Gebroeders klaster kriegt ’n hoesholdster Bart veenstra schreef een drents blijspel

(Van een onzer. redacteuren)

ASSEN — De dialectschrijver Bart Veenstra heeft zich
eraan gewaagd een Drents blijspel te schrijven: „Gebroeders Klaster kriegt ‘n
hoesholdster”.

Hans Heyting had op zeker moment tegen hem gezegd: we
moeten meer Drentse toneelstukken hebben, de Drentse verenigingen zitten erom
te springen. Kun jij niet eens wat schrijven, Bart? Het wederwoord was: Ik zal
het in gedachten houden. Als men een dergelijk antwoord krijgt van Bart
Veenstra kan men er rekening mee houden, dat hij de eend andere dag met iets
voor de draad komt.

Nu is het voor de draad gekomen, een Drents blijspel in
drie bedrijven voor vier dames en vijf heren. Het is een smeuig verhaal van
twee vrijgezellen, die onder de afwas tot de conclusie komen, dat het zo niet
langer kan met hun huishoudinkje. Dominee wordt in geschakeld om een
gedienstige te vinden die in deze vrijgezellenbedoening orde op zaken kan
stellen. De geS ibroeders vinden beiden dat ze het erg getroffen hebben met hun
huishoudster, ze poetsen zich om het hardst Op voor Janny Boelens. (Zo wat
dartig jaor. Een vlot vrummes met een flink feguur. Kan het best rooien met
elk.) Maar kijk, de wegen van Amor zijn heel zonderling en het spreekwoord wil,
dat als twee vechten om een been de derde ermee strijken _gaat. Dat ervaren ook
de gebroeders Klaster.

Geen probleemstuk

„Oh neen, geen probleemstuk. Dat was helemaal de
bedoeling niet. ‘t Is een vlot verhaal, gezellig, zonder diepgaande dingen.
Daar distantieer ik me van. Ik heb een smeuig blijspel willen schrijven en
degene die het gelezen hebben zeggen . nou Wel.. inzit.w• Deze kenschets geeft de geestelijke vader, Bart Veenstra, zijn eersteling mee. „Ik hou van het gewone leven, van de prettige dingen en ik heb mijn fantasie in
die richting gestuurd . ..

Gistermorgen was een recensieexemplaar van de „Gebroeders
Klaster” bij onze redactiepost, met een vriendelijk briefje • erbij. Niet
van Bart Veenstra zelf, maar van zijn vrouw, mevrouw M. HadderinghVeenstra te
Gasselternijveen. Zij had ons het verschijnen van dit eerste blijspel van haar
man reeds weken geleden aangekondigd. Van Bart Veenstra zelf hadden wij er
nooit een woord over gehoord. Hij loopt niet te koop met zijn werk. Dat is de
aard niet van deze overigens heel vlotte figuur, die voor zijn dagelijks brood
timmert en metselt en op het ogenblik zijn werk vindt in het huis van de meest
vooraanstaande Assenaar.

Schrijversnaam

Van zichzelf heet hij eigenlijk niet Bart Veenstra, maar
Bart Hadderingh. Bart, Veenstra is zijn schrij versnaam.

„Ik had eens een gedicht geschre ven”, vertelt hij,
„en mijn vrouw meende, dat ik het ter
publikatie aan een blad moest aanbieden. Ik voelde er niet voor. Toen zei mijn vrouw: dan doe ik het. Ik zei tegen haar, maar doe
het dan niet onder mijn naam. Toen heeft zij er mijn voornaam en ‘haar
achternaam ondergezet en zo is het Bart Veenstra geworden en gebleven.”
Dit voorval tekent Bart Veenstra, het tekent ook zijn vrouw. Hij is een
bescheiden man en zij wil niet, dat zijn licht onder de korenmaat blijft
schijnen.

Geboeid door het
verleden

‘n Kleine tien jaar geleden is Bart Hadderingh begonnen
te schrijven, nu zit hij dagelijks achter de schrijfmachine als zijn dagtaak
als timmerman erop zit. Elke zaterdag vindt
men van zijn hand in onze krant de verhaaltjes in Drents dialect onder het
verzamelkopje „ Vrogger in ‘t
darp”. Levensechte, dorpse gebeuren, die ons meestentijds verplaatsen naar toestanden in Drenthe, zoals die ii! het
verleden hebben bestaan. Dat verleden boeit Bart Veenstra in hoge mate.

