Dood Roel Reijntjes als in zijn dichtbundel
Beiler
kleinkunstenaar op 80-jarige leeftijd in eigen huis overleden
Dood Roel
Reijntjes als in zijn dichtbundel.
Door Fred Lubbers
BEILEN — Gestorven
zoals hij vond zoals het moest zijn en dat ook heeft beschreven in een gedicht.
Op zijn eigen bed en hoogst waarschijnlijk – zonder te lijden. Roel Reijntjes
is niet meer. In de nacht van vrijdag op zaterdag werd Roel Reijntjes door de dood
gehaald. Eerste paasdag omstreeks half vier ‘s middags werd hij levenloos op
bed in zijn woning aangetroffen. Een natuurlijke dood gestorven. Een dood die
onverwacht kwam, hoewel de kleinkunstenaar soms sukkelde met zijn gezondheid,
de laatste maanden ook weer. Zo nu en dan kwam hij op de redactie
van de Beiler Courant. Enkele weken geleden nog. Hijgend
kwam hij boven. ‘Het gaat niet meer zo vlug als eerder. ‘K heb ‘t wat met de
longen’, aldus Reijntjes.
Geboren op 6 februari 1923 in Beilen, waar hij zich in
zijn jeugd al anders voelde dan zijn dorpsgenoten. Reijntjes was een eenling en
bleef dat ook. Hij trok het liefst op met kunstenaars, zoals de familie Dozy in
Elp, of de eveneens daar wonende familie Roessingh. En later droeg hij Bert
Kiewiet uit Mantinge een warm hart toe. Reijntjes was voor de inwoners van
Beilen, maar ook voor vele andere Drenten een begrip. Een begrip in Beilen,
niet alleen vanwege de dichtkunst, maar ook vanwege zijn markante en pedante
verschijning.
Nagenoeg altijd getooid met een vlinderstrik. Treffend
een uitspraak van hem in een interview in de Beiler Courant van 3 februari
1998, ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag. Tegen redacteur Roelien Roos
liet Roel Reijntjes weten niet gek te zijn. ‘Wacht, ik kan het u beter illustreren’,
zei hij toen, waarna hij de kamer uit trippelde. Bij terugkomst hing een jas
van grijze zijdeachtige stof om zijn schouders. ‘ Het is geen aanstelleritus’,
verzekerde Reijntjes. Maar je wordt zo geboren. Behendigheid is mij beslist
niet vrômd en élégance heurt tot mien underdelen. Iemand zei ‘waarom kleedt u
zich zo’, toen zei ik ‘ als u dat ook zou doen, zou u er misschien ook
aanzienlijk beter uitzien.’ Reijntjes ten voeten uit.
Een begrip in Drenthe vooral door zijn gedichten,
voordrachten en bovenal conferences. Roel Reijntjes was niet alleen dichter en
schrijver, hij was ook cabaretier. Voordrachten door hem uitgevoerd zaten vol
wervelende zinnen, maar ook vol grappen en tevens kritieken. Hij was een
kritisch mens.
Iemand die het goed voor had met kunst en andere
waardevolle cultuuruitingen. In hezelfde interview met Roelien Roos liet
Reijntjes zich duidelijk uit over het waardevolle van de cultuur. Hij toonde
zich toen voorstander van de oprichting van een fonds waaruit cultuur in Beilen
– in de ruimste zin van het woord – gesteund zou moeten worden.
Eerste gedichten
In 1958 werden de eerste gedichten van Reintjes
gepubliceerd. In dat jaar gleed bij de redaktie van Oeze Volk een enveloppe
door de brievenbus met daarin een gedicht van de heer R. van Bello. De redaktie
was getroffen door het nieuwe, nogal felle en openhartige geluid. Zeker voor
die tijd wilde de redaktie in contact komen met de schepper van dit gedicht,
want R. van Bello was een pseudoniem. Men plaatste een oproep in Oeze Volk, of
de schrijver zich bekend wilde maken bij de redaktie en dat gebeurde. Het
gedicht ‘Oktober’ werd toen onder de echte schrijversnaam gepubliceerd in Oeze
Volk, oktober 1958. Zo heeft het debuut van Roel Reyntjes plaatsgevonden. Toch
zijn het niet zijn literaire aktiviteiten, maar eerder zijn optredens, zijn
one-man shows, die hem zo bekend gemaakt hebben in Drenthe en ver buiten. Deze
aktiviteiten hem de titel ‘Hofnar van Drenthe’.
‘Wat ik jammer vind is dat ze mijn verzen niet in de
plaats willen horen. Ik word steeds meer in de richting van de grappen geduwd’,
liet Reijntjes destijds weten. Conferences en gebruik van zijn poëzie zijn vaak
niet te onderscheiden. In zijn betogen ging hij van de hak op de tak over van
een grap naar zeer serieus gedicht. Binnen de streektaalbeweging is Roel
Reyntjes van belang geweest om bovengenoemde promotionele aktiviteiten.
Daarnaast is hij jarenlang bestuurslid geweest van de Schrieverskring.
Ruzie
Ruzie had Reijntjes ook. Bijvoorbeeld met het
Genootschap, in 1977. Roel Reijntjes was destijds als lid van de Drentse
Schrieverskring een zeer kritisch mens richting het Drents Genootschap. Die
instantie werd door Reijntjes en een aantal gelijkgezinden betiteld als een
club van ‘sherrydrinkers en welzijnsridders’. De laatste jaren werd Reijntjes
rustiger.
In datzelfde jaar, 1977 ontving Roel Reijntjes de
CultureeIe Prijs van Drenthe. In 1992 omschreef hij zichzelf in de BeiIer
Courant als ‘een lastig mens, maor wel een aordig mens.’ Beeldend was het
portret dat de NCRV in de zomer van 2002 van Roel Reijntjes maakte. Voor het
programma De Stoel van Rik Felderhof werd Reijntjes geportreteerd. Een
prachtige documentaire, naar nu blijkt de laatste van Roel Reijntjes.
Hij stierf zoals hij het had beschreven in zijn bundel
‘Brummelpluk’
In de nacht van vrijdag op zaterdag kwam er een einde aan
het markante leven van Roel Reijntjes. Woensdag avond is er in het
uitvaartcentrum in Beilen tussen 19.00 en 19.30 uur rouwbezoek. De dag erna,
donderdag, wordt Reijntjes op de Beiler begraafplaats begraven.