Leraar wil schrijfster met standbeeld Drentse Courant 11-1-1994

Leraar wil schrijfster met standbeeld Drentse Courant 11-1-1994

Leraar wil schrijfster eren met standbeeld

Van een onzer verslaggevers
BORGER – Via een klein berichtje in deze krant werd vorige week melding gemaakt van het bestaan van een comité dat een standbeeld wil oprichten voor de schrijfster Johanna Hindrika BergmansBeins (1879-1948) uit Borger. De naam van de schrijfster was verkeerd geschreven. De scribent had duidelijk geen flauw idee wie Johanna Hindrika Bergmans-Beins was. Het maakt hem niet tot een paria, want bij een breed publiek was ze niet bekend. Dat zal veranderen. Tenminste als drs. Ron Ootjers zijn zin krijgt. Te beginnen met een standbeeld.
Wie was J.H. BergmansBeins? Een onvolledige duik in de geschiedenis: ze was de dochter van een boer en molenaar uit Borger. Ze werd onderwijzeres, gaf les in Meeden en Valthe, en trouwde met een onderwijzer. Geheel in de geest van de tijd nam ze na haar trouwen ontslag. Van haar hand verscheen de roman ‘Het bloed kruipt waar ‘t niet gaan kan’. Ook voor gedichten en toneelstukken kon men bij haar terecht. Maar ze schreef vooral diverse artikelen in de Nieuwe Drentse Volksalmanak en de Provinciale Drentse en Asser Courant over Drentse volksgebruiken. Bergmans-Beins werd in 1919 namens de Vrijzinnig Democratische Bond lid van de Provinciale Staten van Drenthe. Zij was daarmee het eerste vrouwelijke statenlid van ons land.
Profeten in eigen land worden evenwel zelden geëerd. Haar naam kornt in Drenthe niet verder dan de literaire incrowd. Maar inmiddels is er ie mand uit Amsterdam naar Borger verhuisd om J.H. Bergmans-Beins voor Drenthe literair wakker te kussen. Het is Ron Ootjers, in het dagelijks leven leraar Nederlands aan de Regionale _ Scholengemeenschap in Coevorden. Zoals een ridder voor zijn n)aagd vecht, heeft Ootjers de handschoen opgenomen om voor Bergmans-Beins die plaats in de literatuur in te ruimen die ze volgens hem verdient.
Ondergewaardeerd
De eerste kennismaking was er een met haar boek ‘Het bloed kruipt waar ‘t niet gaan kan.’ Ootjers was op slag verkocht. Wat doet haar het niveau van de doorsnee penneridders ontstijgen? Ootjers: „Je begint ermee jezelf af te vragen wat ze bijvoorbeeld voor Borger heeft betekend. Dan ben ik van mening dat zij wordt ondergewaardeerd. Ze beschrijft heel gedetailleerd de gebruiken die verdwenen waren. Als Harm Tiesing een standbeeld verdient, dan zij zeer zeker. Ze heeft niet alleen literaire waarde, maar vooral ook cultuurhistorische waarde. ”
Ootjers trad in contact met de familie en heeft inmiddels de complete literaire nalatenschap gekregen van de dochter van Bergmans-Beins. En heeft tot nu toe zo’n vijf, zes publicaties openbaar gemaakt. Ooit wil hij nog haar complete biografie schrijven. Gebrek aan tijd weerhoudt hem daar nog van. Hij heeft zich helemaal in het onderwerp vastgebeten. Niet geheel toevallig staat ze bij de scholengemeenschap in Coevorden op de boekenlijst. Bergmans-Beins ingeklemd tussen Vestdijk en Slauerhoff. Ootjers constateert het niet zonder trots. Het boek wordt veel gelezen op school. In sommige gevallen wellicht om de leraar mild te stemmen. Maar Ootjers pareert met de opmerking dat hij verder kan doorzagen dan de leerling lief is.
Meer eer
Ootjers wil Bergmans-Beins meer eer doen toekomen dan de straatnaam die haar in Borger is toegekend. Een straatnaam overigens waarbij, ook al, in eerste instantie de naam verkeerd gespeld was. Deze heiligschennis is inmiddels hersteld, maar die eerste aanblik ging Ootjers uiteraard als een messteek door het hart. Dat leed is achter de rug. Inmiddels streeft hij, met hulp van onder andere de streekliteratuurdeskundige Henk Nijkeuter, naar een standbeeld voor de schrijfster uit Borger. De eerste gesprekken met B en W van Borger moeten nog volgen. Naar zaken als geld en ontwerp(er) is nog niet gekeken.
Het idee is dus nog pril en bijzonder wankel. Ootjers kan alleen maar hopen. „Want ze staat in Borger te veel in de schaduw van Harm Tiesing. Ik hoop vooral niet dat haar beeld in de schaduw van het standbeeld van Tiesing komt te staan. Dat zou een ramp zijn.”
Met die laatste opmerkingen maakt Ootjers in de Drentse schrijverij ongetwijfeld niet alleen vrienden.
Daarmee voldoet hij aan een voorwaarde om zich op de Drentse schrijversmarkt te manifesteren. Daarvoor moet je namelijk vijanden hebben. En daarvoor is vaak niet meer dan een losse opmerking nodig.