Lees. Denk. Schrijf. Reageer. D.v.h.N. 09-05-2014
Lees. Denk. Schrijf. Reageer. D.v.h.N. 09-05-2014
Lees.
Denk.
Schrijf.
Reageer.
Gerard Stout schreef Drentalige klassiekers als In Paradisum en Ningtien. Sinds vorig jaar concentreert hij zich op Nederlandstalige literatuur.
Een monologue intérieur.
Joep van Ruiten.
“je moet blijkbaar iemand in elkaar slaan en een ander jouw boek laten schrijven om een bestseller te krijgen.”
Ik wacht op de krant. Het is goed even buiten te zijn. Alles groeit en bijna alles bloeit. Mijn vrouw Meta – ze noemt mij een ongeleid projectiel – heeft de tuin perfect op orde. Meta kent de hele Nederlandse fauna bij naam. Straks, als de krant er is, gaat ze naar haar volkstuin. Wij telen alles zelf. Groenten kopen doe wij al jaren niet meer. Ik kan iedereen aanraden te proberen onafhandelijk te zijn.
Mijn onderbenen tintelen. Daar heb ik al tien jaar last van. De oorzaak is een kwaal die zich laat vergelijken met elektriciteitsdraad waarvan het omhulsel aan het verpulveren is. Gevolg is dat mijn hersenen het steeds minder meekrijgen als ik een stap zet. Traplopen is heel lastig. Autorijden gaat niet meer. Behandelen heeft geen zin. Ik kan alleen hopen dat het verval traag gaat. Het contact met de aarde neemt af. Soms is het alsof ik zweef.
Dit voorjaar verscheen mijn nieuwst roman, Otingerzand. Voor mij vorige boek, Onlanden, heb ik mij verdiept in identiteit. Dat leidde tot vragen over mijn eigen identiteit: waar kom ik vandaan, waarom doe ik de dingen die ik doe, hoe kan ik dat in breder perspectief zien?
Tegelijkertijd werd ik gevraagd een boek te maken bij het 60-jarig bestaan van het Drents Schildersgenootschap. Aan die kunstenaarsgroep heb ik een kroniek van een Drents dorp opgehangen. Wat ik in Otingerzand probeer te vertellen, is dat in Drenthe de neiging bestaat met een nauwer blik volgens vaste patronen te leven. Dat kinderen de fouten van hun ouders herhalen, zonder zich daarvan bewust te zijn. Dat ruzies over geld, over een foute verkering of een verkeede geloofsovertuiging door de volgende generaties worden overgedaan. Tijdens een verjaardagspartij zei iemand laatst: ‘Ze scheiden ook maar raak tegenwoordig’. In zestig jaar is niets veranderd.
In Otingerzand komt een dorpsneger voor, iemand die verantwoordelijkheid neemt en veranderingen doorvoert. Het had niet perse een neger hoeven zijn. Waar het mij om gaat is dat ontwikkelingen in Drenthe altijd door mensen van buitenaf in gang worden gezet. Door Hollanders, door Friezen, Duitsers, Groningers. Het zijn in Drenthe altijd mensen van buiten die nieuwe wegen aanwijzen, die de vinger op de zere plek leggen. Dat was zo, dat is nog steeds zo. Er wordt veel aan navelstaren gedaan. Drentse schrijvers kijken alleen naar streektaal en denken dat ze belangrijk zijn. Misschien is het over de grens in Duitsland of elders niet anders. Misschien hoort het wel zo. Waar ik in dit boek voor pleit, wat ik zelf als rode draad heb ervaren, is ‘kijk naar buiten, luister eens naar een ander’. Je hoeft niet alles over te nemen, neem in ieder geval de moeite er even naar te kijken. Doe er je voordeel mee.
Vorig jaar ben ik gestopt met het schrijven in het Drents. Daar heb ik nul reactie op gekregen. Ik schrijf in de hoop van een paar mensen feedback te krijgen. Dat ze zeggen daar waar je over de Drentse volksaard schrijft, sla je de plank mis’. Of iets als’ jij schrijft in de traditie van Roel Reijntjes of Anne de Vries. Zet eens een stap verder’. Maar die reacties komen niet. Ik ben de eerste die in een Drentstalig verhaal een neger heeft opgevoerd, in een grijs verleden, in tijdschrift Roet. Niemand merkte het op.
Mijn uitgever, Het Drentse Boek, heeft nooit gereageerd op mijn besluit. Er zou spoedberaad zijn geweest in Beilen, maar ik heb niets van ze gehoord. Wat natuurlijk ook iets zegt over mijn moeizame verhouding met Het Drentse Boek. Ergens verbaasde het me niet. Er zijn bij Het Drentse Boek titels van mijn hand verschenen waarvan ik nu denk, ‘waarom hebben jullie dat in goedsnaam uitgegeven? Omdat er niks anders was? Hebben jullie ooit iets bekeken?’ Ik denk dat het antwoord nee is. In een internieuw vertelde de schrijver V.S. Naipaul dat zijn boeken door zijn eigen volk nooit werden gelezen. Hij zei: ’Die mensen lezen helemaal niet, die weten alles al.’ In dat interview wordt Naipaul ook gevraagd hoeveel lezers hij nodig heeft. Hij zegt dan: ‘acht’. Die acht lezers heb ik inmiddes. Ik stuur de ze boeken die ik nu zelf uitgeef. Als er een andere uitgever opstaat, voor een selectie van wat ik heb gemaakt, dan zou ik dat fantastisch vinden. Maar ik weet de ingang niet.
Van mijn hand heeft een verhaal in Hollands Maandblad gestaan en een in Nieuw Wereldtijdschrift, Meulenhoff heeft een keuze gemaakt uit mijn verhalen met de bedoeling een bundel uit te geven.
Toen het zover was, trokken ze de bundel terug omdat geen lezer mij kende. Ik ben in De Avonden geweest, op de radio, tussen 22.00 en 23.00 uur. Daarna is het stil geworden. Onlangs stond Badr Hari in de krant. Je moet blijkbaar iemand in elkaar slaan en een ander jouw boek laten schrijven om een bestseller te krijgen.
Een van de drijfveren voor mijn schrijven, is dat het ordening geeft aan mijn denken. Het maakt mij duidelijk hoe ik tegen de wereld aankijk. Door dat op te schrijven, word ik gedwongen standpunten in te nemen: hoe ga ik ergens mee om? Welbeschouwd is het parmanente reflectie. Iemand anders heeft een goede vriend, ik schrijf alles op. Wat niet wegneemt dat het prettig is als iemand het leest en feedback geeft.
Mijn schrijftempo ligt hoog. Ik heb een innerllijke drang verhalen te schrijven. Het heeft er mee te maken dat ik veel antennes open heb staan, ik pik kennelijk veel signalen op. Om daar ordening in te krijgen, maak ik er een verhaal van. Daar hoeven natuurlijk geen boeken van gemaakt te worden, maar dat Otingerzand hier nu ligt, stelt mij in staad afscheid te nemen van mijn betrokkenheid bij de Drentse identiteit. Dat is klaar – ik hoor mezelf nu liegen.
Individualistisch. Obsessief. Maniakaal. ADHD’er. Bezeten. Het zijn woorden die ik pas de laatste jaren herken Op de Hogeschool in …(zin is niet af.).