Literaire kwaliteiten
Jo Beins is een veelzijdige vrouw geweest. Ze was een
kleine, maar knappe vrouw, die zich niet alleen op maatschappelijke terrein,
maar ook op literair gebied heeft ontplooid. Haar korte verhalen hebben een
sterk folkloristische inslag, terwijl bijgeloof en tovenarij in het oude
Drenthe ook in haar werk terug is te vinden. Vanuit literair oogpunt zijn haar
korte verhalen geen hoogstandjes. De waarde ligt vooral in het vastleggen van
gebruiken en van het sociale leven in het begin van deze eeuw.
Ook haar liedjes en gedichten blinken niet ècht uit, al
zijn er enkele aardige bij. Het bekendste gedicht is Wilde Jacht, waarin de
oude mythologie duidelijk naar voren komt 0
Met haar gedicht “Drenthelaand, waor ‘t aolde
leven”, dat door Jan Corduvener op muziek is gezet, neemt ze afstand van
het officiële Drentse volkslied van Jan Uilenberg (zie les 4). Als zoveel
Drenten weigerde ze dit lied van deze foute schrijver te zingen.
Met haar plaatsgenoot en collega—schrijver Harm Tiesing
kon ze het ook niet goed vinden. Zij noemde hem Harm Dreum, vanwege zijn traag
en zeurderig optreden (andere bronnen noemen Harm Dreun, omdat Tiesing steeds
over het dia lekt zeurde), terwijl Tiesing over Jo Beins sprak als “Oes
sniggeltien”
De gemeente Borger heeft zich bovenstaande niet
gerealiseerd, want de Harm Tiesingstraat is een zijstraat van de Jo
Bergmans—Beinsstraat.
Het is niet eenvoudig alle werken van Jo Beins te achterhalen,
daarom is een oordeel over met name haar toneelwerk moeilijk te
geven.
Het stuk “Zôrgn en bliedschup” zal op dit
moment niet veel mensen meer aanspreken, vijftig jaar geleden lag dat vast
anders. Veel van de toneelstukken zijn niet in boekvorm uitgegeven, er bestaan
enkel gestencilde versies die destijd bij K. H. Hartman in Ees—Borger zijn
gemaakt.
Eén bron maakt melding van hoorspelen die door Jo Beins
geschreven zouden zijn voor de RONO (Radio Noord), maar deze zijn niet te
achterhalen.
Waardering verdient Jo Beins voor de streekroman
“Het bloed kruipt vaar t t niet gaan kan”. In dit boek staan, zoals
zo vaak het geval is (b.v. Jannes Pol, les 2), alleen de dialogen in het
Drents, de verbindende teksten staan in het Nederlands. Het is een goed
geschreven verhaal, met een verrassende afloop. Wie meent halverwege, of al
eerder het eind te kunnen voorspellen heeft het mis. In deze roman beschrijft
Jo Beins ook een aantal aspecten van het dagelijks leven in Drenthe en de
tradities rond geboorte, huwelijk en dood. Deze roman kan zich goed meten met
bijvoorbeeld de in 1986 verschenen streekroman “Van de Môrreng tët de
Aovend”van Roelof Sieben. Heruitgave van “Het bloed kruipt. . .
” is zeker te overwegen.
CURSUS DRENTS
LITERATUUR LEZEN 1986/87 Radio Noord e.a. (6)