'In het Drents kan alles gezegd worden' Siebering wil mensen raken D.G.P. 2002

‘In het Drents kan alles gezegd worden’ Siebering wil mensen raken D.G.P. 2002
In het Drents kan alles gezegd worden’
Siebering wil mensen raken
Wanneer de auteur Rieks Siebering (56) uit Hollandscheveld zich in zijn werkkamer terugtrekt om er te schaven aan een gedicht of aan een verhaal, dan verschilt hij niet veel van een beeldhouwer die een heftige strijd voert met zijn materiaal. Rieks Siebering boetseert, kneedt en hakt, net zo lang totdat er een vorm ontstaat die op expressieve wijze weergeeft wat er in hem leeft. Het materiaal waarmee hij werkt is de Drentse taal.
Met de novelle Asof het zummer is leverde Rieks Siebering een Drentstalig meesterwerkje af. In het boek beschrijft hij het levensverhaal van de depressieve advocaat Job Schultink. Tijdens een periode van zelfgekozen isolement, op een herfstig Waddeneiland, gaat Job de confrontatie aan met de negatieve gedachtenvormen die zich al tijdens zijn jeugd in zijn geest hebben vastgevreten en die hem, inmiddels bijna een leven lang, verhinderen om geestelijk in balans te zijn.
Door Ab Drijver
Rieks Sievering beseft dat hij een beperkt lezerspubliek beriekt met dit staaltje van volwassen Drentstalige literatuur. Hij vertelt: “Ik stel literaire eisen aan alles wat ik schrijf. Als je dat doet, dan weet je dat er sprake zal zijn van een relatief klein publiek. Op de poëzie die ik heb gepubliceerd wordt, ook door mensen in mijn eigen omgeving, niet of nauwelijks gereageerd.
Als het om proza gaat ligt zal gelukkig anders.
Ik zo’n vertig rechtstreekse reacties gehad o dit boek. En dat is natuurlijk mooit. Maar ik schrijf niet met de bedoeling om er werelberoemd mee te worden. Ik heb wel de pretentie dat ik mensen met mijn werk wil raken. Als ik zeker zou weten dat er niemand in mijn werk geinteresseerd zou zijn, dan zou ik niets meer publiceren. Maar ik zou zeker vlijven schrijven.”
Rieks Siebering werd geboren in Nieuw Baz linge. Zijn vader was er het hoofd van de openbare lagere school. Rieks ondervond in zijn jeugd aan den lijve welke voor- en nadelen er binnen een dorpsgemeenschap zoal kunnen kleven aan de status van ‘het zeuntie van de meester’.
Hij begreep al snel dat er van hem verwacht werd dat hij zich braaf zou conformeren aan de opvattingen en omgangsregels zoals die in de dorpsgemeenschap van kracht waren.
Hij deed zijn best. Maar de bijzondere positie waarin hij verkeerde veroorzaakte onvermijdelijk een zekere mate van geestelijk isolement. Daar kwam bij dat hij in het gezin een nakomertje was dat weinig contact had met de drie broers die hem als borelingen waren voorgegaan en van wie de jongste al acht jaar ouder was dan hij.
Zijn diepste gedachten hield hij voor zichzelf. Hij schreef ze op, verscheurde de epistels, vaak meteen nadat hij zijn gedachtenwereld in dichtvorm op papier had gezet, en schreef vervolgens in alle eenzaamheid verder.
Hij werd volwassen, trouwde, en leidde een leven dat uiterlijk op rolletjes leek te verlopen. Maar innerlijk was er sprake van een andere realiteit. De belangrijkste thematiek in het werk van Siebering is dan ook ontleend aan het innerlijk besefdat schijn en werkelijkheid hand in hand gaan en dat waan en rede elkaar soms op levensbedreigende wijze overlappen.
