Gerard Nijenhuis beschrijft crisis- en oorlogsjaren in Drenthe
Opkomst van de
Landbouw en Maatschappij in roman
EEXT Binnenkort komt een zeer belangwekkende roman uit,
waarin, volgens de schrijver „een pijnlijk onderwerp in de Drentse
gemeenschap” aan de orde wordt gesteld. Het boek, dat bij Kruseman’s
Uitgeversmaatschappij in Den Haag
verschijnt, heet ‘Het jaar van de ooievaar’.
Het verhaal speelt zich af in de •aren vlak na de oorlog
tijdens de opkomst van Landbouw en Maatschappij, de boerenorganisatie, die heel
veel Drentse boeren in de armen dreef van de Nationaal Socialistische Beweging.
De schrijver is drs. Gerard Nijenhuis uit Eext.
Over dit belangrijke onderwerp uit de jongste Drentse ge.
schiedenis is nog maar heel weinig gepubliceerd. Alleen de historicus dr. L.
Buning uit Winschoten heeft het onder. werp fragmentarisch behandeld. In ‘Het
jaar van de ooievaar’ worden de moeilijkheden aan de orde gesteld waarmee de
Drentse boeren in de crisisjaren te kampen hebben gehad, hoe uit de wanhoop de stand, sorganisatie ‘Landbouw en Maatschappij’
ontstond en hoe de voormannen van deze organisatie huniiiiiiiiii beweging in
handen speelden van de Land. stand van de NSB tijdens de Duitse bezetting.
Het heeft er alle schijn van en de schrijver ontkent dat
ook niet, dat in het boek veel autobiografische gegevens zijn verwerkt en dat
bepaalde toen leSvende figuren anoniem een rol
spelen in het verhaal.
Drs. Nijenhuis:
„Het verhaal speelt in het Gieten van mijn
jeugd. Een jong joumalist leest in de Drentsche en Asser Cou rant een
advertentie van de ver koping van een huis. Hij wil dat kopen maar hij vindt
een notabele boer in het dorp tegenover zich. Toch lukt het hem de eigenaar te
worden. Daarmee komt hij in aanraking met de gebeurtenissen, die zich in het
dorp afspelen”.
„Bü het typeren van de journalist stond mij de figuur van
Ben van Eijsselsteijn, de schrijver, later ereburger van Gieten, voor de geest.
De burgemeester is vroeger boer geweest die zich heeft opgewerkt tot de belang.
rijke post in de gemeente. Mijn ouders hebben een boerderij gehad en mijn vader
is jarenlang burgemeester van Gieten geweest”.
„De figuren zijn ,verzonnen, maar ik heb in dit boek wel
veel eigen ervaringen verwerkt. Een van de hoofdfiguren is een jonge boer, die
zich heeft opgewerkt tot keuter. boer
met een eigen bedrijfje, maar het in de crisisjaren ont zettend moeilijk
krijgt. Hij kan zijn hypotheek niet meer opbrengen, weet zich geen raad meer en
zoekt heul bij de boerenorganisatie”.
„Ik beschrijf er de massavergadering in van wanhopige boe
ren, die in Assen wordt belegd en de demonstratie daarna in Gieten, , waarbij
de spanning zo hoog ‘Oploopt„ dat de burgemeester een klap in zijn gezicht
krijgt. Dat is niet waar gebeurd, maar ik heb er in willen aange ven hoe groot
de ontreddering was bij veel mensen in die tüd die aan de rand van de afgrond
kwamen te leven tengevolge van de economische crisis en waartoe zij in staat
waren”.
„Uiteraard beschrijft het boek de tegenstellingen die in het dorp ontstaan
tussen de boeren die de verkeerde keus maakten .en de anderen. Ik heb in mijn
boek een poging gedaan om te verduidelijken hoe zich de situatie toen heeft
ontwikkeld. Het is niet mijn bedoeling goed te praten wat verkeerd is geweest,
ik veroordeel niet, kies wel partij. Ik heb het als mijn taak beschouwd de
lezer proberen uit te leggen hoe zich deze zaak in de Drentse tdorpsgemeenschap
heeft ontwikkeld, door duidelijk de klemtoon te leggen op de omstandigheden die
veel men. sen heeft gedesillusioneerd”.
Schrijver
Drs. Gerard Nijenhuis is maatschappelijk werker in
Groningen. Hij is als predikant afgestudeerd, preekt veel in het Drents dialect
en maakt deel uit van het team van dialectdeskundigen die bezig zijn met het
vertalen van een hoofdstuk uit het Nieuwe Testament. Onlangs verscheen van zijn
hand de gedichtenbundel ‘Leven op afstand’ die bijzonder goed ontvangen is en
waarvan al een tweede druk is verschenen.
„Het jaar van de ooievaar” is zijn eerste roman. Hij
heeft de titel ontleend aan een jeugdherinnering. Er waren in de tijd waarin
het boek speelt in Gieten twee ooievaarsnesten, waarvan het ene bewoond was.
Omdat de ooievaar een gelukbrengende vogel heet te zijn namen mensen de eieren,
die in het ene nest lagen in de nacht weg om ze over te brengen in het andere
nest bij hun eigen boerderij. De vogels broedden op dat nest verder, maar er
ontstond een vete die een belangrijk onderwerp is geworden in het boek.