Drentse avond in de Haven
Honderden
vrijwillers iedere maand in touw voor Drents woordenboek
HOOGEVEEN — „Er is nog. steeds een plan in de maak, om
met een bandrecorder de taal van alle dorpen in Drente op de band op te nemen.
Dat is nodig, omdat veel klanken niet of moeilijk te schrijven zijn en voor een
vergelijkend onderzoek van de klanksystemen. In Westfalen hebben ze dat ook zo
gedaan bij de samenstelling van hun woordenboek”. Dit zij vrijdagavond dr.
Gerard H. Kocks (39), leider van het project Drents Woordenboek van het
Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit in Groningen. De heer Kocks
was in De Ha• ven voor een ontmoeting met tientallen medewerkers uit
zuidwestDrente aan dit project.
Dank zij Drentse schrieverij en zingerij groeiend
taalbewustzijn in ons gewest
Zoals bekend, is het Nedersaksisch Instituut al een
aantal jaren bezig met de samenstelling van een Drents Woorden boek : een werk
dat vooral weten. schappelijke waarde heeft. Als basis, van waaruit wordt
gewerkt, is het dialekt van Sleen, het Zuidvelds, genomen. Vijf jaar lang, van
1969 tot 1974 heeft de heer Kocks daar met drie gespreksgroepen, week-in,
week-uit woorden en begrippen genoteerd. Duizenden woorden uit de taal van
Sleen kwamen zo op papier te staan. Deze werdén overgebracht op kaarten.
VRIJWILLIGERS
In 1974 werd dit
veeljarenproject gespreid over heel de
provincie. In ongeveer 100 dorpen en gehuchten meldden zich na een oproep van dr. Kocks in – dag- en nieuwsbladen
vrijwilligers, om mee te helpen aan dit werk. Deze vrijwilligers komen iedere
maand in kleine groepjes bij elkaar. Aan de hand van op alfabet gestelde
woorden uit het Sleens gaan zij na, hoe deze woorden en begrippen luiden in de
taal van hun eigen dorp. Ook volkskundige, historische en andere gegevens
worden op deze wijze verzameld.
In onze omgeving zijn er van deze gespreksgroepies . in
Hoogeveen (2 groepen), Noordscheschut, Broekhuizen, Elim, Fluitenberg,
Geesbrug, Hol’ landscheveld, Kerkenveld, Koekange, Nlantinge, Oosterhesselen. Pesse, Ruinen,
Stuifzand, Westerbork, De Wijk, Wijster en Zuidwolde.
Dit najaar worden
in zes plaatsen in Drente medewerkers-avonden georganiseerd. Dit gebeurt eens
in de twee jaar. Vrijdagavond Was het weer de beurt aan Hoogeveen voor de
mensen uit deze regio. De andere avonden worden gehouden in Hooghalen, Uffelte,
Drouwen, Sleen en Vries.
Op het ogenblik is men met het bespreken van de Drentse
taal in de groepen gevorderd tot de letter E,
Dr. GERARD KOCKS, leider van het project Drents
Woordenboek. Hij werd in 1936 geboren te Barger Oos• terveld in de gemeente
Emmen. Aan ! de rijksuniversiteit in Groningen studeerde hij Germanistiek.
Nedersaksische Taal en Letterkunde en Middeleeuwse Geschiedenis. Na zijn studie
was hij enkele jaren leraar Duits aan het Katholiek Drents College in Emmen. In
1966 werd hij lector Nederlands aan de universiteit van Gôttingen in Duitsland.
Hij is nu wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Nedersaksisch Instituut van
de universiteit in Groningen met de opdracht, om een Drents woordenboek samen
te stellen. In 1970 promoveerde hij op een proefschrift over de dialekten van
Zuidoost-l)rente.
Naar schatting zal het verzamelen van alle woorden zeker
nog tot in de tachtiger jaren aanhouden.
VOORTGANG
Iedere maand gaan 60 „woorden” de deur uit naar
gespreksgroepen. „We zijn blij, dat dit zo goed loopt”, zei dr.
„We vervonderenv ons er eigenlijk lover. Er is een
gestage voortgang in Kocks vrijdagavond.
het werk. De consequentie van dit tempo is wel, dat het
onmogelijk is voor het instituut, om al het materiaal zelf uit te werken.
Dankzij onder ander andere de TAP-regeling (werkloze onderwijzers en
studiestakersy is het mogelijk om in de voorlopige bewerking van het materiaal
wat meer voortgang te krijgen”.
