Les 6. Bonnie Veendorp

Les 6. Bonnie Veendorp

LES 6
BONNIE VEENDORP
Bonnie Veendorp werd op 10 mei 1923 in Hoogeveen geboren. Vandaar verhuisden haar ouders naar Zuidwolde, waar ze haar jeugd doorbracht. Toen ze 22 jaar was, trouwde ze met Jan Kuik, rechercheur bij de gemeentepolitie in Hoogeveen. Vanwege de functie van haar man verhuisde ze opnieuw naar Hoogeveen, maar vanaf het begin stond voor haar vast dat ze, als dat enigszins mogelijk was, weer terug zou gaan naar Zuidwolde. Ze kon in Hoogeveen moeilijk wennen. Zelf zegt ze over die jaren: „Mensenmassa’s benauwen me zo. Mijn hart gaat uit naar Zuidwolde waar ik geboren ben. Daar ken ik bijna iedereen en voel ik me beschermd. Misschien komt dat wel, omdat ik eigenlijk in mijn jeugd als enig kind te veel bescherming van mijn ouders heb gehad. Mijn man zegt: „Je bent nog steeds niet volwassen”.
Bonnie Veendorp en Jan Kuik wonen sinds 1971 weer in Zuidwolde, op een rustige plek aan de rand van het bos. Ze hebben samen één dochter.
Voor ze met schrijven begon hield Bonnie Veendorp zich ondermeer bezig met schilderen, boetseren en het maken van houtskooltekeningen. Ze kwam, nadat ze een gedichtenwedstrijd van de R.O.N.O. had gewonnen, in aanraking met Hans Heyting. Op verzoek van Hans Heyting schreef ze de teksten voor de radioschets van ‘Coba en Fennegien’ (ca. 165 afleveringen). Verder schreef ze gedichten voor het programma ‘In de Drentse dichterstuun’. Veel van haar kinderverhalen werden door Herma Stroetinga ‘live’ de ether ingestuurd. Ook kwam Bonnie Veendorp via Hans Heyting in contact met het Drentstalige maandblad ‘Oeze Volk’. Ze opende haar reeks bijdragen in juni 1959 met haar gedicht ‘Rooie zwanen – zwarte zwanen’.
Vanaf oktober van datzelfde jaar verschijnt maandelijks haar ‘Naoberpraotien’ in oeze Volk. Van tijd tot tijd neemt de redactie een gedicht van haar op.

Levensinstelling
Lezen is de grootste hobby van Bonnie Veendorp. Daarnaast houdt ze veel van dieren en van de vrije natuur. Haar politieke hart draagt ze links en ze vindt dit heel goed te rijmen met een christelijke levensovertuiging.
In een interview zegt ze: „Ik heb een minderwaardigheidscomplex. Niet ten opzichte van kinderen en heel oude mensen. Daar ben ik gek op. Maar ten opzichte van andere mensen heb ik faalangst”. Haar vader waarschuwde haar al „Kiend, ie bint veuls te goed van vertrouwen. Wat zul ié in oen leven nog vake op de koffie kommen!’ ‘ ,Hij heeft vaak gelijk gehad”, zegt Bonnie Veendorp.

Schrijverij
Bonnie Veendorp vindt dat ieder mens de moeite moet doen om de ândere mens vriendelijk tegemoet te treden. Ze vindt dat goede manieren iets te maken hebben met wat warmte, wat liefde voor de medemens.
Bonnie Veendorp houdt van sprookjes, maar is niet gecharmeerd van verhalen met een moraliserende inslag.
Dialectwerk
sinds 1959 houdt ze maandelijks haar naoberpraotien in Oeze Volk. In dit maandblad verschenen ook regelmatig gedichten van haar.

Verder staat werk van haar in:
— De Brummelwal, Van Gorcum & Comp, Assen 1960.
— Dichtersriege, keur oet Drentse gedichten
1900-1966, Van Gorcum & Comp., Assen 1956 — Drentse Schrieversalmanak, bloemlezing uit ‘Oeze Volk’, Hummelen, Assen z.j.
—Op de gribbelgrab, verhalen en gedichten van Drentse dialectschrievers.
Eigen bundels zijn:
— Drents Veurleesboek, Krips Repro, Meppel, 1986
— Naoberpaoties, bundel o.v., Hummelen, Assen
— Nije naoberpraoties, bundel O.V., Hummelen, Assen, 1983
— Karstfeest, bundel naoberpaoties uit o.v., Hummelen, Assen 1983
— Stoelendaans, Drents boekenweekgeschenk,
HDB, Zuidwolde, 1985
Overig werk
Wijlen Peter de Gele heeft kinderversjes van haar op muziek gezet en Lianne Abeln zingt een liedje van haar: Regen in de bos.
Geraadpleegd
— Nieuwsblad van het Noorden 3-10-1986 Hoogeveens Dagblad 4-10-1986
— Maandblad Drenthe (recensie), jan/feb. 1987, p. 8
— Correspondentie met Bonnie Veendorp