De mooiste zomer
Door Marga Kool
Bij exotische temperaturen zien Nederlanders er vaak wat
bijzonder uit. We slepen ons hijgend en puffend voort, wissen ons constant het
voorhoofd af, dragen wonderlijke petjes en hoedjes en trekken een gezicht alsof
ons groot onrecht wordt aangedaan.
Met afgunst en bewondering kijk ik in zo’n periode naar
onze gasten met een donkere huidskleur. Die lijken zichtbaar in hun element,
wandelen onverstoorbaar hele einden en zorgen met hun zwierige, kleurige
kleding voor een fraai en exotisch straatbeeld.
Maar ja: in de winter lopen zij er vaak weer wat
kleumerig bij.
De exoten uit de wateNereld, ook afkomstig uit verre
streken, zie ik minder graag. Neem de muskusratten, ook wel waterkonijnen
genoemd. Ze werden rond 1940 naar Nederland gehaald door jagers, die erop
wilden gaan jagen. Maar intussen zijn ze uitgegroeid tot een plaag. In 2002
werden er zo’n 363.000 stuks gevangen. Dat is al weer 20 procent meer dan het
jaar daarvoor! En als er méér gevangen worden, dan leven er dus ook méér! Een
grotere vangst is daarom eerder een reden voor zorg dan voor blijdschap!
Een ander soort, de beverratten zijn een tamelijk nieuw,
maar onrustbarend groeiend verschijnsel. Eigenlijk zijn het de nazaten van
“gastarbeiders”. Ze werden rond 1935 door pelsdierenfokkers gehaald
uit ZuidAmerika. Een aantal daarvan is ontsnapt of losgelaten, en op eigen
hout- je verder aan het fokken geslagen. Tien jaar geleden waren ze nauwelijks
aanwezig in onze vrije natuur. Tegenwoordig worden er in ons land per jaar al
meer dan 5000 gevangen. Tot voor kort zaten ze nog uitsluitend beneden de grote
riyieren, maar de laatste jaren rukken ze onheilspellend snel op naar het
noorden. In het gebied van Reest en Wieden werd vorig jaar de eerste beverrat
gevangen. Ik keek mijn ogen uit, toen de vanger hem aan me liet zien:
Beverratten lijken op muskusratten, maar zijn geen familie. Ze zijn ongeveer
twee keer zo groot. Het lijf van een volwassen mannetje is ongeveer 60 cm.
lang. En met staart en al haalt het beest wel een meter lengte! Wat voor gaten
en gangen die kunnen graven, wilt u niet weten!
VEILIGHEID
Beide voorbeelden geven aan hoe gevaarlijk het is om in
te grijpen in de natuur. Beide exoten leveren namelijk veel schade op aan
dijken, oevers en kades. Een muskusrat graaft ieder jaar dertien volle
vrachtwagens grond weg. U kunt nagaan wat dat voor de veiligheid langs de
waterkant betekent! Trekkers kunnen er door kapseizen en in het water
terechtkomen. Koeien en paarden kunnen in de gaten hun poten breken.
En daarom hebben de waterschappen in onze regio
tientallen mensen in dienst die het vangen van deze dieren al vele jaren tot
hun dagelijks werk rekenen. En omdat de beesten ook geregeld op reis gaan, werken
de waterschappen daarin nauw samen.
Onze muskusrattenbestrijders hebben een zware baan. Met
waterdichte pakken tot aan hun oksels waden ze soms tot aan hun middel door het
water om de klemmen te zetten en de oevers te inspecteren. In mooie zomers lijkt
dat misschien aardig werk. Maar het moet ook in voor- en najaar, regen en
ontij! Het zijn geharde mannen, die het gebied op hun duimpje kennen, en daarom
ook waardevolle informatie kunnen doorgeven aan de andere mensen van het
waterschap.
Naast het eigen speur- en zoekwerk gebruiken ze de
meldingen van inwoners uit ons gebied. Ziet u dus tijdens een wandeling, een
fiets- of vaartocht een beest, waarvan u denkt dat het een muskusrat of zelfs
een beverrat zou kunnen zijn? Meld het telefonisch aan het waterschap:
0522276767.
Samen met u kan het waterschap wellicht een verdere
uitbreiding van de plaag voorkomen.
Voor de rest moeten we maar hopen op strenge winters. Van
de beverrat is namelijk in ieder geval bekend, dat hij slecht tegen vorst kan.
En wat betreft het weer van de laatste tijd: ik ben bang, dat de beverratten de
mooiste zomer van hun leven hebben gehad!