Hoe is het nu met Geert Kocks 'Ik wilde priester worden maar was te kritisch' 22-08-2002

Hoe is het nu met Geert Kocks ‘Ik wilde priester worden maar was te kritisch’ 22-08-2002
HOE IS HET NU MET GEERT KOCKS
doorJan Willem Horstman
‘Ik wilde priester worden maar was te kritisch ‘
In het nog niet zo verre verleden stonden ze geregeld in de krant. Deze periode is achter de rug. Toch zijn ze niet van de aardbodem verdwenen. Het Dagblad van het Noorden zoekt mensen op die niet meer in onze spotlights staan. Vandaag dr. Geert Kocks (65) uit Zuidlaren. Hij groeide op in Barger-Oosterveld en is vooral bekend als samensteller van het Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD).
Meneer Kocks, hoe is het met u?
“Prima, in ieder geval een stuk beter dan begin dit jaar. Ik ben ziek geweest en ben in februari geopereerd. Sinds een tijdje ben ik weer in de running. Ik ben nu bijvoorbeeld druk bezig met het verven van mijn huis.”
Waar houdt u zich verder nog mee bezig?
“Ik wandel, fiets, werk in de tuin, ben bezig met mijn bijen en doe vrijwilligerswerk. Ik ben onder meer kerkorganist, voorzitter van de Katholieke Bond voor Ouderen in Zuidlaren en voorzitter van de archiefcommissie van het bisdom Groningen. Ook doe ik zieken- en bejaardenwerk in de parochie in Zuidlaren. Af en toe schrijf ik
op verzoek bijdragen in boeken en bundels.”
U geniet bekendheid als wetenschapper en samensteller van het Drents woordenboek. Een vervulling van een jongensdroom?
“Nee, dat is het niet. Toen ik jong was, wilde ik priester worden. Ik kwam uit een rooms-katholiek gezin, waarin de kerk een balangrijke rol speelde. Ik besloot naar het seminarie in Apeldoorn te gaan. Toen ik 19 was, bleek dat mijn docenten mij niet geschikt vonden voor het prietserschap. Ik was te kritisch en had een te scherp mondwerk.
Een teleurstelling?
Natuurlijk, maar ik liet mij er niet door uit het veld slaan. In Groningen ging ik Duitse taal en letterkunde studeren. Meteen na het dandidaatsexamen ging ik een half jaar als uitwisselingsstudent naar in het Duitse Göttingen. Daarna werd ik docent op het katholiek Drents college in Emmen.
Na een jaar of vier vroeg de universiteit in Gôttingen of ik lector Nederlands wilde worden. Ik vond het een moeilijke keus maar het advies van mijn vader was duidelijk. Het advies bestond uit één woord: doun!”
Wie gaf u de opdracht voor het schrijven van een Drents woordenboek?
“Dat was het Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen. Voor dit instituut heb ik van 1969 tot 1996 gewerkt.”
Vond u het een leuke opdracht?
“Het was een interessante, maar omvangrijke klus. Af en toe had ik het best moeilijk. Gelukkig waren er dan allerlei medewerkers die me hielpen de moed erin te houden. Het eindresultaat stemde mij tevreden. Het is echt mijn levenswerk geworden.”
Nog toekomstplannen? Grote reizen maken misschien?
“Lange reizen zie ik mezelf niet meer maken. Het grootste deel van de wereld is bultig en ik ben juist een liefhebber van het vlakke land. Wel ben ik van plan om nog eens naar Rome te gaan. Je ziet daar veel van de cultuur die ons beihvloed heeft. En natuurlijk is Rome ook nog het centrum van de rooms-katholieke wereld.”