Drentse schrijfster niet solidair met vrouwengroepen Marga Kool wil geen stempel Dr. en Ass.Crt. 19-06-'81
Drentse schrijfster niet solidair met vrouwengroepen Marga Kool wil geen stempel Dr. en Ass.Crt. 19-06-’81
Drentse schrijfster niet solidair met vrouwengroepen
Marga Kool wil geen stempel
Als de Drentse schrijfster Marga Kool na een halfuurtje praten in haar huis aan een laan in Zuidwolde plotseling zegt: „Ik voel me heIemaal niet zo solidair met de vrouwengroepen”, kijk ik haar verbaasd aan. Hoe kan ze dat nu zeggen, na alles wat ze me daarvoor over haar leven en werk heeft verteld. Angst om een stempel opgedrukt te krijgen blijkt de voedingsbodem voor die krasse uitspraak.
Marga Kool is behalve schrijfster, dichteres, gemeenteraadslid (D’66) ook nog moeder van twee kinderen. Ze is voorzitster van de Stichting het Drentse Boek en bestuurslid van het welzijnscentrum in Zuidwolde. Haar man heeft ook een drukke baan en kan „dus”niets ofweinig aan de huishouding doen. „Ik zie mijn schrijverij als hobby. Een andere vrouw gaat ik schrijf. Daarom zit ik wel eens negentig uur per week te werken, maar met plezier, anders zou ik het nooit volhouden”.
Drents
Aanleiding voor ons gesek is haar optreden deze week op het Rotterdamse poëziefeest Poetry International en haar inzet voor de emancipatie van Drenten. „De Drentse cultuur is waardevol. De Drent is bedachtzaam. Dat is een eigenschap die in het westen van het land weinig waardering krijgt. Je moet snel kunnen reageren om er bij te horen”. Ze is in het Drents gaan schrijven: „Je kunt de mensen beter bereiken in hun eigen taal”.
Ze vindt het jammer dat de Drent zo weinig waarde aan het dialect hecht. „Als er vergaderingen zijn wordt er voor die tijd in het Drents gesproken. De voorzitter opent de vergadering en iedereen spreekt Nederlands. Daarmee geef je aan, dat je je eigen cultuur minder serieus neemt. Waarom niet in het Drents vergaderen”. Zelfs de Plattelandsvrouwen spreken geen Drents. „Ik heb enorm veel waardering voor de organisatiestructuur van die vereniging. Iedere week geef ik wel ergens voor de Plattelandsvrouwen een voordracht. Ik spreek dus uit eigen waarneming wanneer ik zeg dat dat pas een emanciperende beweging is. Vrouwen uit de nieuwe wijken halen hun neus ervoor op. Die gaan misschien naar het Vrouwencafé”. Daar zal Marga haar neus niet gauw laten zien.
Vrouwencafé
„Ik weet Vel wat die vrouwen te Ze herinnert
zich het verhaal enige weken geleden in de Haagse Post over de vrouwenbeweging in Vries. „Dat vond ik verschrikkelijk: de kijk van een westerse journaliste op de vrouwenbeweging op het plattteland. Het was ronduit beledigend. De vrouwen in Vries voelen zich bedrogen”.
De vrouwenbeweging in Drenthe kan niet via vrouwencafé’s lopen. Het fanatisme, dat Marga daar denkt te vinden, stoot haar af. Dat er geen sprake is van fanatisme in Drentse vrouwencafé’s, maar ook niet van voordrachten van Drentse schrijfsters, kan pas duidelijk worden wanneer je er een bezoek brengt. Marga zal dat niet uitzoeken, nee. „Als je dan echt wilt opkomen voor onderdrukte groepen dan zal ik dat doen voor bijvoorbeeld bejaarden. Sommige bejaarden worden na vele jaren samen geweest te zijn plotseling uit elkaar gerukt als één van hen in een verpleegtehuis moet worden opgenomen. Dat is erg”.
