'Mantelzorgers verdienen een pluim'

Marga Kool is ambassadrice van de Maand van de Mantelzorg
in Drenthe. Zij opent de maand tijdens een groot feest voor mantelzorgers op 2
april in Assen.

Hoe zijn ze bij u
terechtgekomen?

“In elke provincie is geprobeerd om een min of meer
bekend persoon aan de maand van de mantelzorg te koppelen. Naast bestuurder ben
ik schrijfster. In mijn verhalen en toneelstukken komen mensen voor die het wat
minder hebben getroffen. Zo heb ik voor de vrouwentoneelgroep in Erica een
toneelstuk geschreven over een dochter, haar demente moeder en hun problemen.
Ook is er een verhaal over een echtpaar dat na een leven lang samen uit elkaar
moet. Een van hen gaat naar het verpleeghuis. Oud worden, ziekte en wat dat
betekent voor de omgeving is een thema dat je ziet in mijn werk.”

Heeft u ervaring
met mantelzorg?

“Ikzelf ben in de vijftig.Mijn vader is na een
ziekbed en langdurige problemen met zijn gezondheid overleden. Hij had hulp
nodig en mijn moeder was vele jaren mantelzorger. Als kind spring je waar
mogelijk bij. Mijn moeder is tachtig en is nog redelijk zelfstandig. Hulp kan
ze krijgen van de buren. Ik zie dus van nabij hoe belangrijk het is dat familie
of buren zich belangeloos opofferen voor een geliefde of een naaste. Door die
mantelzorg kan iemand op zijn eigen plekje blijven wonen.”

Volgens de vereniging van mantelzorgers is één op de vier
Drenten mantelzorger. Dan zou het gaan om zo’n honderdduizend mensen. Zijn dat
er niet enorm veel?

“Dat cijfer vond ik ook wat aan de hoge kant, toen
ik het voor het eerst las. Maar vergeet niet dat ‘mantelzorg’ vaak niet als
zodanig wordt ervaren. Je helpt iemand en je doet dat meestal niet in je
eentje. Kijk verder eens hoeveel oude mensen er zijn. En we worden steeds ouder
met z’n allen. Zo bezien denk ik dat dat getal wel klopt.”

Wat is het belang
van zo’n themamaand?

“Mantelzorg gebeurt in stilte. Mensen doen het
zonder geldelijke vergoeding en zonder maatschappelijke waardering. Daarom is
het belangrijk dat ze een pluim krijgen. Dat ze te horen krijgen: jullie inzet
is belangrijk, wij waarderen wat jullie doen.”