Gerrit Kuipers dook dieper in volksleven, Naoberplicht had ook wel nadelen

ASSEN Gerrit Kuipers, volmacht van de Drentse Schrieverskring
en auteur van twee schoolboekjes over Drenthe, heeft weer een manuscript bij de
drukker liggen. De titel van zijn nieuwe boek zal zijn ‘Volksleven in het oude
Drenthe’! Zijn verwachting is, dat het over een paar maanden wel in de boekhandel
zal liggen.

‘De bedoeling van dit boek is op populaire wijze een
globaal overzicht te geven van hetgeen de belangstelling van velen zal hebben,
met betrekking tot het volksleven. Waar mogelijk ga ik nader op zin en
betekenis in’. Gerrit Kuipers is zich wel bewust

dat hij over het onderwerp als zodanig niet zo heel veel
nieuws kan vertellen, hoogstens er een ander licht op kan doen schijnen. Het is
echter wel zo dat veel van

wat tot het volksleven in het oude Drenthe behoort, is
verspreid in een groot aantal publikaties. Veel ‘i ervan is ook vervaagd en
leeft nog slechts in de herinnering.

De opzet van de heer Kuipers is .geweest het in de
herinnering terug te roepen, te verzamelen en enigszins gerubriceerd bijeen te
brengen in een handzaam boek,

Orde en regel

‘De wijze van leven in de besloten gemeenschappen van de
Drentse dorpen was een goede bron van het ontstaan van allerlei gewoonten en
gebruiken, van overleveringen en volksverhalen, van feestvieren en rouwen, van
spelletjes doen, van kleding, van de manier van spreken en tal van andere
eigenaardig heden, die bij het volk hoorden en er bij pasten’.

‘Men was in de dorpsgemeenschappen op elkaar aangewezen.
Er moest orde en regel zijn en er moesten waarborgen bestaan dat er geen
excessen zouden kunnen optreden, dat de gemeenschap niet ‘verwond’ werd’. ‘In
deze gemeenschap ontstonden de ongeschreven regels, waaraan men zich te houden
had. Ze stammen uit een ver en grijs verleden als leefregels voor de leden van
de stam en ze zijn in de loop der eeuwen aangepast aan de zich geleidelijk
ontwikkelende en gewijzigde omstandigheden’. ‘Vaak werden deze naoberrechten en
-plichten gezien als een ideale maatschappelijke toestant voor een
leefgemeenschap. Maar wanneer we hier wat dieper in duiken, dan zien we toch ook
wel nadelige kanten. Men kende immers vrij wel geen individueel leven; iedereen
wist nagenoeg alles van de ander en was aan het oordeel en toezicht van de
ander ontworpen’. ‘Ik heb dat uigesponnen en er mijn visie op gegeven opdat
deze zaken duidelijker gaan spreken’.

Niet specifiek

‘De titel van mijn boek is ‘Volksleven in het oude
Drenthe’ en bewust niet ‘Oud-Drents volksleven’! Ik heb daarmee willen
aanduiden dat fiek Drents volksleven te spreken.

Veel van wat in Drenthe traditie was, vindt men ook elders.
Bovendien zijn er van plaats tot plaats en .van streek tot streek binnen de
grenzen van Drenthe allerlei vari-

aties in de gewoonten en gebruiken’. Begin vorige eeuw
zijn er pogingen gedaan om een enquête te houden over de folklore in deze
provincie.

In 1819 was een genootschap opge richt ‘ter beoefening en
opheldering der oudheden en geschiedenissen van Drenthe’. Een van de
taakstellingen van het, genootschap was de samenstelling van een verzameling
van ‘volksoverleveringen, oude verhalen, bijzondere gewoonten enz. met de
oudheden in verband staande’. De

Heere Governeur van Drenthe liet een missive uitgaan naar
de onderwijzers, maar het resultaat van het onderzoek is nooit bekend geworden.
‘Veel is er daarna over deze onderwerpen geschreven. Mijn bedoeling is geweest
een globaal overzicht te geven’.

Twintig Hoofdstukken

Het boek is opgedeeld in een twintig-tal hoofdstukken,
zoals volksgeloof, bijnamen, spot- en scheldnamen, gezondheid van mens en vee,
hoofdstukken gewijd aan het huwelij ksleven, gebruiken bij het , werk,
spreekwijzen. volksverhalen, typisch plaatselijke gebruiken enz.

Het heeft verder een literatuurlijst en een lijst van
trefwoorden. Het zal ongeveer 140 pagina’s dik zijn en er zal een prachtige
serie oude prenten en foto’s in worden Opge-

nomen, die beschikbaar zijn gesteld ‘door het Provinciaal
Museum van Drenthe. Het boek zal verschijnen bij het, Boekenin Den Haag. Gerrit
Kuipers is Slener van ge-

boorte, is Werkzaam geweest op de gemeentesecretarie van
Borger en Westerbork en is nu referendaris ter secretarie te Hardenberg en
werkzaam op het terrein van de

voorlichting en de -cultuur. Hij schrijft teksten voor de
RONO, is mede-oprichter van het dialectmaandblad ‘Ouze Volk’, publiceert in het
Drenthe en heeft zitting in de redactieraad van dit blad.

