'Lachen is belangrijk want er wordt al zoveel gehuild' D.v.h.N. 14-08-2002

‘Lachen is belangrijk want er wordt al zoveel gehuild’ D.v.h.N. 14-08-2002

Lachen is belangrijk want er wordt al zoveel gehuild

Ze lacht veel en hard. De gebaren van dichteres en schrijfster Janny Alberts-
druk en getuigen van een benijdenswaardige energie. Toch wordt die energiebron tegenwoordig nauwelijks nog aangesproken voor het schrijven van gedichten in het door haar zo geliefde Drentse dialect. “Alles is al gezegd. Ik weet niet wat ik daar nu nog aan moet toevoegen.”
Door Frank von Hebel
Negen bundels heeft de dichteres inmiddels op haar naam staan. Vier zijn in het Nederlands geschreven, maar haar voorkeur gaat uit naar het Drents, de taal waarmee zij is opgegroeid. “In mijn tienerjaren ben ik met schrijven begonnen. Ik weet niet precies waarom. Ik was lange tijd enig kind. Wellicht dat dit er iets mee heeft te maken. Ik had niet altijd iemand met wie ik dingen kon delen, maar wilde ze toch kwijt.”
Al haar pennenvruchten wierp zij in het vuur toen zij haar man ontmoette. “Ik dacht dat ik ze niet meer nodig had, omdat ik immers ging trouwen.” Jaren later heeft ze de pen toch weer opgepakt. “De kinderen waren de deur uit, dus ik had weer tijd en stilte om te schrijven.”

Ze leefde sindsdien in twee werelden. “Ik had mijn fantasie en mijn gezin. Mijn favoriete wereld? Oei, dat is nog eens een gewetensvraag, waarop ik niet zomaar een antwoord weet.” Haar gedichten vinden nog altijd gretig aftrek. Samen met haar man Geert heeft zij jarenlang kriskras door de noordelijke provincies getrokken om voor te lezen uit haar eigen werk. “Als ik na zo’n avond weer thuis kwam, bracht ik daarna nog uren door aan de telefoon. Mensen herkenden hun gevoelens in mijn gedichten en wilden daar over praten. Iedereen is op zijn manier met de zin van het leven bezig. Ik vind het heel belangrijk om er voor andere mensen te zijn. Ik gedraag me tegenover mijn kinderen als een echte kloek. Ik wil dat iedereen bij elkaar is en ik houd ook absoluut niet van ruzie.” Af en toe maakt ze nog een gedicht. Haar tijd steekt ze tegenwoordig vooral in de Stichting Het Drentse Boek.
Samen met haar man is zij depothouder en houdt zich onder meer bezig met het verspreiden van boeken over fietsroutes en archeologische routes. Er is echter goed nieuws voor haar fans. Alberts: “Er wordt gewerkt aan een boek met verzameld werk. Deze bevat ook een aantal nieuwe gedichten.” Het stoort haar niet dat haar werk vanwege het Drentse karakter niet altijd als literatuur wordt beschouwd. “Ik dicht ook niet om literair te zijn. Dat is niet belangrijk. Mensen moeten door een gedicht worden geraakt. Ik weet nog hoe een van mijn kleindochters eens aan mij vroeg waarom ik niet vaker in het Nederlands schreef. Voor een spreekbeurt nam ze eens een van mijn gedichtenbundels mee. Daarna kwam ze naar me toe en zei: ‘Ik moest het gedicht eerst in het Nederlands vertalen voordat iedereen het begreep. Blijf jij maar Drents schrijven oma, want dat is een echte taal.’ Je begrijpt dat je dan groeit als oma.”