Karremans de Snelkookdichter Interview D.v.h.N. 16-02-2016

Karremans de Snelkookdichter Interview D.v.h.N. 16-02-2016
Karremans, de snelkookdichter
Rap is Roelof Keen altijd geweest. Als rolstoelatleet was hij met een tijd van 15,2 seconden wereldrecordhouder op de 100 meter. Nu maakt hij furore als streektaalschrijver
JAAP VAN BRUMMELEN
et een snelheid waar sneldichter wijlen Willy (‘Roept u maar’) Alfredo een puntje aan zou kunnen zuigen, schudt Keen (51) zijn gedichten uit de mouw. „Hoe sneller, hoe beter.”Dat is zijn motto. Snelkookdichter, zo zou je Keen kunnen noemen. Toen hij eens een maaltje Gieser Wildeman-peertjes aan de kook bracht, sloeg als vanzelf zijn fantasie op hol. Het water onder de peertjes was amper aan de kook of het gedicht Overliedensbericht was geboren. „Vijf minuten heb ik er over gedaan”, lacht Keen.
Laat Me van Ramses Shaffy zou zijn levenslied kunnen zijn. Altijd is de in Meppen geboren Klazienavener zijn eigen gang gegaan. Hij prijst zich nog steeds gelukkig. „Thuis hadden ze totaal iets anders voor me in gedachten dan een sportcarrière. Een administratief baantie. Ja, daar was ik voor in de wieg gelegd, vonden ze. Want wat kon een gehandicapte nou anders? Maar ik heb mien eigen weg keuzen en heb mij nuver red. Via de mavo kwam ik op de meao. Maar het interesseerde me niet, ik was altijd met die racestoel aan het knutselen. Op zeker moment was ik klaar met die meao. Binnen twee jaar had ik mijn diploma mts op zak.”
Keen heeft het druk als een klein baasje. Hij werkt veertig uur bij Hendriks Metaalbewerking in Emmen. Als calculator in de verkoop stelt Keen offertes op. „Hoeveel ijzer gaat er in een dakbedekking? Wat zijn de arbeidskosten? Dat soort dingen reken ik uit.”
Het grootste deel van zijn vrije tijd wordt opgeslokt door (streek)taal. Hij debuteerde twee jaar geleden met de biografische verhalenbundel Dikke arms, kleine bienties. Onder stijlvol pseudoniem S. (van schrijver) Karremans. „Man in karre, dus Karremans. Kootje Karremans, zo werd ik door collega’s in Veendam genoemd. Ik ben blij dat mijn ouders me niet Ko hebben genoemd. Want wat dacht je wat er gebeurd zou zijn als ik mij in Amerika als Ko Keen had voorgesteld?’ ‘
De verhalen in het boek gaan over de hobbels die iemand in een karretje moet overwinnen. Hilarisch is het verhaal over Roelof en zijn eveneens aan de rolstoel gekluisterde vrouw Anja, die op een avond naar het gemeentehuis in Emmen togenom een bouwkavel in optie te nemen. „We moesten in de kelder zijn, maar de lift was op slot en de bode zat thuis naar Goede Tijden Slechte Tijden te kijken. Anja is op de rug van een ambtenaar de trap afgedaald, ik ben er op eigen kracht heen gestuiterd.”
Zijn agenda zit propvol. Hij is veelgevraagd voor het geven van een lezing, druk bezig met een nieuwe bundel en door Huus van de Taol ook nog verheven tot taolschulte van de gemeente Emmen. Als ambassadeur van de streektaal is Keen druk bezig om het thema Meertmaond Streektaolmaond voor Emmen waar te maken. „Aan mij de taak om te organiseren dat 1500 leerlingen van onder- tot bovenbouw in het Drents worden voorgelezen. Ik heb er al leden van de Drentse vereniging ‘t Aol Volk voor benaderd.”
Overliedensbericht
Heden is overleden, de heer G. Wilderman.
Met ‘n scharp mes is e vilt
In veer stukken ‘t water in tilt
Ze hakten G. Wilderman
zeg maar,
letterlijk in de pan.
We herdenkt hum, de heer G. Wilderman,
niet vies van Wien, port en veural veul suker.
Was za ‘k maor zeggen, een grootverbruker.
Heer G. Wilderman in je donkergrune bloes
je geur zal nog lang blieven hangen
in mienig Drents hoes.
Anwezigen,
de heer G. Wilderman is niet meer.
Laot we hum herdenken
as een toffe peer.