'In het Drents telt vooral wat niet wordt gezegd' 14-10-1987 en Culturele prijs voor Gerard Nijenhuis

‘In het Drents telt vooral wat niet wordt gezegd’ 14-10-1987 en Culturele prijs voor Gerard Nijenhuis

‘In het Drents telt vooral wat niet wordt gezegd’

Van een onzer verslaggevers
ASSEN “Wat hem als mens en dichter zo boeiend maakt, is de wijze waarop hij -met zijn gevoel voor kwaliteit- blijft varen op zijn kritische zin als kom. pas, hoe moeilijk het voor hem ook zal zijn.” De ,hem’ en de ,hij’ is Gerard Nijenhuis (55) uit Bronneger; deze typering is van de Drentse commissaris der Ko. ningin dr.ir.A.P. Oele, die Nijenhuis gistermiddag de Culturele Prijs 1987 Van Drenthe overhandigde. Volgens Oele ademt de poëzie van Nijenhuis de toetsing van waarden aan het verleden “Alleen dan zal men weten wat echte vooruitgang is”. En daarmee kiest de Drentse dichter niet voor de gemakkelijkste weg.
Nijenhuis is een dichter die wars is van vals heimwee naar vroeger, en daarmee is hij een man naar het hart van Oele. De commissaris prees de onontbeerlijke kritische begeleiding van Nijenhuis, om zo onderscheid te maken tussen echte en onechte poezie “Ofschoon hij steeds achterom kijkt, wil hij vooruit, wil hij verandering en verbetering. Met weinig woorden weet hij veel te zeggen, daarbij geholpen door zijn gevoel voor het onzegbare. Er is immers een grens in de taal waar beelden worden opgeroepen die zich niet meer laten verwoorden. Nijenhuis is op zoek naar die grens.”
Dat in het Drents meer gedichten dan verhalen zijn geschreven, ligt volgens Oele voor Nijenhuis in het feit dat het Drents van nature geschikt is voor poezie, “om dat in deze taal vooral telt wat niet wordt gezegd”. Of zoals Nijenhui8 het zelf zei: “Naast het Nederlands is het Drents de stille taal van het ongezegde.” Naar het oordeel van Oele is het oude Drentse leven voldoende beschreven, en dienen de dichters hun isolement te verlaten om het nieuwe een invulling te geven met eigentijdse, controversiële thema’s, in lossere vorm. Hij re. kent Nijenhuis tot die categorie schrijvers.
Sprekend namens de adviescommissie Culturele Prijzen wees ook Hitjo Schuth op de kwaliteit van het werk van Nijenhuis. Werk dat volgens de commissie vaak uitdagend, inspirerend en voorbeeldig is. Nijenhuis was een van de oprichters van het Drentstalige maandblad Oeze Volk (5000 abonnees), maar warmt zich ook aan het kritische tijdschrift Roet (500 exemplaren), “umdat er ok plaots mut wezen veur meer experimenteel wark, meer schokkend ok”.

Nieuwsblad van het noorden 14.10.1978
Ulturele prijs voor Gerard Nijenhuis
Voorzichtig begint literaire kritiek

ASSEN • In het provinciehuis heeft commissaris Oele deze week aan drs Gerard Nijenhuis de culturele prijs 1987 van de provincie Drente officieel uitgereikt. De heer Oele schetste de kwaliteiten van Nijenhuis als een avant garde-tiguur in de Drentse literatuur. Kritiek, aldus Oele, is even. wel broodnodig, waaraan het niet al• leen in het Drentse literaire wereldje mankeert. Hij zei, het van harte met Nijenhuis eens te zijn, dat het voor. zichtige begin, dat hier en daar in de Drentse microcosmos met literaire kritiek is gemaakt, zorgvuldig gecul. tiveerd en uitgebreid dient te worden.

Over het werk van Nijenhuis merkte hij op, dat deze met weinig woorden veel weet te zeggen, daarbij geholpen door zijn gevoel voor het onzegbare. „Er is immers een grens in de taal, waar beelden worden opgeroepen, die zich niet meer laten verwoorden. Nijenhuis is op toek naar die grens.”
Namens de adviescommissie typeerde Hitjo D. Schuth het werk van Nijenhuis als vaak uitdagend, inspirerend en ook voorbeeldig. In zijn tweetalig antwoord verklaarde de laureaat erg blij te zijn met de prijs. „Ik ervaar dit als een erkenning van mijn poëtisch werk, dat mijn meest persoonlijk manifest is. “Tweetaligheid is voor mij, zei hij, niet alleen een lot, ook een keuze. Het Drents noemde hij de „stille taal van het ongezegde”, die staat tegenover het afstandelijk aandoende Neder lands. „Vreemd is het, dat een randfiguur zoals een dichter, een dromer wordt bekroond. Het is net, alsof je een stroper voor een dag benoemd tot jachtopziener”, zo relativeerde hij zijn onderscheiding.
„Deze prijs verwarmt mij als een bad van sympathie, komt in een moeilijk moment van mijn leven en zal mij stimuleren in het verder’ zoeken naar de waarheid. ”

Hoogeveensche crt 16.10.1987

Subsidie voor gedichtenbundel

ASSEN – De provincie geeft f6.275 subsidie in de uitgave van een gedichtenbundel met gedichten van Gerard Nijenhuis gecombineerd met aquarellen van Gerard van de Weerd. In deze uitgave staat het Drentse landschap centraal. Dat gebeurt in de vorm van 25 Nederlandse sonnetten (waar;an drie vertaald zijn in het Drents) en elf kleurenreproducties van aquarellen. De verkoopprijs van de bundel is gesteld op f29.50.
HOOGEVEENSCHE CRT. 17.04.1987
Novemberlicht
In De Deel Sleen

„Novemberlicht”is de titel van een bundel gedichten en monoprints, respectievelijk uit de pen en uit het penseel (beter gezegd: de roller) gevloeid van Gerard Nijenhuis en Gerard van de Weerd. „Novemberlicht” is ook de titel van een expositie in De Deel (aan de Menso Altingstraat) in Sleen, een expositie waarop Gerard van de Weerd — behalve enige monoprints uit de bundel — ook olieverven en aquarellen toont.
Gerard van de Weerd heeft zich in de loop der jaren doen kennen als een uitstekend aquarellist. Dat is hij en dat blijkt ook weer op De Deel, al ontbreken hieren daar de spontaniteit en de durf om die werkelijk kunnen overtuigen. Dan worden de aquarellen, hoe technisch knap ook, toch te strak en te stijf.
Ook over zijn olieverven is het moeilijk één algemeen oordeel te geven. De goede (zijn landschappen en enkele interieurschilderijen) worden afgewisseld met compositorisch zwakke werken. Deze laatste doen echter de meerderheid van goede werken des te duidelijker uitkomen, zoals bijvoorbeeld het „Interieur met gemberpot”. Veel abstracter dan deze penseelwerken zijn de monoprints die men, gereproduceerd in bovengenoemd bundel, kan terugvinden. Romantische landschappen in een wazige toonzetting appellerend aan leegte, verlatenheid en eenzaamheid. „Landschap dat onaanraakbaar werd” dicht Gerard Nijenhuis „Wij werden langzaam aangetast, van stilte moe”.

Het boek is uitgegeven door Boom Meppel/Amseredam (f 29,50)

DGP, 12.11.1987