Egbert Meijers altijd op zoek naar het evenwicht Regionaal N.v.h.N. 31-03-1995

Egbert Meijers altijd op zoek naar het evenwicht Regionaal N.v.h.N. 31-03-1995

Egbert Meyers altijd op zoek naar het evenwicht

Van onze verslaggever Philip
GASSELTE- Een persoonlijk document. Zo betitelt Egbert Meyers uit Gasselte zijn cd “Waorum de wereld braandt”, waarvan het eerste exemplaar afgelopen zondag in Hooghalen werd uitgereikt aan de Appèlgroep Westerbork. Een gebaar waarmee de bijna 47-jarige liedjeszanger zijn respect voor de werkgroep heeft willen uitdrukken. Zelf geeft Meyers in zijn Drentstalige teksten ook blijk van een grote betrokkenheid bij het wel en wee iri de wereld. “Ik zing over de dingen die mij bezighouden in de taal waarin ik mij het beste kan uitdrukken.”
Toevallige gebeurtenissen kunnen weggestopte jeugdherinneringen plotsklaps naar boven halen. En leiden soms tot een mooi liedje. Zoals gebeurde, toen Egbert Meyers laatst de schrijfster Annemarie Oster ontmoette. Annemarie Oster, dat is de dochter van acteur Guus Oster en actrice Ank van der Moer. En de vader van Ank van der Moer had -net even buiten Grolloo waar Egbert Meyers opgroeide- een grote villa .gebouwd.
“daor achter op de es in het Oostereind stiet een heel groot hoes allien schoel in de bos herinnering in Stien die grote Villa Van der Moer”
“Die villa”, herinnert Egbert Meyers zich, “werd ergens in de jaren ’60 een soort asielzoekerscentrum waarin donkere mensen werden opgevangen die door het bewind van Soekarno in Indonesië waren verdreven. Ik vond hun cultuur zeer boeiend en kwam daar vaak over de vloer. Merkwaardig genoeg , leerde ik bij hen Amerikaanse rock and rollliedjes spelen, die zij in Indonesie nog hadden gehoord via Amerikaanse legerzenders. Deze westerse muziek kwam dus via Indonesië terecht in Grol100.” Muziek heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het leven van Egbert Meyers. Als jochie kreeg hij accordeonles van de oude heer Koenen van de bekende Asser muziekwinkel Tonica. Dit tot niet geringe vreugde van Meyers opa. “Als mijn opa of oma jarig was dan ging het steevast zo: “Egbert, speel dat moppie nog eens.”En dan zat de hele familie, gekleed in die oude zwarte Drentse kostuums en achter dikke sigaren en pijpen te wachten tot ik mijn accordeon tevoorschijn haalde. Het liefst kroop ik dan weg achter een kast omdat ik nogal verlegen was. Maar eigenlijk vond ik het ook wel weer mooi om voor al die mensen wat te spelen.” De liefde voor de accordeon was van niet al te lan ge duur. Egbert Meyers was het zat om steeds het gewichti ge instrument op z’n fiets mee te zeulen naar de ULO in Rolde, waar hij les kreeg. Ook het feit dat zijn schoolvrienden -onder wie Johan Derksen, later een bekend voetballer en journalist- hem steeds meer met zijn muziekaspiraties begonnen te pesten verhoogde de motivatie niet. Nee, het spelen op een accordeon was niet echt hip, begreep ook Egbert Meyers. Via de jukebox in de cafetaria in Rolde en radio Luxemburg ontdekte hij nieuwe muzieksoorten, muziek die meer aansloeg bij de moderne jeugd, waartoe Meyers zichzelf graag rekende. “Mijn ouders hadden een boerderij en gingen altijd vroeg naar bed. En dan stemde ik de radio -die op een plankje aan de muur stond- al tijd af op Radio Luxemburg, 208 op de middengolf. Niet te hard en met mijn oor zo dicht mogelijk tegen de luidsprekers aan, want anders werden mijn vader en moeder wakker. En zo luisterde ik dan naar’ de Dave Clark 5, Dionne Warwick en natuurlijk the Beatles, the Stones en Chuck Berry.”
Op zekere dag nam Egbert Meyers een kloek besluit. Hij ging naar Tonica en ruilde zijn accordeon in voor een Egmont, een semi-akoestische gitaar met een witte slagplaat. “Gelukkigwas Koenen er zelf niet. Want ik voelde me wel een beetje opgelaten”, bekent Meyers nu. “Geld voor een versterker had ik niet. Maar ik ontdekte dat ik daarvoor de
achteringang van de radio kon gebruiken.”
Les heeft Egbert Meyers nooit gehad. Akkoorden spelen leerde hij zichzelf. Door te luisteren naar de radio maar ook naar Cuby and the Blizzards, die Grolloo als hun uitvalsbasis kozen. “Ik heb vaak genoeg door de stalraampjes naar binnen gekeken als de groep aan het repeteren was. Geweldig vonden wij dat. Nee, in het dorp waren ze er niet zo blij mee. De gemeenschap vond het maar raar. De jongens werden gedoogd maar eigenlijk vonden ze Harry Muskee en die andere jongens maar werkschuw tuig. Natuurlijk, Grolloo was opeens een heel bekend dorp in Nederland. Maar daar zaten ze in Grolloo nou niet bepaald op te wachten.”
