Kiek op Streektaol April 2007

Kiek op Streektaol April 2007

Kiek Op Streektaol

Nederlands als voertaal op schoo/

Hoogleraar Sjaak Kroon, verbonden aan de universiteit van Tilburg en de Radboud Universiteit in Nijmegen, zegt dat het belangrijk is dat het Nederlands de voertaal is op scholen. Hij zegt: “Wanneer de rekensommen worden uitgelegd, moet dat in het Nederlands gebeuren. Uit het afstudeerproject van een student van mij bleek dat volgens Limburgse pabo-studenten en -docenten op school de standaardtaal gebruikt moet worden” Maar dat betekent volgens Kroon niet, dat er in het basisonderwijs geen plaats voor streektaal is: “Als een kind in een kringgesprek iets in bijvoorbeeld het Limburgs wil vertellen, moet dat kunnen. Dat is goed voor de eigenwaarde van de leerling. Kinderen moeten in deze multiculturele samenleving leren dat er verschillen zijn en dat die er ook mogen zijn.”
Kroon heeft zich verdiept in meertaligheid en is een van de schrijvers van het boek ‘Dialect en school in Limburg’. Volgens hem is het goed als er op scholen aandacht gegeven wordt aan het dialect. “Het gaat niet zozeer om het beheersen van dialect, maar meer om verdraagzaamheid. Aandacht voor dialect moet je zien als een soort attitudevorming.”

Kroon denkt, dat de groeiende aandacht voor streektaal te maken heeft met globalisering: “De wereld wordt door globalisering steeds groter. Omdat wij ons Europeaan moeten voelen, voelen steeds meer mensen zich juist Tukker, Fries of Limburger. Op de basisschool wordt vanuit een globaal perspectief Engels gegeven en vanuit een lokaal perspectief streektaal.”
Voor de taalontwikkeling is het niet slecht als de kinderen ook met streektaal in aanraking komen.
“Door een taalsysteem te doorgronden, krijg je een beter taalinzicht. Je krijgt er hetzelfde type inzicht van als wanneer je leert ontleden – noem het abstract denken.”

Steenkolen -Nederlands

Volgens de Twentse streektaalconsulent Bert Groothengel hebben scholen de morele plicht om kinderen een positief beeld van de streektaal bij te brengen.
“In de jaren zestig en zeventig is het dialect er in het onderwijs uitgeslagen – letterlijk soms. Daar hebben we Steenkolen-Nederlands aan overgehouden. Ouders moesten ineens Nederlands met hun kinderen spreken, maar dat konden ze helemaal niet. Ze leerden hun kinderen verkeerd Nederlands. Het was veel beter geweest om te zeggen ‘leren jullie je kinderen maar Twents en laat dat Nederlands aan ons over.”

De mening van het volk

De laatste tijd wordt er langzaamaan iets anders tegen streektaal aangekeken. Eltje Doddema, de Groningse onderwijzer die een streektalig lespakket ontwikkelde, zegt: “Vroeger zeiden de mensen ‘een huis wordt gebouwd in het Gronings, maar ontworpen in het Nederlands’. En dat was ook zo. Nu spreken ook hoogopgeleide mensen dialect. Mensen schamen zich minder voor hun eigen taal. Dat merk je ook aan de muziek, daarin is tegenwoordig plaats voor de streektaal.”
Hoogleraar Kroon ziet die verschuiving in het denken van de mensen ook: “Tegenwoordig mag je best horen waar iemand vandaan komt. Vroeger was dat uit den boze. Toen waren er ook alleen maar Fred Emmer-achtige nieuwslezers. Nu hebben we bijvoorbeeld Noraly Beyer die een Antilliaans accent heeft. Toen zij net was aangesteld kreeg de NOS daar echt boze brieven over, nu kraait er geen haan meer naar.”
Jan Germs