Drentse voorvechtster Marga Kool Schaamte voor streekcultuur afwerpen 12-04-2004

Drentse voorvechtster Marga Kool Schaamte voor streekcultuur afwerpen 12-04-2004

Drentse voorvechtster marga Kool
Schaamte voor streekcultuur afwerpen
(Door Roel Kleine)

Marga Kool hoeft niet lang na te denken over de vraag waarin de opleving van streekcultuur gezocht moet worden. ‘De wereld wordt groter en door de communicatiemiddelen ligt ze open voor ons. Maar hoe groter de wereld, hoe belangrijker tegelijkertijd je eigen wereld dichtbij wordt. Door de toegenomen welvaart werpen mensen de schaamte voor hun eigen cultuur van zich af. Streekcultuur is ook niet iets waarvoor je je hoeft te schamen. De schaamte is echter nog niet helemaal voorbij, met name bij groe pen die zich nog steeds willen spiegelen aan de randstadcultuur’.
Als er één voorvechtster in Drenthe genoemd moet worden voor de streekcultuur is het wel Marga Kool, in het dagelijks leven gedeputeerde in de Drentse staten. Maar ook toen zij nog niet actief was in de politiek (voor D66) leverde de in Hoogeveen woonachtige Kool al menige bijdrage aan de verrijking van de Drentse cultuur. Met bijvoorbeeld die mooie gedichtenbundel ‘Achter oen ogen’.
Reputatie
Als publiciste had zij eind jaren zeventig al een reputatie opgebouwd. Ze schreef televisie- en hoorspelen, korte verhalen, cabaretteksten en gedichten. Menigmaal werd zij onderscheiden. In 1981 met de Johanna van Burenprijs. Uit handen van prins Bernhard ontving Kool de zilveren anjer als blijk van waardering voor haar inspanningen voor de streektaal en -cultuur. ‘Streekcultuur is wat mensen in een gebied als hun eigen cultuur ervaren’, definieert zij het fenomeen. ‘Neem nu een Drentse boerderij. Is een Saksisch type, maar hoort ook bij
de Drentse cultuur, omdat mensen deze stijl ervaren als een deel van hun eigen bouwgeschiedenis. Maar streekcultuur is een breed scala. Ook het landschap met al z’n afwisselingen inclusief houtwallen, is streekcultuur. Hetzelf-
de geldt voor taal. Cultuur is de manier waarop je met el kaar samen leeft, hoe je vorm geeft aan relaties, voorwerpen, bouwstijlen en landschappen. Dat noem ik cultureel erfgoed’.

Trouwen
Drenthe heeft een naam opgebouwd als het gaat om het gebruik van streektaal in literatuur en cultuur. De organisatie Drentse Taol fungeert als een promotor van het dialect. Dat heeft geresulteerd in een Drents liedboek voor de kerken, het gebruik van Drents op scholen, in besturen en zelfs in trouwakten. Vooral ‘trouwen in het Drents’ is populair.
Zelf laat Marga Kool zich ook niet onbetuigd. ‘Vier jaar lang heb ik dialect gesproken in de Statenvergaderingen om een voorbeeld te stellen. Dat kreeg echter weinig navolging, maar het kan rustig hoor’, bezweert ze.
Voor de Drentse politica heeft het gebruik van dialect een meerwaarde. ‘Ik heb ook wel waardering voor zo’n Erik Hulzebosch. Heel grappig dat ie zichzelf blijft. Dialect is er ook voor grappige en gezellige dingen. Heel belangrijk. Maar er kan bij streektaal ook een hoge kwaliteit geleverd worden in de literatuur – Roel Reyntjes, Hans Heyting, Gerard Nijenhuis en Jan Veenstra -, met serieuze documentaires of kerkdiensten in het Drents’.

Als we Kool mogen geloven en er is geen reden om daaraan te twijfelen – beleeft Drenthe momenteel een hausse aan muzikale uitingen van streekcultuur. Een exponent daarvan is de formatie Skik, winnaar van de zilveren harp. ‘Bij streektaal is er niet zo’n verjonging als in de muziek. Muziek spreekt jongeren blijkbaar toch meer aan’, denkt Kool.

Lage drempel
Het belang van streekcultuur noemt Kool vooral de lage drempel, zowel voor de passieve als actieve deelname. ‘Drentse toneelvoorstellingen zijn steevast uitverkocht. Maar ook deelname aan streekcultuur proberen wij als bestuurders te stimuleren. Verder voeren wij een cultuur-toeristisch beleid in Drenthe met verschillende thema’s zoals archeologie of typische Drentse dorpen met Orvelte als exponent daarvan. Daarop worden fiets- of wandelroutes afgesteld’.
Waarschuwing
Kool waarschuwt dat bij streekcultuur gewaakt moet worden niet altijd alles te laten zoals het was. ‘Een mooi voorbeeld is Speelstad Oranje, een pretpark in een oude aardappelmeelfabriek. Je moet er geenmuseumstuk van willen maken. Dat geldt ook voor het landschap en de taal’.
‘Het verwijt dat streekcultuur iets reactionairs in zich zou hebben betitelt Marga Kool als ‘onzin, echt onzin. Mooie monumenten restaureren is juist heel modern. Opkomen voor het landschap is progressief. Waarom zou je dan met andere ogen moeten kijken naar streektaal’, vraagt zij zich af.
Kool is echter nog niet klaar met de kritikasters. ‘Het probleem van onze huidige maatschappij is dat mensen vaak niet meer weten waar zij geworteld zijn. Jongeren missen een stuk geborgenheid van een eigen omgeving. Het is juist de losgesnedenheid van die wortels die vaak leidt tot extremisme’.

Voordrachten
Voordat zij op het politieke toneel verscheen hield Kool regelmatig voordrachtavonden. Maar dat gebeurt vanwege haar drukke baan nu nog mondjesmaat.
‘Ik schrijf niet veel, hoogstens in de vakantie. Nog wel eens een voorwoord of een toespraak, maar meestal staat dat in het teken van mijn beroep. Af en toe treed ik nog op. Ik mis het wel. Ook al omdat je zo de streektaal naar de mensen kunt brengen. Daar heb ik altijd erg van genoten’.