Marga Kool schrijft voor groot publiek

De eerste Drentse Boekenweek is achter de rug. In en om die week kwamen verschillende boeken van Drentse schrijvers op de markt. Paradepaardje en ontegenzeggelijk goed verzorgd daaronder: Mandielig, de eerste bloemlezing uit de tuin van de Drentse poezië. Uitgegeven door de Stichting Het Drentse Boek in samenwerking met de Provinciale Bibliotheek Centrale. Een soort doorgeefluik van onze dichters naar de bevolking van Drenthe. Hier de bespreking van een greep uit de nieuwe uitgaven. Anderen volgen.
onder redactie van
AB DRIJVER en JAN VAN KOOTEN

Marga Kool schrijft voor groot publiek

Marga Kool kreeg in 1981 de Johanna van Buren-prijs voor haar literaire prestaties in de Nedersaksische taal. Haar naam is in Drenthe een begrip geworden nadat ze jarenlang met een cabaretprogramma langs vrouwenverenigingen en bejaardenclubs trok.

Haar Drentstalige dichtbundel „Achter oen ogen”beleefde een vierde druk en de teksten die ze schreef voor de serie Dirk en Dinao Drent van Radio Noord oogstten alom bijval. Ze debuteerde in het Nederlands met een televisiespel en de verhalenbundel „Liefje lijden heeft geen kleur” maar legde zich daarna toe op het schrijven in het Drents.
De Stichting Het Drentse Boek waarvan ze voorzitter is brengt in de bundel „Op-eschoond”een bonte verzameling teksten, verhalen, gedichten en liedteksten op de markt die laten zien hoe veelzijdig de kunstenares is. Het boek is zoals alle uitgaven van de stichting een volwassen produkt dat aantoont . dat uitgeven van Drents-talig werk niet alleen binnen de „stencilcultuur” mogelijk is. Een minpuntje is de wisseling van vette en cursief gedrukte teksten waardoor een onrustig beeld ontstaat als het boekje wordt doorgebladerd. In de verhalen toont Marga Kool dat ze het schrijven over schapen en heidevelden niet nodig heeft om een gevoelige snaar te raken.
Een verhaal als „Een klein kaampie”waarin ze beschrijft hoe genadeloos ook de Drentse bevolking kan reageren als er sprake is van het stichten van een woonwagenterrein aan de rand van het dorp maakt duidelijk dat de schrijfster een kind is van deze tijd. Niet alles in de bundel is echter om over naar huis te schrijven. Een tekst als „Berend levert een bijdrage an de briede maatschoppelijke discussie” zou niet misstaan op een Drenthe-plat elpee en komt het repertoire van de gemiddelde blauwe-kielconferencier niet te boven. De uitersten in het werk van Marga Kool maken het haar mogelijk méér te zijn dan een gewaardeerd dichteres. Ze beweegt zich op verschillende niveaus en dat verklaart mogelijk haar succes bij een relatief groot publiek.

Marga Kool, Op-eschoond, Stichting Het Drentse Boek, f 20,—