„lk doe niets
liever”, zegt hij ons, „dan met
oude mensen praten over vroeger. Er gebeurde toen zoveel *meer en er gebeurde
zoveel, dat zich/ heelAljk Iaat
romantiseren. Bijna al m’n stukjes van
„Vrogger in ‘t darp’ heb ik OpgeteKend
Lilt ae mona van anaeren. IK heb ze
natuurlijk anders vel teid, vervormd,
mijn fantasie la; ten werken, maar
meestal is de on dertoon een
verhaaltje, dat ik van iemand die ik
onthoette, heb ges hoord.

Medewerking RONO

Bart Veenstra IS daaraan begon. nen voor net blad Oeze
Volk. Zijli stu„jes werden door de redactie graag geaccepteerd. Toen kwam ziju
meaev’v erix-ing met het RONO-pro-; gramma. De RONO heeft al heel wat


Nu ook Drents
toneelstuk klaar

Bart Venstra:
Drents schrijvende bouwvakker.

(Van een onzer verslaggevers)

‘Wat ik totlde worden, toen ik klein was? Riflc. Dat wist
iedereen in ons dorp. Ze weten het nog.’ Maar Bart Hadderingh, 44 jaar oud, is
niet rük geworden. Hij werd timmerman en op veel latere leeftijd schrijver.
Schrijver van Drentse verhalen vooral. Hij ondertekende ze met Bart Veenstra.

In’ het deel van het enorme herenhuis in
Gasselternijveen, dat hij met vrouw en kinderen bewoont, vertelde hij ons over
het eerste Drentse toneelstuk, dat hij schreef. Het enige Drentse toneelstuk
van de laatste jaren overigens. Hadderingh schreef hef eigenlijk op aandrang
van Hans Heyting uit Borger, een andere ‘Drentse schriever’.

Het schrijven van dat toneelspel kostte niet at te veel
moeite. Binnen een maand was Drentes schrijvende timmerman (of timmerende
schrijver) ermee klaar. Mevrouw Hadderingh, die de zakelijke belangen van haar
schrijvende echtgenoot behartigt, stuurde het spel naar een uitgever in Meppel.
Die zag er wel wat in, maar wilde het stuk ook in Overijselsdialect overgezet
hebben. ‘Stop het dan maar in de kachel’, zei Bart Veenstra/Hadderingh. Want,
hij geeft het zelf toe; hij is nogal -impulsief. Het wérd weggegooid, maar niet
in de kachel. Enkele dagen later haalde mevrouw Hadderingh het weer
tevoorschijn, en stuurde het stuk, buiten medeweten van haar man, naar uitgever
J. Okken in Wildervank. Op het ogenblik is het stuk (De gebroeders Klaster
krijgen een huishoudster, heet het in het ‘Hollands’) al bij verschillende
toneelverenigingen in studie. De recensies zijn prima. Het is een geestig stuk
zegt Veenstra. Hij heeft ook plannen dit spel in het. NederlandS om te zetten„
Hoe komt een timmerman, diè alleen maar de lagere school heeft be zocht, ertoe
om te gaan schrijven? Het gaat mii alleen om het geld zegt Bart Veenstra. Maar
er zijn feiten genoeg, . die aantonen, dat het dat? niet alleen is.

Opvolgen

Want aanvankelijk schreef hij alleen voor zijn eigen
plezier. De in Gasselte geboren Bart Hadderingh moest bij zijn vader in het
aannemingsbedrijf gaan werken. De oude Hadderingh moest een opvolger hebben.
Maar Bart spendeerde niet al Zijn tijd
in het’ ‘bouwvak.’

In zijn
vrijgezellentijd hielp hij zijn vrienden al met liefdesbrieven op rijm. Toen
hij getrouwd was nam hij het schrijven wat serieuzer.? Op een avond kwam zijn
vrouw terug van een bijeenkomst van plattelandsvrouwen. Hadderingh, die toen
nog ziek in bed lag, liet haar zijn eerste korte Drentse verhaal zien: de
nieuwe dominee.

