Dreints leren in drei kilometer
Tijdens een taalwandeling door het Drentse landschap bij
Vledder kun je Drents leren in drie kilometer
Drents leren tijdens een bosrijke wandeling op Landgoed
Vledderhof in WestDrenthe. „Een beetje ludiek natuurlijk, maar ook educatief.”
door onze redacteur Jan ter Harmsel
VLEDDER „Drents, je
kunt het gewoon leren”, zegt Abel Darwinkel, terwijl hij de wandelroute
Dreints leren in drei kilometer loopt. Als streektaalfunctionaris bij het
Drentse Huus van de Taol heeft hij zelf de teksten opgezocht en deels
geschreven. „Het moest een project worden met een educatief tintje in
combinatie met iets Drents.”
Het idee voor de route kwam van Drents schrijver Jan
Veenstra, in het jaar dat Westerveld, waar ook het kleine plaatsje Vledder
onder valt, de culturele gemeente van de provincie is.
Een belangrijke financier van het project is Het Drentse
Landschap, dat dit jaar zijn 75jarig jubileum viert.
„De route bestond al, en het Drents leren is erin gezet”,
zegt Darwinkel, terwijl hij begint aan de drie kilometer lange route. „Het doel
van deze taalwandeling is aandacht voor de Drentse taal, een klein beetje
taalpromo tie. Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend dat het Nederlands de
standaardtaal is, maar het Nederlands is wel dominant.”
Hij is verbaasd over de grote belangstelling voor deze
wandeling. „We krijgen heel veel reacties, sommige mensen bellen me op mijn
werk.”
Tijdens de taalwandeling worden de belangrijkste aspecten
van de taal aangesneden: Drentse plaatsnamen, verkleinwoorden, spreekwoorden,
woordenschat, grammatica en het tellen tot twintig. Op ieder bordje staat naast
de uitleg ook een vraag. Zo moet de wandelaar bijvoorbeeld een limerick
bedenken met daarin een Drentse plaats of raden wat de woorden uit de
streektaal betekenen in het Nederlands. „Mensen moeten aan de slag, dat was ook
de bedoeling.”
Het Landgoed Vledderhof ligt tussen de Vledderesch en de bos
sen van Boschoord. Een bosrijk gebied met mooie natuur. En
veel plassen, ontstaan na de stevige regenbuien van afgelopen week. Darwinkel
legt uit dat het Drents valt binnen het Nedersaksisch taalgebied, dat zich
bijvoorbeeld ook uitstrekt over Duitsland. „Westerveld ligt in West-Drenthe,
vlakbij het Saksische deel van Friesland. ,Daar spreken ze geen Fries, maar
Stellingwerfs, dat wat ze ook hier ook spreken.”
De streektaalfunctionaris heeft zelf in het Noord-Drentse
Norg gewoond en is ook met de streektaal grootgebracht. „Binnen het gezin werd
altijd Drents gepraat.” Op zijn derde verhuisde hij naar de Achterhoek. Nu
woont hij in Bedum (Groningen). „Ik heb alle hoeken van het Nedersaksisch
taalgebied gezien.”
Aeklank
De Nedersaksische taal verschilt niet alleen tussen
verschillende provincies, maar ook in Drenthe. Zo komt de aeklank in het westen
veel voor, zoals in verzaemeling. in het noorden wordt ao vaak gebruikt. „De
klinker verschuift in elke regio een beetje”, legt Darwinkel uit bij een van de
tien routebordjes. Hij vertelt dat hij de teksten op de bordjes in zijn eigen
streektaal heeft geschreven. Vervolgens zijn ze door iemand uit deze regio
omgezet naar het West-Drents. Als medewerker van het Huus van de Taol zet
Darwinkel zich in voor de Drentse taal. Samen met collega’s geeft hij cursussen
voor belangstellen van de taal en de geschiedenis van Drenthe. Ze gaan langs op
scholen, geven lezingen en maken filmpjes die dagelijks verschijnen op de
lokale televisie. „Huus van de Taol ondersteunt ook mensen die in het Drents
willen schrijven. Daarbij moetje denken aan een verhalenbundel of gedichten in
de streektaal.” „Ik praat zelf Drents tegen mijn twee kinderen en mijn vriendin
praat Nederlands tegen hen”, zegt Darwinkel, die hoopt dat zijn kinderen ook
(een beetje) Drents gaan praten. Maar volgens hem is het voor zijn zoontje van
twee lastig om in de streektaal iets tegen zijn vader te zeggen. „Het is goed
wanneer ze twee taalsystemen leren als ze klein zijn”, zegt hij. Hij
refereert aan onderzoek dat is gedaan: je wordt creatiever, je kunt makkelijker
een volgende taal leren en staat meer open voor anderstaligen. „Iemand die één
taal spreekt, leert dat een tafel een tafel is. Voor hen is het moeilijk dat
het ook een ander woord kan zijn.”
Na drie kilometer is de taalwandeling ten einde. „Als je de
route loopt, weetje iets meer van het Drents. Het is een beetje ludiek
natuurlijk, maar het is wel leuk dat mensen nu wat opsteken van een
wandeltocht”, zegt Darwinkel. „En iedereen kan de bordjes lezen. Dat lukt
prima, ook al wijkt het af van watje gewend bent.”
De taalwandeling staat nog tot eind oktober in het bosgebied
bij Landgoed Vledderhof. De route is te downloaden op de website van Het
Drentse Landschap.