'Ik heb oe lief mien Drentheland' N.v.h.N. 30-08-2006

‘Ik heb oe lief mien Drentheland’ N.v.h.N. 30-08-2006

‘Ik heb oe lief, mien Drentheland’

Van onze verslaggever
Jaap D. Homan
HAVELTE – “lk heb lief, mien ei?n laandtien, mien Olde Drentheland. ‘k Hol van de eenvoud in oen schoonheid, ‘k heb oe mien hart verpaand!” Het zijn de eerste regels van ‘Mien Drenthe’, dat aan het einde van de vorige eeuw werd geschreven door Jan Uilenberg, schoolmeester in Zuidwolde (Dr.).
De eerste regels van dit Drents volkslied zijn helemaal van toepassing op de in de stad Groningen geboren mevrouw J.H. KnapAikema, die nu in Havelte woont. “Ik heb deze provincie zo lief gekregen door haar rust en eenvoUd,” zegt zij. “En al datgene wat ik voel van en vind in Drenthe, vind ik ook terug in ‘Mien Drenthe’. Daarom spijt het mij zo geweldig, dat bijna niemand in deze provincie het lied nog kent, laat staan het uit volle borst meezingt wanneer het al eens ergens wordt ingezet.”
Mevrouw Knap heeft er niet direct een verklaring voor waar. om het maar zelden wordt gezongen. “Het Gronings lied is alom bekend. Wordt het aan het einde van een bijeenkomst van verenigingen of bij een feestelijke gebeurtenis ingezet, dan staat iedereen en bloc op en zingt het uit volle borst mee. Dat zou toch met ‘Mien Drenthe’ ook moeten?”
Veehouder Markus Janssen uit Ter Aard (gem. Vries), een ver familielid van mevrouw Knap, kan zich dat laatst nog herinneren. “In het begin van de jaren zeventig speelde ik regelmatig orgel in het verpleegtehuis Nieuw Graswijk in Assen voor demente bewoners. Maar opvallend was, dat als ik met ‘Mien Drenthe’ begon, zij direct gingen staan en enthousiast meezongen, in het Drents. Het bleek, dat zij het vroeger op school hadden geleerd.”
Er is in het verleden veel verwarring ontstaan over het lied, dat in de jaren dertig verscheen in een Nederlandse versie, geschreven door Jan Jantinus Uilenberg, leraar in Smilde en zoon van Jan Uilenberg. Volgens Janssen heeft Jan Jantinus zijn vaders tekst gewoon in het Nederlands vertaald en doen voorkomen alsof het een origineel door hem geschreven lied was. “Omdat hij lid was van de NSB is ‘Mijn Drenthe’, zoals het toen heette, na de oorlog door veel koren in de ban gedaan.”
Janssen beijvert zich er al vele jaren voor, dat het echte ‘Mien Drenthe’ weer een bekend lied wordt. “Ik heb al eens in een uitzending van Radio Drenthe een pleidooi mogen houden. Directeuren van diverse scholen hebben mij inmiddels toegezegd om er aandacht aan te schenken. Ik verwacht dat het in het komende schooljaar in de lessen wordt opgenomen.” Hij is het met mevrouw Knap eens dat het een groot gemis is, dat op scholen nog maar weinig wordt gezongen. “En,” vraagt mevrouw Knap zich af, “waarom wordt het niet dagelijks op Radio Drenthe
gedraaid, aan het begin of het einde van de uitzendingen?”
Programma-leider Henk ten Oever van deze regionale omroep ziet dat laatste nog niet gebeuren. “Enige maanden geleden hebben wij wel een half uur lang allerlei variaties laten horen met diverse uitvoeringen van de melodie, van heel rustig tot rock-achtig. Dat is goed aangeslagen want wij krijgen niet alleen regelmatig verzoekjes om nog een versie te draaien maar zijn ook door medewerkers van de VPRO-radio benaderd met de vraag of zij de opnamen mogen gebruiken voor een programma, dat zij aan Drenthe willen wijden. Op dat verzoek hebben wij positief gereageerd.”

Mien Drenthe
Ik heb oe lief, mien eig’n laandtien, mien olde Drenthelaand
‘k Hol van de eenvoud in oen schoonhei, ‘k heb oe mien hart verpaand!
Mien Taoke valt mie lichte, want steeds vlieft an mien zied.
De geest van t ole Drenthe daorum vergeet ‘k oe niet.

‘k Heur nog de held’re schapenklokkie, bie’t zinken van de zun,
As schaopies keerd’n vaan de heide, as moeke veur oes zung
O kon’k nog ienmaol heuren, dat lied in ‘schemeruur
En vaoders mooi verhaoltien, bie ’t vrolijk knappend vuur.

‘k Zie nog oen brink, miet store ieken, waar ik mien makkers vond,
Waor ik mien twiegen mantie vulde mit ekkers glad en rond.
Daor bie die olde linde, kwam ‘k mit mien vrienden saom
Zo menig vriend ging henen’de schors bewaort zien naom

De roege boswal langs oen velties, war mien luilekkerlaand
Die mie lekkre zoete brummels, oet milde gulle haand
Doar goarde ik, vraangstof veur ’t olt en heilig vuur
As lense aodem, wekte , oen sluimrende natuur.

Wair big de gakd’re koele veenplas, oen vredig stroompie voedt,
Daor in dat wiede broene heiplak, waor wilp en krnhoen broedt.
Doar koelde ik mien spieren op ’t nat vaan’t zuiivre wel,
Doar heb ik leren zwieren op scheuvels blaank en snal.

Die beelden uut dat gries verleden, bin’k nooit weer kwiet ‘eraakt
Bi’j al die stried, die ‘k hebbe streden, hebt zie mi’j staark emaakt.
Daorom, van haarte dankbaor, zing ‘k ie nueb scgiibste kued,
Mien eig’n olde Drenthe, vergeten kan ‘k oe niet !

Het Drents volkslied van schoolmeester Jan Uilenberg uit Zuidwolde.
@ John Hommes, Assen