Van zijn hand is verschenen het Drentse leesboek ,voor
schoolgebruik ‘De: Brummelwal’ en hij schreef het schoolboekje over, de
geschiedenis van Drenthe

‘Drenthe, een apart verhaal’ dat in 1971 uitkwam. Van
zijn boek ‘Hondsrug, heuvels en hunebedden’ is als eerste boek inde Trian,
gelreeks een tweede druk verschenen. Op zijn naam staat ook de bundel
volksverhalen ‘Luuks Battelings volk’. Kuipers is ‘volmacht vans de ‘Drentse
Sehrieverskring’, lid van de gelijknamige sectie, van het

Drents Genootschap en lid van de ‘historische commissie’
van het genootschap. Hij houdt regelmatig lezingen over de Drentse streektaal,
historie en folklore.


G. KUIPERS:

Belevenissen van Luuks Battelings volk, Eerelman,
Stadskanaal

.

G. KUIPERS:

Hondsrug, heuvels en hunebedden, Knoop en Niemeijer,
Haren.

Drenthe, een verhaal apart, Drents geschiedenisboekje
boekje, Ten Brink, Meppel

hondsrug, heuvels en hunebedden

Van dc bekende Drentse publicist en RONO-mcdcwerkcr G,
Kuipers, geboren in 1918 te Sleen, verscheen onlangs de van zijn boek ‘Hondsru
, heuvels en hunebedden’. Het doel van de schrijver is dat et ge ic , at hem
lief en vertrouwd is en dat in geologisch, archeologisch en historisch opzicht
zeer belangwekkend is, cen ruimere bekendheid zal verwerven. Kuipers wil voor
dcgenen, dic komen, een aangename en betrouwbare gids zijn en dat is hij ook.
‘Wanneer u de Hondsrug niét kent en u wilt hier geen kikvors in de waterput
zijn, kom dan zelf kijken’, zo spoort de auteur zijn lezers aan.

Systematisch behandelt hij de diverse aspecten van het
Hondsruggebicd. In het eerste hoofdstuk duikt hij dicp in de prehistorie. De
oude, midden- en nieuwe steentijd passeren de revue, uitvoerig gaat hij in op
de trcchtcrbekercultuur, waaruit de megalithische graven, d.w.z. dc hunebedden
zijn voortgekomen. Alleen de verklaring van de naam ‘hunebedden’ heb ik niet
aangetroffen, maar het is mogelijk dat ik er overheen gelezen heb. Aardig is
ook dat de schrijver even ingaat op de vondst te Eext door dc ontvanger-genraal
mr. Johannes van Lier in 1756.

In een volgend hoofdstuk snijdt hij de overgang van het
heidendom naar het christelijk geloof aan. Het was de Angelsaksische priester
Willehad, die op het laatst van dc achtste eeuw de kerstening van Drenthe ter
hand nam cn wat deze Evangelieprediker niet kon voltooien, zou volgens de
overlevering na hem door dc Fries Liudger zijn volbracht. Bij diens dood in 809
zou in Drçnthe het heidendom zo goed als verdwenen zijn, tenminste als mcn
voorbijgaat aan de vele gebruiken, gewoonten en bijgclovighcdcn uit die tijd
der Germaanse goden, die nog eeuwenlang in zwang gebleven zijn.

Prettige beschouwingen wijdt dc auteur vervolgens aan
enige oude kerken in het Hondsrugdcel van dc Landschap. Bijzondere aandacht is
stellig waard het mooie romanogotische bedehuis te Anloo, de hoofdplaats van
hct dingspil Oostermoer. Het is een der merkwaardigste kcrkcn van Drenthe. De
toren bestaat ten dele uit tuf- en ten dcle uit baksteen; hij werd later
gebouwd dan het schip. Hct baksteen koor dateert uit de periode der gotiek.

Zeer leesbaar en leerzaam zijn de hoofdstukken dic
Kuipers heeft geschreven over het volk in de dorpsgemeenschappen, over
naoberrechten en naoberplichten, over dc bodem cn de taal, de folklore en de
volksoverleveringcn, over vader Picardts gezoek naar Hunsow, de handelsstad met
ecn haven die in verbinding zou hebben gestaan met de Hunze. Het oord zeu
volgens de sage door dc ruige Noormannckes zijn verwoest. Picardt vond
natuurlijk niet, wat hij zocht, maar na hem hebben anderen, onder wie professor
Reu- .