Lukas Koops voorzitter van de veertig jaar oude Drentse Schrievers-kring

Door Gerie Kleine

GROLLOO — ‘Maandewark’ heet de bundel die deze maand
verschijnt ter ere van het 40-jarig bestaan van de Drentse Schrieverskring.
‘Het boek geeft een goed beeld van de Schrieverskring en een mooi overzicht van
de schrieverij in ‘t Drents. Van nostalgisch werk met de hei, scheper en
schapen tot hele eigentijdse thema ‘s’, vindt Lukas Koops. Anderhalf jaar
geleden werd hij voorzitter van de Schrieverskring. ‘Een moeilijke club mensen.
Moeilijk omdat er zoveel verschillende opvattingen leven.’ Terwijl een vage
februarizon.-de kamer binnenglipt, zet Koops in zijn woning in Grolloo verleden
en heden van de Schrieverskring op een rij.

Eigenlijk zou “Maandewark’ vorig jaar verschijnen,
want 1993 was het jubileumjaar van de Schrieverskring. ‘Maar het duurde wat
langer voordat het boek klaar was’, aldus Koops. De uitgave van stichting ‘4et
Drentse Boek dankt haar naam aan de

……………………(deel van tekst ontbreekt

elkaars werk bezig en werkten zo aan
kwaliteitsverbetering’, luidt de toelichting. De groep had aanvankelijk een
vrij gesloten karakter. Gaandeweg kwam hierin verandering en traden de
schrijvers ook meer naar buiten.

Door de jaren heen kwam de drentse taal steeds meer in de
schijnwerpers te staan. Zo kwam • het; in 1980 tot de oprichting van stichting
Het Drentse Boek. ‘Je kreeg activisten van de streektaal als Marga Kool en
Gerard Nijenhuis. Er kwam een stuk emancipatie van het Drents. Het was altijd een
taal geweest om te spreken, niet om in te schrijven’, meent de voorzitter.

Geijverd

De laatste pakweg vijftien jaar werd op alle fronten
geijverd voor een volwaardige behandeling van het Drents. Scholen kregen
lesmateriaal; het .project Drentse Taol zette overal in de provincië
werkgroepen ob; er kwamen docenten Drents om cursussen te begeleiden, kortom:
een teer bloempje kreeg van alle kanten houvast aangeboden.

Volgens Koops wil de Schrieverskring ‘het gebruik van het
Drents stimuleren en de kwaliteit bewaken en verbeteren.’ Was de kring van toen
puur gericht op het schrijven, tegenwoordig is er sprake van een
‘vakbondsfunctie’, vindt Lukas Koops. ‘De leden treden vajer op, schrIjven in
kranten… De laatste jaren hebben we meer aandacht voor belangenbehartiging
gekregen. ‘

‘Clubje’

Zo’n vijftig leden zijn anno lid van de Schrieverskring.
‘Het is altijd een vrij klein clubje geweest, van ons kent ons.’ Ten minste
twintig publicaties vormen een voorwaarde voor het lidmaatschap. Het bestuur
beoordeelt of deze inhoudelijk acceptabel zijn. ‘Ze moeten in ieder geval
raakvlakken met Drenthe hebben.’ Vroeger werd alleen drentstalig werk
toegelaten. Sinds vorig jaar is ook nederlandstalig oeuvre welkom.

Gemiddeld komen de schrijvers en schrijfsters zes keer per jaar bijeen,
voornamelijk om voor te dragen uit eigen werk. Koops is voorstander van het
bekritiseren van elkaars produkten. ‘Want daar kun je alleen maar beter van
worden. Mensen moeten hun gevoeligheden aan de kant leggen, vind ik, en dat is een moeizaam proces.’

De kring organiseert ook workshops -‘Ja, een mooi drents
woord hè?’- en thema-bijeenkomsten. ‘Pas geleden hadden we een forumdiscussie
over regionalisme. Want al die aandacht voor het Drents en Drenthe moet niet
ontaarden in een afwijzing van alles wat vreemd is.’

Het literair gezelschap kijkt soms ook over de grenzen.
Zo ontvingen de betreffende ambassades kritische .brieven toen Vaclav Havel en
de omstreden Salman Rushdie actueel waren. ‘Vrijheid van meningsuiting geldt
ook voor het schrijven. Sommige van onze leden vonden dat we ons niet met
politiek moesten bemoeien en zeiden hun lidmaatschap op.’

Talent

Ingewijden beweren nog wel eens dat naar een streektaal
gegrepen wordt, wanneer het talent om landelijk naam te maken ontbreekt. Wat
vindt Lukas Koops van die stelling? ‘Misschien is het wel zo dat je in het
Drents sneller aan de bak komt. Als dat zo is, ben ik het er niet mee eens,
want dat is niet goed voor de drentse streektaal. Ik vind dat wij drentstalige
schrijvers hebbenneem Rieks Siebering, Gerard Nijenhuis, Marga Kool, Suze
Sanders en er zijn nog wel een paar- die zich kunnen meten met gerenommeerde
nederlandstalige schrijvers. En er is ook een groep die daar niet aan toekomt
en nooit aan toe zal komen.’

Het statenlid vindt dat drentstalig werk te weinig
gerecenseerd wordt. ‘Dat moeten buitenstaanders doen die er verstand van hebben
en dan niet met aparte maatstaven. Je moet niet het eerste de beste
Sinterklàasgedicht ophemelen.’ Een recensie mag best scherp zijn, volgens
Koops. Het enige probleem is dat de maker ervan soms ook lid is van de
Schrieverskring en dat ligt ook weer gevoelig: ‘Dan ga je elkaars werk
publiekelijk beoordelen.’

Belangstelling

Koops constateert een tanende belangstelling voor de
streektaal in de regionale media in Drenthe. ‘Ja, wanneer er problemen zijn in
de ScHrieverskring wordt dat

breed uitgemeten. Maar aan bijvoorbeeld ons jubileum is
nauwelijks een woord gewijd. Er is geen structurele aandacht voor het Drents,
maar het zit ‘m in personen op redacties. ‘

Op de vraag of de jubilerende Schrieverskring de
volgende veertig jaar volmaakt, reageert het bestuurslid: ‘De laatste jaren
hebben nogal wat leden afgehaakt,• om diverse redenen. Dat is niet goed, want
dat leidt tot eenzijdigheid. Het moet geen mager geheel worden. De komende
veertig jaar blijven mensen schrijven in de streektaal. Om dat te stimuleren is
er ook plaats voor de kring.’ Met een lach concludeert Koops: ‘Ik deink dat de
Schrieverskring nog een hiele toer wieder gièt. ‘