Geen stempel
Marga wil geen stempel, begrijpelijk, maù ze geeft toe in alle op; zichten met vrouwenbeweging
in „haar eentje” bezig te zijn. Als gemeenteraadslid komt ze regelmatig op voor meer deeltijdbanen en voor voorzieningen die het vrouwen gemakkelijk maken buitenshuis te werken. In haar verhalen spelen abortus, kindermishandeling, gezondheidszorg en het leven op het platteland een rol.
„Het gaat over vrouwen. Dat is vanzelfsprekend, ik ben toch een vrouw. Ik heb met mijn leefwereld te maken. Ik probeer me te verplaatsen in anderen. Ik heb geen duidelijke boodschap; misschien alleen mensen te leren zich beter in anderen te verplaatsen. Hoe voelt het om gastarbeidster te zijn, om onderdrukt te worden ofom vrouw te zijn. Er zijn genoeg groepen, behalve vrouwen, die gevaar lopen onderdrukt te worden. In de hoofdrollen spelen vaak vrouwen, dat is voor mij vanzelfsprekend. Het is gemakkelijker dan dat ik mij verplaats in het gevoel hoe het is om man te zijn”.
Butterfahrt
Zo ook in haar nieuwste verhaal Butterfahrt, dat van de zomer in een literair NCRV-radioprogramma zal wordeh voorgelezen. Het gaat over een jonge Duitse vrouw van het platteland, die abortus moet laten verrichten.
Het woord komt er niet in voor, maar het gaat om haar gevoelens. In een trein van Drenthe naar het Westen ontmoet Anne, een oudere vrouw, Ilse het Duitse meisje.
Toen Anne haar jonge medereizigster in de kliniek afleverde, zaten daar ook drie oudere Turkse vrouwen, die in het hoekje dicht bij elkaar geschoven fluisterden en schuw opkeken vanonder hun hoofddoeken. En Butterfahrt eindigt met een gesprek in een bus, waarin Anne nadat ze Ilse heeft „afgeleverd” terugreist. Een fragment:
„Hier is het”, schreeuwde de man toen ze langs de kliniek reden.
„Wat”, riep de vrouw. „Hier is het, waar ze dat doen”. „Wat doen, waar?”. „Nou”, gei de man, „van die baby’s; weet je wel”. „0″, zei de oude vrouw verbijsterd. „Is dat hier. Dat ze daar nou niet de politie, hè”. Annes buurvrouw wierp een verachtende blik naar achter.
Ze had heldere felle ogen. De man die het hautaine kijken had opgemerkt, boog zich strijdlustig voorover. „Ze komme overal vandaan”, blies hij heet in hun nek.
„Turke, Marokkane en hele busse vol met Duitsers. Heb ik nog in me krant gelese. Hoere en snoere en dan hierheen met het zakie”.
Anne zag het meisje voor zich, zoals ze het achtergelaten had in het kleine kamertje: het pluizige jasje, de bange ogen in het grauwe gezicht. De vingers die, met de nagels afgebeten tot op het vlees, rusteloos bewogen over de magere benen. De Turkse vrouwtjes, als zielige vogeltjes ineengedoken op de bank in de hoek.
„Hele busse met Duitsers”, pre. dikte de man, „Ja meneer”, zei Anne en draaide zich naar hem om, hoorde zelf het trillen van haar stem en voelde de ogen vochtig worden van kwaadheid. „Ja meneer”, zei ze. „Hele bussen vol, alIemaal voor hun plezier. Een soort schoolreisje, weet u wel. Butterfahrt, noemen ze dat…”.
Marga Kool wil geen stempel. Haar volgende verhaal heeft een ander onderwerp. „Ik wil niet dat de mensen zeggen, o dat is die feministische schrijfster, zoals dat met Anja Meulenbelt bijvoorbeeld is gebeurd. Mensen die je graag wilt bereiken, bereik je dan niet meer”, zegt ze. „Infiltreren is de beste manier”.