Les 14 Jannie Boerema

Les 14 Jannie Boerema

LES 14
Jannie Boerema

Jannie Boerema werd op I januari 1946 in Norg geboren, als dochter van Jan Boerema (1905-1983) en Joppi Emmens (28-8-1911). Zij heeft één broer. Haar vader had een klein boerenbedrijf. Jannie doorliep de lagere school in Norg en daarna de huishoudschool in Roden. Ze kijkt met gemengde gevoelens terug op haar schooltijd. Ze was een buitenbeentje en had het niet steeds gemakkelijk.
Na haar schooltijd werkte ze vier jaar als boekverkoopster in de boekhandel van Scholtens aan de Grote Markt in Groningen. Vervolgens bracht ze ruim anderhalf jaar ‘au pair’ door in Engeland. Ze volgde diverse cursussen.
Na haar terugkeer in Nederland werkte ze nog heel even weer bij Scholtens. Ze verruilde de baan bij de boekhandel voor die van directie-secretaresse in ‘De Kolk’ in Assen. Na vertrek van de directeur van De Kolk werd ze overgeplaatst naar het gemeentehuis van Assen, waar ze negen maanden als receptioniste werkte. In 1974 trouwde ze met Piet Noest en gaf ze haar werk op. Het huwelijk is inmiddels weer ontbonden.

Literaire loopbaan
De literaire loopbaan van Jannie begint in 1980 met de publicatie van ‘Onder andere over olijven’, een Nederlandstalige bundel met korte prozaschetsen. De bundel wordt door de pers en de recensenten met gemengde gevoelens ontvangen. Een enkeling noemt het werk in haar debuut onvoldragen. In het najaar van 1980 verschijnt haar dichtbundel ‘Het begint te dooien’. Door Hans Heyting heeft Jannie Boerema zich laten inspireren om in het Drents te gaan schrijven. Voor haar werk ontving ze op 13 juni 1985 de Reyer Onno van Ettingenpries, een aanmoedigingsprijs die door de redaktie van het Drentse literaire tijdschrift ROET is ingesteld.
In datzelfde jaar verschenen ‘Leeid van de Sirene’ en ‘Stoelendaans’.
Van dat laatste boek, een verzamelband met werk van twintig Drentse schrijvers, had Jannie de redaktie.
In 1986 verscheen de gedichtenbundel ‘Dialoog met een eilaand’. Naast deze werken zijn ook bijdragen van Jannie opgenomen in ‘Mandielig’ en in ‘Old Zeer’. Verhalen en gedichten (ook Nederlandstalig) van haar zijn verder te vinden in Oeze volk, Maandblad Drenthe en in ROET.

Karakteristiek
Jannie Boerema heeft een gesteven wit kraagje en een donkerblauwe plooirok of broekrok als handelsmerk. Ze heeft een voorliefde voor mensen uit oudere generaties. Zelf noemt ze zich een fervent dagboekenier met een onverzadigbare leeshonger. Ze houdt van fabels, sprookjes en van (Griekse) mythologie. Terugkerende thema’s in haar werk zijn: levenspijn, mystiek en buitenbeentje-gevoel. In een toelichting op het juryrapport van de R.O. van Ettingenpries zeg jurylid Pieter Jonker o.a.: „Vervreemding, onzekerheid en een pessimistische kijk op het leven vormen de hoofdelementen van Jannies werk. Altijd is ze op zoek naar veiligheid en geborgenheid”
Jannie put haar inspiratie o.a. uit het Noordse Veld (de negen bargies) en uit moderne (Tina Turner) en oude (barok)muziek. Ze geeft niet veel om Nederlandse literatuur. Een deel van haar werk is autobiografisch.
De betrokkenheid van Jannie bij de Drentse literatuur en de Drentse taal blijkt o.a. uit haar medewerking aan Drentse cursussen, aan voordrachten (radio Noord, Literama, literaire avonden) en uit diverse interviews over de streektaal en over haar werk.

Jannie heeft een karakteristieke, enigszins lijzig aandoende, stem. Ze worstelt tussen verlegenheid en openheid. Fel kan ze uithalen, maar op andere momenten maakt ze een bescheiden indruk. Ze voelt zich sterk verbonden met Hans Heyting. „Hans houdt me aan de literaire hand”.

Kritiek
Gefundeerde kritiek op haar werk is nauwelijks voorhanden. Hans Werkman (ROET, nr. 32, maart 1987) is een van de eersten die haar werk grondig analyseert en van kanttekeningen voorziet.
De jury van de Reyer Onno van Ettingenpries (Pieter Jonker, Peter van der Velde en Jan Nefkens) gaf twee jaar eerder een diepgaande bespreking van Jannies werk.

Bibliografie
Onder andere over olijven, dia-proza, 1980, Stichting De Beuk, Amsterdam.
Het begint te dooien, gedichten, 1980, Stichting De Beuk, Amsterdam.
Weerom naor de moord, vertaling in het Noordenvelds van het toneelstuk ‘Go back for murder van Agatha Christie.
Leeid van de Sirene, 1985, Horizon-Taal reeks Het Drentse Boek, Zuidwolde, proza en poëzie. Dialoog met een eiland, 1986, Krips Repro, Meppel, gedichten.
Bloemlezingen in Engeland. In België publicatie in het tijdschrift ‘Dimensie’.

Werk in bloemlezingen e.d.:
Mandielig, een bloemlezing Drentse poëzie, 1983, Horizon-Taal reeks, Het Drentse Boek, Zuidwolde (bijdragen).
Old zeer, Viefjaor ROET, 1984, HDB, Zuidwolde, bijdragen
Stoelendaans, 1985, Het Drentse Boek, Zuiwolde. Drents boekenweekgeschenk (idee en samenstelling).
Wieder met mekaor, cursusboek Noordenvelds, 1985 (mede-auteur).
Drents Veurleesboek, 1986 Krips Repro (medesamensteller).

Bijdragen van Jannie Boerema zijn te vinden in:
Maandblad Drenthe, Oeze Volk, DGP, Roet.
Verder vertaalde zij ‘A christmas carol’ van Charles Dickens (niet gepubliceerd) en ‘A comedy of errors’ van William Shakespaere (in ‘t seizoen 87-88 gespeeld door De Voorziening) en schreef zij liedteksten.

Geraadpleegd
diverse artikelen uit de Drentse en Asser Courant (vanaf 1980), het Nieuwsblad van het Noorden, de DGP-bladen, De Vriezer Post, Literama, De Leekster Courant, De Oostermoer, De Leeuwarden Courant en NRC/Handelsblad. Een uitgebreid interview met Jannie Boerema staat in maandblad Drenthe 1985, p. 148-153.