Literair bekeken
Boekbespreking door Nico Veenstra
Jan Veenstra – Zangeres van zulver Stichting Het Drentse Boek, Zuidwolde
1989.
Toen ik Zangeres van zulver uit had, keek ik met het
boekje in mijn hand, vanuit de trein
naar buiten. Als literatuur je even stil maakt, is dat een goed
teken. Maar er was ook wrevel.
Waarom was dit niet in het Nederlands geschreven? Nu, een
paar dagen later heb ik het boekje weer
doorgelezen. Het goede gevoel blijft, de wrevel ook. Dit had in het
Nederlands geschreven moeten zijn.
Ik heb niet het idee dat er over gediscussieerd kan
worden met de schrijver. Hij schrijft in het Drents omdat hij dat altijd doet.
De keuze is principieel, niet funktioneel. Als de keuze, soms Drents soms
Nederlands, was geweest dan was er over te
praten. Het funktionele gebruik van het dialekt had, bijvoorbeeld, in de
dialogen kunnen zitten. Daar was over te praten geweest. Bij een principiële keuze kan dat niet. Om mezelf een
beetje te oriënteren heb ik enkele werken van Stijn Streuvels erbij gepakt. Hoe deed hij het? Zonder daar al te diep op
in te gaan, valt het
me bij het werk van Streuvels op dat het verschil tussen
het Nederlands en het Vlaams minder groot is op het eerste gezicht, dan tussen
het Nederlands en het Drents. In
ondermeer de dialogen laat Streuvels zien dat het Vlaams
toch heel anders is dan het Nederlands, maar dat neemt
niet weg dat de eerste indruk minder afschrikt.
Voor mij was het Drents in Zangeres van zulver geen
probleem. Mijn passieve kennis van het Drents – ik versta 95% is groot genoeg.
Het Drents is heel eenvoudig, helder en duidelijk. Alleen ‘mangs’ kende ik
niet. Ik denk aan ‘soms, vaak’. In ieder geval kwam ‘mangs’ volgens mij iets te
mangs voor, ik heb 20 keer ‘mangs’ geteld. Maar dat was bet enige woord waar ik
over struikelde.
Niet alleen het taalgebruik is helder, het verhaal is dat
ook. De kunstschilder Jos van Leer leeft, woont en werkt in zijn atelier. Hij
maakt uitstapjes op het witte doek, maar vooral in zijn hoofd. Herinneringen
aan zijn dorp, Kafka, een bijzonder ‘familielid’, aan vroegere liefdes. Hij
heeft zich vrijgevochten van zijn benauwende achtergrond (het dorp, de kerk),
maar mijmert toch met veel plezier, of in ieder geval weemoed, over wat verloren is gegaan. Tussen de gedachten door, spelen dagelijkse zaken een
belangrijke rol. Er moet een tentoonstelling worden voorbereid, de gemeente is
vervelend als het om de verbouwing van het atelier gaat én op een dag komt
Maria bij hem in het atelier. Zij wil
een portret van zichzelf. Ondanks de bedenkingen die Jos heeft, stemt hij erin
toe. En dan komt de zangeres van zulver op het witte doek. Maar het blijft niet
bij kijken en fantaseren, er
ontstaat liefde tussen hen. Het verhaal
deed mij denken aan een verhaal met een
soortgelijk gegeven. In dat verhaal
bloeit er liefde op tussen een verwaarloosd jong meisje en een student. (Het
zijn opvallend vaak studenten, schilders
en schrijvers die de hoofdrol spelen in
boeken. Het ongeregelde leven dat zij hebben, los van de maatschappij – denkt
men – geeft een goede ingang op allerlei
avonturen. Maar eerder nog denk
ik dat schrijvers van boeken zichzelf los van de maatschappij voelen). In beide
verhalen is het einde tragisch, in
beide verhalen is de sfeer heel zacht.
De huiver en wrevel die er in .het begin van het verhaal
was mijn vooroordelen -, wordt steeds meer naar de achtergrond
gedwongen door de kracht van
het verhaal. De eenvoud en daardoor(!) diepgang maakt
indruk. De beelden die worden ‘opgeroepen boeiden me. Het gedrag tegen de kat vond ik grappig. Veel
gedachten van Van Leer spraken mij als lezer aan.
Ik heb er zelfs over na zitten denken om het verhaal maar
één keer te lezen. Het gevoel dat wordt opgeroepen kun je als lezer zo beter
vasthouden. Dan kijk je later naar je boekenkast en ziet het boekje staan. Misschien weet je het verhaal niet meer, maar
het gevoel nog wel. In veel gevallen ben ik blij dat iets in het Drents
geschreven wordt. Nu vind ik het jammer.
Een veel groter publiek zou van Zangeres van zulver kunnen genieten. Op deze manier zie ik dat niet
gebeuren. Het Drents
schrikt af, al is de kwaliteit van deze novelle nog zo
hoog. Verder dan Drente zal het niet komen. Jammer, want als lezer krijg
je al genoeg middelmaat voorgeschoteld.
Zou het boekje net zo mooi zijn in het Nederlands? Ik denk het wel. Mijn leeswijze
mag er toch het voorbeeld van zijn. Wat ik zag in het Drents, las ik in het
Nederlands. Maar toch heb ik mijn twijfels over deze uitspraken. De bioloog
Hillenius gaf in zijn literatuurcolleges aan
dat een echte kunstenaar altijd een eigengemaakte beperking inbouwde.
Een soort regels voor zichzelf. In totale vrijheid kan een kunstenaar volgens hem niets scheppen. Alleen als er beperkingen zijn kan een kunstenaar iets
maken. Het Drents is die bewuste
beperking van Veenstra, ook al omdat
zijn keuze voor het Drents principieel
is – er kan niet over gepraat worden -.
Jan Veenstra heeft met de Zangeres van
zulver een mooie dubbelzinnige novelle geschreven. Een schoolvoorbeeld van een novelle zelfs. Over de vorm kan verschil van mening bestaan, over de
inhoud wat mij betreft niet.