Egbert Meijers Meestal leeft hij zich uit in muziek. Interview D.v.h.N. 04-10-2014
Egbert Meijers Meestal leeft hij zich uit in muziek. Interview D.v.h.N. 04-10-2014
INTERVIEW EGBERT MEIJERS
Meestal leeft hij zich uit in muziek. Maar de fascinatie van de Gasselter troubadour Egbert Meijers door de zwerfkei heeft een boek opgeleverd: Flint
Flinten: opvallend onopvallend overal
Bernd Otter
GASSELTE Wat mensen met flinten hebben, zou eens wetenschappelijk onderzocht moeten worden. In Drenthe worden ze al vijfduizend jaar voor van alles en nog wat gebruikt en zijn daarmee onlosmakelijk verbonden met de cultuur. En niet alleen de Drentse, want stenen hebben voor heel veel culturen speciale waarde.
Egbert Meijers (66) uit Gasselte heeft in zijn eerste eigen boek het gebruik van de ‘oeroude zwerver’ in al zijn veelzijdigheid beschreven. Na gesprekken met uiteenlopende deskundigen en een duik in de archieven wordt eindelijk eens duidelijk hoe stevig de flint geworteld is in onze leefwereld. Opvallend onopVallend overal aanwezig, vindt Meijers. „Ze zijn er al zo lang dat we er achteloos aan voorbij gaan. Maar ondertussen nemen mensen op vakantie een steen mee als souvenir. Het fascineert me dat mensen al vijfduizend jaar lang heel bewust stenen verleggen. En dan ga je je afvragen hoe en waarom en voor ik het wist schreef ik een boek.”
Niks echt wetenschappelijks; het ademt 180 bladzijden lang de verbazing over de vele toepassingen als bouwmateriaal, fundering, als merkteken, grenssteen, grafsteen, maalsteen, tentring, bijl, kunstwerk of oorlogsmonument. Met als bekendste het hunebed. Drenthe heeft grof geld verdiend aan het keien kloppen voor de verharding van wegen of verzwaren van dijken. Of ze dienen als verzamelobject. „Mensen moeten dit gewoon weten. Flinten geven dingen op een goedkope manier eeuwigheidswaarde. Niet voor niks zijn veel oorlogsmonumenten gemaakt met grote zwerfkeien.”
Meijers heeft zelfs zoveel informatie verzameld dat het niet in het boek paste. Dat staat op de nieuwe website www.drentseflinten.nl . Extra informatie is ook te halen met Layar, een telefoontoepassing die bijvoorbeeld direct linkt naar een clip van Egbert Meijers zelf die de Rapakivi Blues zingt: „Ik heb de oeraole stienkaole Rapakivi Blues.” Want verhalen zijn er genoeg over stenen, maar liedjes vreemd genoeg weinig. En ook dat wil Meijers graag even rechtzetten. Hij had er een cursus keien herkennen voor over zoals die regelmatig bij het hunebedcentrum wordt gehouden. Want ook onder de keien zijn net zulke grote verschillen als in het Scandinavische landschap waar de voorlaatste ijstijd de Drentse keien vandaan heeft gesleept. Het mooiste verhaal over zwerfkeien vindt Meijers een gebeurtenis in Rolde, waar een enorme steen uit Schoonloo oudejaarsnacht weer in de grond is gespit door Rolder Boys. De Schoonloërs voelden zich bestolen door het gemeentebestuur en de actie was aanleiding om de megëliet terug te bezorgen. Hij staat nu nog steeds op een prominente plek in het dorp.
Meijers vertelt dat hij pas bewust werd van de bijzonderheid van zwerfkeien toen hij tijdens een wandeltocht dichter Tjitse Hofman een kei zag meezeulen bestemd voor het graf van een collega-dichter. Zoals de joden kleine steentjes op grafstenen leggen van hun voorouders. Symboliek, die de Nieuw-Zeelandse kunstenaar William Booth ook inspireert voor een keienkunstwerk.
„De bewustwording vind ik heel belangrijk. Ik hou ook een pleidooi om grote zwerfkeien voortaan als geologisch erfgoed te beschouwen. Want we zijn na vijfduizend jaar nog lang niet klaar met die flinten.”
Titel: Flint, zwerver uit de oertijd, auteur: Egbert A. Meijers, ISBN: 9789023250197, uitgever: Koninklijke van Gorcum, verkoopprijs: 29,95 euro, website: www.drentseflinten.nl