Meyers verliet het ouderlijke huis, ging studeren aan de so ciale academie in de grote stad, vond een baan in de gezondheidszorg en verfoeide bovenal de bekrompenheid van het dorp waarin hij opgroeide. “Pas jaren later leerde ik waardering te krijgen voor de goede kanten van het leven in een dorp, zoals de onderlinge verbondenheid. Zelf woon ik nu ook weer in een dorp, al bespeur ik in mij nog steeds een merkwaardig soort dualisme: Eigenlijk heb ik nooit een echte keuze gemaakt tussen een dorp en een stad.”
Muzikaal ging de voorkeur van Egbert Meyers steeds meer uit naar muzieksoorten waarin de verbondenheid met het platteland en het alledaagse leven wordt bezongen. Folkzingers als de Texaan Townes Van Zandt, John Prine en de in Nederland vrijwel onbekende Mickey Newbury genieten zijn voorkeur. Zelf speelde hij in de Bluegrass-band Jerrycan (“On- ze bassist heette Jerry en we speelden alleen als Jerry can, vandaar”) en de Western Swing Band. Totdat de Amerikaanse muzikant Jody Stecher hem ooit eens vroeg waarom Meyers eigenlijk altijd in het Engels zong en niet gewoon in het Nederlands, immers zijn eigen taal. “Stecher vond dat heel raar en hij had eigenlijk wel gelijk. Albert Haar -die tegenwoordig bij TV Drenthe werktdrong er bij mij op aan om wat liedjes in het Drents te schrijven. Dat heb ik gedaan. Dat was zo ongeveer in de jaren 83, 84.” Een aantal liedjes werden in 1988 verzameld op Meyers debuut-lp ,Tweiduuster’. “Daar zijn er zo’n 1250 van gemaakt”, zegt Meyers. “De plaat. is nooit in distributie geweest maar toch ben ik ie bijna allemaal kwijt geraakt.” De opvolger ‘Waorum de wereld braandt”heeft dus bijna zeven jaar op zich laten wachten. Meer nog dan op ‘zijn vorige plaat worden de teksten op de cd gekenmerkt door melancholie, heimwee naar vroeger en het wereldleed, wat onder wordt verwoord in “Engeln boven Bosnië”. Slechts in een enkel lied -zoals in ‘Jannes en Rieksie, een bewerking van de Elvis Costello-song Shadow and Jimmy- klinkt een luchtige ondertoon door. Meyers (“Ik ben geen somber mens, wél een betrokken mens”) weet dat zijn cd niet geschikt is om feestjes mee op te luisteren. “Ik zing over de dingen die me bezig houden. Kan best fijn dat ik met dit reper toire de zalen niet vol krijg, maar dat is mijn doel ook niet. Ik ben scheppend bezig en doe daarbij geen concessies. Deze cd is vooral een persoonlijk do cument. Een plaat die ik mezelf had beloofd ooit te maken.”
Meyers spreekt geroerd over de opnames van het lied “Begraof mien hart bij de bocht van de rivier”, een lied vrij naar het boek van Dee Brown dat verhaalt over de genocide op de indianen in Amerika. Aan het nummer wordt meegewerkt door een groep Hopi-indianen, die vorig jaar op toernee waren in Nederland. Meyers: “De opnames zijn gemaakt in De Kolk in Assen in de pauze van hun optreden dat ze daar gaven. Ik had ze uitgelegd dat ik. met mijn muziek -net als zij- mijn eigen cultuur wil uitdragen. Toen ze dat hoorden wilden ze graag meewerken. Bedoeling was dat ze -nadat ik was uitgezongen- op hun drums zouden spelen om het lied af te sluiten. Dat deden ze en toen ik dacht dat ze klaar waren begonnen ze onverwacht ook nog te zingen. Ik vond dat z6 mooi, zo ontroerend…Echt, dat was een onbeschrijflijk diepe ervaring. Ik ben die Hopi-indianen zeer dankbaar. Wat zij voor mij hebben gedaan betekent heel veel voor mij.” ‘Waorum de wereld braandt’ is in een oplage van 1000 ‘ stuks verschenen en wordt via Pink Records landelijk verspreid. De titel van de cd doet anders vermoeden maar ook Egbert Meyers weet niet waarom de wereld werkelijk in brand staat. “Ik kan alleen maar zeggen dat dat gebeurt door mensen als jij en ik. Het goede en kwade zit in ons. Het is noodzakelijk dat wij daar een evenwicht tussen zien te vinden en dat is ook waar ik naar op zoek ben. Het gevaar dat ons bedreigt is dichterbij dan we misschien denken. Neem oms stemgedrag. Slechts 50 procent van de mensen ging laatst stemmen. Gevaarlijk. We moeten ons bewust zijn van de dingen die om ons heen gebeuren, we moeten de leiders in de gaten houden. ”

“Daor achter op de es
leg ‘t onraod op de loer
mèensen kiekt en weet maor doet blind
en een ienzaome moeder
met een vaoderloos kind
is op zuuk naor een Villa Van der Moer
naor een veilige Villa Van der Moer.

(Uit: ‘Villa van der Moer’, van de cd van Egbert Meyers ‘Waorum de wereld braandt.’)