvoorbeeld de Friezen hun taal
spreken en uitdragen.

Het dialecttijdschrift Oeze Volk mag zich in een
groeiende populariteit verheugen en de laatste tijd groeit ook het
abonneebestand van het literaire blad Roet. Het Drents Genootschap (culturele
raad voor Drenthe) heeft de signalen uit de samenleving verstaan en ontwikkelt
allerlei activiteiten die het gebruik van de streektaal moeten stimuleren.

In Assen gaat maandag 14 januari een cursus Noord-Drents
van start. Deze cursus is samengesteld door de schrijvers Peter van der Velde,
Anneke Mensen, Janmie Boerema en Martin Koster en door Harry Slot,
stafrnedewerker van Het Drents Genootschap. De eerste „cursus
Noordenvelds” die in Yde werd gehouden onder leiding van Jannie Boerema
werd een succes. De televisie besteedde er aandacht aan in het programma Van
Gewest tot Gewest en ook andere media toonden er belangstelling voor.

Toch ging het niet om de eerste cursus Drents in de
geschiedenis want Albert Haar en Marga Kool verrichtten al eerder baanbrekend
werk door het lesboek Samer Wieder samen te stellen en verschillende cursussen
Zuidwest-Drents te verzorgen. Ook was en is het duo Kool-Haar actiefop de
pedagogische academie in Meppel waar aspirant-onderwijzers door hen worden
voorbereid op het lesgeven aan kinderen die van huis uit dialect spreken.

De cursus Noordenvelds IS volgens de samenstellers geen
kopie van Samer Wieder maar een volledig nieuw produkt. Albert Haar en Marga
Kool zijn het daar niet volledig mee eens maar ze juichen het ontwikkelen van
nieuwe cursusboeken toe. Het Drents Genootschap hoopt zo spoedig mogelijk
lesboeken te ontwikkelen voor alIe taalgebieden in de provincie. Een lesboek
Midden-Drents is in de maak.

Harry Slot: „Een werkgroep is daar op het ogenblik volop
mee bezig. Als we kijken naar het succes van de cursus Noordenvelds dan kunnen
we er vanuit gaan dat ook voor het MiddenDrents belangstelling zal bestaan. Op
het ogenblik lopen nog cursussen Noordenvelds in Peize en Roden onder leiding
van Peter van der Velde. Voor de Noorddrentse cursus in Assen kunnen zich nog
enkeIe deelnemers melden. Het is de bedoeling dat we op twaalf maandagavonden
vanaf 14 januari aan het werk gaan in het gebouw naast Opbouw Drenthe aan de
Stationsstraat 9 in Assen. Belangstellenden kunnen contact opnemen met Het
Drents Genootschap”.

Cursusleidster Jannie Boerema begint na het succes van de
cursus in Yde met plezier aan de volgende in Assen. Ze vertelt: „In Yde hadden
we een groep van twaalf personen. Er was een Amerikaanse bij, een Canadees,
iemand uit het Westen van het land en verschillende noorderlingen. Het doel van
de cursus is niet in de eerste plaats het leren schrijven van de taal. Het gaat
vooral om het aankweken van begrip voor ze den en gewoonten van „de
Drent”. Sommige nieuwkomers stoten in een dorp gewoon hun kop omdat ze
niets begrijpen van de voor een bui tenstaander onbegrijpelijke rituelen die
een Drent hanteert in de omgang met anderen. Een Drent zegt bijna nooit
rechtstreeks waar het op staat. Als ze
zeggen „’t Kun wel minder” dan bedoelen ze dat het erg goed gaat
bijvoorbeeld. Een Drent gaat ook niet dood
maar raokt uut de tied. Zo kan ik een heleboel voorbeelden noemen. Ik
ben zelf een Drent en Drents spreken is iets dat bij me hoort en deel uitmaakt
van mijn persoonlijkheid. Het is
vertrouwd en ik kan er alles in
zeggen wat ik wil. Als lerares Engels heb ik soms cursisten die slecht
Nederlands spreken. Dan praat ik Drents en leg ze in het Drents de grammatica
van het Engels uit”.

Sober

„Drents is een sobere taal maar daardoor is het juist een
uitdaging om er iets in onder woorden te brengen. Maar ik kan me héel goed
voorstellen dat mensen die van buiten de provincie komen soms niet weten wat ze
aan de Drenten hebben. Deze cursus verschaft daarom onder meer inzicht in de
geschiede nis, de literatuur en in de oorsprong van gebruiken als het
neijaorwinnen bijvoorbeeld”.

Eén van de
cursisten die de cursus in Yde volgden is mevrouw Trijnie Jansen-Pannenborg uit Yde. Ze is een
geboren Groningse maar woonde geruime tijd in andere delen van het land. Ze vertelt: „Ik ging naar de cursus omdat ik gespreks-

leidster ben van de literatuur groep van de
plattelandsvrouwen. Als we Drents-talige literatuur behandelen dan moet dat zoveel mogelijk in het Drents kunnen
gebeuren. De cursus was zeer
verhelderend.

Vooral het praten met andere mensen was belangrijk. Er
was bijvoorbeeld een mevrouw uit Den
Haag die in het dorp waar ze nu woont in de winkels alleen in het Drents te
woord werd gestaan. Daar had ze moeite mee. Zelf moest ik nogal wennen aan de
jaarlijkse ge bruiken rond oud Oud en Nieuw. En ook de sociale controle in een
dorp is voor mensen soms een heet hangijzer. Er zit een positieve kant aan maar
het kan ook benauwend zijn. In zo’n
groep leer je een heleboel waar je meteen iets aan hebt.

Drenten en niet-Drenten kunnen er ervaringen uitwisselen.
Maar ik ben een Groningse en thuis praat ik met mijn man dan ook Gronings. Daar
brengt zo’n cursus natuurlijk geen verandering in. Ik ben wel meer Drentstalige
boeken gaan kopen en lees wat gemakkelijker Drents”.