De mensen zeggen nu nog wel eens: Het is .ie mooiste stuk. Bart Veenstra
is het daar niet mee eens, Zijn nieuwe dominee oogstte wel veel succes. Het
verhaal, dat historisch is, gaat over de intrede van een nieuwe dominee in
Gasselte.

Borreltje

De leden van de kerkeraad. liefhebbers van een bekend
Schiedams4 produkt (niet-liefhebbers kwamen niet in de kerkeraad, zegt Bart Veenstra)
wilden zich tegenover de nieuwe dominee van hun beste kant laten zien. Tijdens
de bijeenkomst in het café na afloop van dominees eerste kerkdienst; bestelden
ze koffie. De dominee.. een borreltje.

Naar aanleiding van dit gegeven schreef Bart Veenstra 8
jaar geleden zijn eerste verhaal. Vele pennevruchten van zijn ook aan de hamer
en beitel gewende hand zouden volgen. Maar eerst stapte hij uit ‘t
aannemingsbedrijf. Plannen om helemaal uit het bouwvak te stappen gingen niet
door.

Wat wel doorging was, dat enkele van zijn Drentse liedjes
via de radio te horen waren. Die liedjes werden door een Gasselternijveens duo
eerst gezongen tijdens RONO-audities in Emmen en Ter Apel. Het succes was
matig. Kort daarop zond de AVRO ze echter wel uit. En -toen moest de RONO ze
plotseling toch Ôôk maar hebben. De auditie-finalisten kwamen niet voor de
RONO-microfoon, zo herinnert Bart Veenstra zièh.

kwats

Die eerste werken van Hadderingh waren dus in het Drents
geschreven. Drents, zoals je het -smeekt. Het wérd ook vaak weer gesproken Want
hij begon mee te werken aan een Drentse
RONO-rubriek, waarin aller lei ‘kwats’
voorkwam. Dat lag mij. ìne,t. Zegt schrijvende bouwvakker

Vaak • ook krijgt
niemand ander dan zijn vrouw een tekst te zien, Als zij zegt, dat hü niet goed
is, verdwijnt het papier in de kachel: iets corrigeren doe ik niet, zegt
Veenstra. Het is goed of het is niks. Een andere bijzonderheid van zijn manier
van schrijven is, dat hij al vaak de
titel van een verhaal kan zeggen, voor
hij er een letter van op papier heeft.

Allerlei kwats

Die eerste werken van Hadderingh waren dus in het Drents
geschreven. Drents, zoals je het -smeekt. Het wérd ook vaak weer gesproken Want
hij begon mee te werken aan een Drentse
RONO-rubriek, waarin aller lei ‘kwats’ voorkwam.
Dat lag mij. ìne,t. Zegt schrijvende bouwvakker

Vaak • ook krijgt
niemand ander dan zijn vrouw een tekst te zien, Als zij zegt, dat hü niet goed
is, verdwijnt het papier in de kachel: iets corrigeren doe ik niet, zegt
Veenstra. Het is goed of het is niks. Een andere bijzonderheid van zijn manier
van schrijven is, dat hij al vaak de
titel van een verhaal kan zeggen, voor
hij er een letter van op papier heeft.

Het is niet:overdreven te zeggen, dat Bart Veenstra een vruchtbare geest heeft die al heel vwat verhalen, hoorspelen voortbracht. Over de activiteiten
van zijn collega’s van dé Drentse schrijverskring is Hij niet zo best te spreken, Die zijn Peneden peil, zegt hij.

Niet dat
dromerige

Vooral wat de
kwantiteit van hun literaire produkten
betreft. Over zijn eigen produktie is
hij tevreden, over de kwaliteit ervan laat hij zich niet uit. Wel zegt hij ‘.
Wat schrijven betreft ben ik een realist. Ik houd niet van dat dromerige.

Bart Hadderingh (of Veenstra) vindt het nog altijd jammer,
dat hij vroeger bouwvakker moest worden.
Zijn aanleg voor schrijven bleek reeds op school, maar daar werd toen geen
aandacht aan geschonken. Nu is dat anders.

Hij en zijn vroUtO (Veenstra is haar meisjesnaam) hebben
nog grote plannen: er staat onder meer een streekroman in het Nederlands op
stapel. En voorlopig blijven ze natuurlijk hun gewaardeerde medewerking aan
menig daqblad verlenen.