De auteur heeft enkele zeer moeilijke jaren achter de rug, waarin hij werd getroffen door een hartaanval en door zware psychische problematiek. Hij ging ‘in therapie’ en vervolgens ontdekte hii langzaam maar zeker dat hij het slachtoffer was van gevoelsblokkades die hem verhinderden te leven zoals hij dat diep in zijn hart graag wilde. Hij ging, net zoals de hoofdpersoon in zijn boek dat later zou doen, de strijd aan met zichzelf en zocht geen doekjes voor het bloeden meer. „Ik was eraan gewend om in het Nederlands te schrijven en ik had er nooit aan gedacht dat ik misschien ook Drentstalig werk zou kunnen produceren. Dankzij mijn therapeute kwam lk tot het voor mij verrassende inzicht dat ik mijn hele leven lang al in het Drents gedacht en gedroomd had. Zij stimuleerde me om mijn gevoelens in het Drents op papier te zetten. Ik ontdekte dat er een grote zeggingskracht in de streektaal aanwezig is. Als mensen met elkaar communiceren in het Drents, dan kan alles wat er gezegd moet worden ook werkelijk gezegd worden. Het Drents kent wat dat betreft geen beperkingen als je het vergelijkt met welke taal dan ook.”
Gulden middenweg
Siebering kreeg via het schrijverschap de mogelijkheid om, extra gewapend als hij nu was met het effectieve gereedschap van zijn moedertaal, op kritieke momenten steeds weer de gulden middenweg tussen schijn en werkelijkheid terug te vinden.
Hij vertelt het verhaal van Job op een dusdanig geloofwaardige wijze dat het voor de lezer nauwelijks mogelijk is om de (door literatoren meestal verguisde) vraag te stellen of Job en Rieks wellicht dezelfde personen zijn.
Siebering: „Het boek gaat niet over mijzelf. Maar ik heb er wel elementen van mijn eigen problematiek in verwerkt. Het schrijven ervan was een biizonder confronterend proces. Toen ik eraan begon stonden mijn eigen situatie en belevingswereld voor mij centraal. Maar toen ik de eerste twintig bladzijden liet lezen aan een vriendin die alles wat ik schrijfop mijn verzoek zeer kritisch leest voordat ik ermee naar buiten treedt, zei ze zonder omwegen: ‘Dit is niks.’ Ik heb het verscheurd en ben opnieuw begonnen.”
Siebering vroeg zich af hoe het verhaal, zoals hij dat zelf kende, zou zi’n verlopen als er andere ontwikkelingsmogelijkheden zouden zijn
geweest. „Vanuit die invalshoek kon ik het verhaal toen een andere wending geven. Hoe heb ik het beleefd? En hoe had ik het eventueel ook kunnen beleven? Dat waren de centrale vragen die ik mij stelde. En zo is de figuur Job tot leven gekomen, met wie ik mij dus niet wil vereenzelvigen. Maar tijdens het schrijven heb ik wel vaak het gevoel gehad dat ik met Job samenvloeide. Ik ben, net als hij, in de herfst naar het eiland gegaan. Ik zat er, net als hij, in mijn eentje in een caravan en liep er in een herfststorm eenzaam over het strand. Ik heb tijdens het schrijven wel eens hardop tegen mijzelf moeten zeggen: ‘Vergeet niet datje Job met bent. Jij bent Rieks.’ Job is een man die bij zichzelf in therapie is gegaan. Hij maakt duidelijk dat het in dit leven mogelijk is om keuzes te maken. Er kan je van alles en nog wat overkomen zonder dat Je daar daadwerkelijk invloed op kunt uitoefenen. Maar je hebt als mens wel de vrijheid om zelf te bepalen hoe je met de gebeurtenissen omgaat. Ik zie om mij heen hoe moeilijk dat voor mensen vaak is. Er zijn heel veel mensen die, vanaf de buitenkant beschouwd, een totaal ander leven leiden dan het leven dat ze zelf van binnen als werkelijkheid ervaren “