Drie keer per jaar versch(int er voor alle heloers een
„Medewerkers Contact”. Dit is •bedocld als contact tussen het instituut en
de medewerkers, maar ook voor he contact tussen de medewerkers onderling. In
dit „contact”
HANS HEYTING (58) is geboren in Beilen. Na de lagere
school wilden zijn voogden hem plaatsen op de ambacht. school. Hans wilde dit
niet, liep weg en werd krantenbezorger. Van de Asser kunstschilder en
tekenleraar Louis Kortenhorst kreeg hij les. Daarna ging hij ook zelf
schilderen. In de oorlog verhuisde hij naar Borger. Hij schilderde vooral
stillevens.
Na een ernstige ziekte en operatie schreef hij zijn
eerste toneelstuk in de vijftiger jaren. Inmiddels kreeg hij contact met de RONO. Het radiowerk werd een
groot deel van zijn leven. Naast Drentse
toneelstukken en gedichten schrijft„ hij de laatste jaren ook kinderboeken met
veel succes. Ook I
is hij acoustische medewerker van de I Nederlandse
Blindenbibliotheek in Groningen.
worden regelmatig
interessante taalkundige, volkskundige en historische I bijzonderheden
gepubliceerd. „Ik weet” zegt de heer Kocks, „dat er onder de mensen nog
heel wat „wetenschap” zit op het gebied
van volkskunde en woordmateriaal, aan spreuken, gezegdes. raadsels,
spreekwoorden, enz. Het gaat’ er om, ook dit materiaal vast te leggen, voordat
het voorgoed verloren is gegaan”.
SCHRIEVERIJ EN
ZINGERIJ
Het tweede deel van de avond werd gevuld met Drentse
„schrieverij en zingerij”. Hiervoor
zorgden Peter van der Velde en zijn vrouw uit Roderwolde en de bekende
dichter-schilder Hans Heyting uit
Borger.
Peter van der Velde die in het dagelijks leven
onderwijzer is, schrijft al jarenlang kostelijke verhalen, die regelmatig
worden gepubliceerd in Oeze Volk en in de Drentse Schrieversalmanak. Een aantal
van deze verhalen werden in het noorddrentse dialekt door hem verteld. Met zijn
vrouw zong hij bovendien een aantal vrolij-ke en gemakkelijk in het gehoor
liggende liedjes.
Hans Heyting, die 58 jaar geleden in Beilen werd geboren,
maar die sedert de oorlog in Borger woont declameerde een „keur uut Drentse
gedichten van 1900 tot 1966″. Deze „dichtersriege” werd geopend met
„Het diepien” van de overleden Jo
Bergmans-Beins. Speels wat ‘t Winterkeuninkie van t Lammert Braaksma. Erg
aansprekend was De Elterbult van Grietje
Clewits: voor een deel de Drentse versie
van Goethe’s beroemde Erlkônig.
Dramatische spanning wordt verwoord in het moderne
„Kraantebe richt” van Dick Greving over „de dood in ‘n grieze
Peugeot”. Een stuk per soonlijk ervaren bracht Hans Heyting in zijn eigen
Eelegie (Klaaglied): een gevoelige weergave van een ontmoetine in zijn leven.
Prachtig werk liet hij horen van de onlangs overleden
auteur-dichter Johan Hidding (Nao de landing), van Harm Kooos (Mal Berend),
onover-, troffen poëzie van Jan
Naarding( De vogel en Zommermiddag), beiden met prachtige taalvondsten,
Fragment van Schoonoord van de bekende Roel Reyntjes uit Beilen, Het dweellocht
van Louis Roessing. het aangriioende Die Zundag van de Zuidwolder Bonnie
Veendorp en Daorgunners van Peter van der Velde.
Hans Heyting besloot zijn voor drachten met „Kanovaort in
blôssemtied”, het verhaal van de overvallen kanovaarder, 8000 jaar geleden, geîn spireerd
op de vondst van de kano van Pesse in 1956. Dit verhaal werd ge schreven door
Johan Hidding.
Uit al dit werk werd vooral duide lijk, hoe goed cle
Drentse taal zich leent voor het
verwoorden van gevoe lens en begrippen, vaak veel genuanceerder Ian in het Nederlands
mogelijk is. Duidelijk werd, hoe het Drents een instrument kan zijn. voor pavo
literatuur en hoe er, vooral dank zij het werk van Drentse schrievers en
dichters in ons gewest een taalbewustzijn aan het groeien is.