Jo Beins Eerste vrouw in Staten N.v.h.N. 23-04-1987 Drenthe plus bijlage
Jo Beins Eerste vrouw in Staten N.v.h.N. 23-04-1987 Drenthe plus bijlage
Drentse schrijfster ging Koo en Uildriks voor
Jo Beins: eerste vrouw in Staten
Door Gerard Stout
ASSEN — Jo Beins was de eerste vrouw in de provinciale staten van Drenthe die politiek en schrijverij met elkaar combineerde. Ze is dus in dat opzicht een voorganger van Marga Kool en Dineke Uildriks. Jo Beins schreef niet alleen verhalen en gedichten, ze was ook columniste. In de laatste les van de cursus “Drents lezen” van Radio Noord komt Jo Beins vanavond uitvoerig ter sprake. Een vooruitblik.
Johanna Hindrika Beins werd op 6 april in Borger geboren. Ze stamt af van Hugenoten, die zo’n drie eeuwen geleden uit Frankrijk vluchtten. De vader van Jo, Jan Frederik Adolf Beins, was getrouwd met Yda Weijer, een vroedvrouw uit Amsterdam. Jan Beins was boer en molenaar in Borger. “Zijn” molen, “Het Meulenarf”, is jaren geleden afgez broken. Jo was de oudste van drie kinderen. Haar broer Frederik Adolf maakte bijna 25 jaar vol als burgemeester van Vlagtwedde, en zus Sjoukje kwam in Bussum in het onderwijs terecht.
Jo doorliep de lagere school in Borger, en ging daarna naar de normaalschool in Assen, waar ze -voor onderwijzeres leerde. Ze gaf les in Meeden (Gr.) en in Valthe. Op 1 juli 1905 trouwde ze met Jan Bergmans, die jaren consul van de ANWB in Drenthe is. Na haar huwelijk stopte Jo met lesgeven en werd aktief in de politiek. Ze hield haar toespraken in het Drents. “Dan begriept de mensen mij bèter”. Ze treedt op namens de Centrale Liberale Kiesvereniging “Drenthina” en de Jonge Vrijzinnigen. Op 4 april 1919 wordt ze in de staten van Drenthe gekozen. Van de 35 leden die de staten dan tellen, is ze de enige vrouw. Pas tegen het eind van haar zittingsperiode krijgt ze gezelschap van mejuffrouw L.E. Klasen uit Annen.
Op 11 april 1923 veliest ze haar statenzetel, maar na een onderbreking van vijf jaar neemt ze haar plaats weer in. Haar inbreng in de yergaderingen is zeer gering. Zo verklaart zij in januari 1931 “dat zij zich heel goed met de verhooging van de subsidie aan de geitenfokvereniging van f 50,- op f 100,- kan vereenigen.” Op 22 april van datzelfde jaar eindigt haar politieke loopbaan.
Wanneer Jo Beins met schrijven begint, is niet precies te achterhalen. Wellicht is het begonnen met de boerenbruiloft “Het Wasschup”, die voor het eerst in 1908 ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de ANWB in Haarlem wordt opgevoerd. Deze Drentse inbreng is van de hand van Jo Beins. Nog jaarlijks wordt deze bruiloft in traditionele kleding in Borger opgevoerd.
Jo Beins is een veelzijdige vrouw geweest. Ze was een kleine, maar knappe verschijning, die zich niet alleen op maatschappelijk, maar ook op literair gebied heeft ontplooid. Met haar gedicht “Drenthelaand, waor ‘t aolde leven”, dat door Jan Corduwener op muziek is gezet, nam ze afstand van het officiële Drentse volkslied. Als zoveel Drenten weigerde ze dit lied van de “foute” Jan Uilenberg te zingen.
Veel waardering verdient Jo Beins voor haar streekroman “Het bloed kruipt waar het niet gaan kan”. Het verhaal is geïnspireerd op families in Borger. Harm Smeenge, destijds Kamerlid uit Drenthe, heeft Jo ooit gevraagd een vervolg te schrijven op dit boek. Het is er niet van gekomen. Vrouw, liberaal, columniste en statenlid. Marga Kool en Dineke Uildriks hebben in Jo Beins een waardige voorganger gehad. Ook Jo Beins riep weerstanden op. Zo kon zij het met plaatsgenoot en schrijver Harm Tiesing niet goed vinden. Zij noemde hem Harm Dreum, vanwege zijn traag en zeurderig optreden, terwijl Tiesing over Jo Beins sprak als “oes sniggeltien”. De gemeente Borger heeft zich dit niet gerealiseerd, want de harm Tiesingstraat is een zijstraat van de Jo Bergmans-Beinsstraat.