Medemens staat centraal bij dichter schrijver Rieks Siebering 'Eerlijk delen spreekt mij aan' H.C. 23-12-2011

Medemens staat centraal bij dichter schrijver Rieks Siebering ‘Eerlijk delen spreekt mij aan’ H.C. 23-12-2011

Medemens staat centraal bij dichter/schrijver Rieks Siebering

‘Eerlijk delen spreekt mij aan’

Dichter, schrijver en onderwijsman. Hij schreef poëzie en proza, vooral in het Drents, de streektaal die hem zo na aan het hart ligt. Veertig jaar werkte Rieks Siebering in het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. Hij was maatschappelijk en politiek actief. Ondanks zijn drukke bestaan vond hi jde tijd voor zijn passie: schrijven. Siebering publiceerde in het Drents letterkundig tijdschrift Roet. Van zijn hand verschenen bovendien diverse bundels en een novelle. Gezondheidsproblemen maakten echter een einde aan de activiteiten van 70-jarige dichter/schrijver.
“Een dikke streep door de rekening.”

Samen met echtgenote Lien woont Siebering aan het Rechtuit, zo’n 2 kilometer buiten Hollandscheveld. Een vrijstaande woning in een landelijke, lommerrijke omgeving. Siebering kijkt naar buiten: “Ik mocht graag in de tuin werken, maar dat gaat niet meer. Door hartfalen functioneert mijn hart nog maar voor 43 procent. M’n conditie is miserabel en doordoor zien de mensen me niet zo vaak meer in het openbaar.”

Het zat Siebering de laatste vier jaar wat zijn gezondheid betreft bepaald niet mee. In oktober 2007 onderging hij een hartoperatie en in maart 2010 werd hij geopereerd aan de dunne darm. Vlak daarna, in juni van datzelfde jaar, kreeg hij een probleem met de aorta: een aneurysma. Een operatie bleek noodzakelijk. Waarschijnlijk als gevolg van z’n hartoperatie kampt hij nu met hartfalen.
“Tja, het zit behoorlijk tegen. Ik had altijd een hond waarmee ik in het bos wandelde. Maar ook dat is verleden tijd.”

Siebering werd in 1941 geboren in Nieuw Balinge. Zijn vader was daar hoofd van de school. Een man die veel voor het dorp heeft betekend en een paar jaar geleden is een borstbeeld van hem onhuld. “Hij was in Nieuwe Balinge net zozeer maatschappelijk werker als onderwijzer”, herinnert Siebering zich nog goed. “ik woonde tot m’n achttiende in Nieuw Balinge en ging daarna naar Coevorden, waar ik de kweekschool bezocht. ”Eigenlijk wilde Siebering maatschappelijk werker worden en hij had na de ulo al met succes toelatingsexamen gedaan voor de sociale academie in Hengelo. Toch werd hij niet toegelaten want hij was nog geen negentien en te jong. “Om de tijd te overbruggen ging ik eerst maar naar de kweekschool. Ik volgde de leergang onderbouw en ontdekte dat ik het onderwijs heel interessant vond. Inmiddels zag ik ook de mogelijkheden die er lagen in het speciaal onderwijs en ik heb de opleiding afgemaakt.”

Speciaal onderwijs

De belangstelling voor de sociaal zwakkere medemens zat er al vroeg in bij Siebering. Vanaf z’n zeventiende werkte hij elke zomer in de vakantiekampen voor lichamelijk gehandicapten van de Stichting Het Vierde Prinsenkind. ‘Dat werk heb ik vijftien jaar lang met veel plezier gedaan. Nadat ik voor de kweek slaagde heb ik eerst een maand aan de lagere school (een gewone basisschool) In Creil gestaan. Daar kende ik namelijk het hoofd. Vervolgens kon ik beginnen in de stad Groningen aan de mytylschool waar onderwijs werd gegeven aan lichamelijk gehandicapte kinderen. Dat was natuurlijk meer mijn richting. ”Op 1 december 1964 trad Siebering in dienst van de Van Echtenschool in Hoogeveen. Hij kreeg aanvankelijk een tijdelijke aanstelling. “Toen ontstond een vacature waarop ik solliciteerde en ben ik aangenomen als leerkracht aan het speciaal onderwijs (de huidige Kameleon.) Negen jaar later, in 1975, begon ik aan de School voor Praktische Vorming. Deze school viel, evenals de Kameleon, onder de Vereniging voor individueel onderwijs in Hoogeveen. Ik werd hier directeur en in 1998 werd ik door dezelfde vereniging benoemd tot bovenschools directeur. In 2004 ben ik gestopt. Ik was 63 en had een loopbaan van veertig jaar achter de rug.”

Siebering heeft in de loop der jaren een uitgebreid oeuvre opgebouwd: In de varte giet de harmonie veurbij (Drentstalige poëzie), Anlaanden (Drentstalige poëzie), An ‘n bevreuren rivier (Drentstalige poëzie), De dood heeft ook violen (Nederlandstalige poëzie), Asof het zummer is (novelle). Zo dooreen speel het boven elke dag (Nederlandstalige poëzie) en Stromen deur leeg laand (Drentstalige verhalen). Siebering schreef altijd al, maar gooide z’n pennenvruchten na verloop van tijd in de open haard. “Ik had niet de bedoeling iets te publiceren. Maar in 1983 ben ik een half jaar opgenomen op de afdeling psychiatrie van ziekenhuis Bethesda (nu de paaz) vanwege een vitale depressie. Alles wat ik daar schreef liet ik mijn therapeuten lezen. Zij stimuleerden mij om hiermee door te gaan en zo werd het dichten onderdeel van mijn therapie. Ik schreef vooral in de Drentse streektaal. Dat kwam zo: Ik had een kunstzinnig therapeut uit Schotland. Zij zei: ‘Als ik droom doe ik dat in het Engels’. En dat terwijl ze al negentien jaar in Nederland woonde. Toen dacht ik: ‘Dat kan bij mij niet anders zijn dan in het Drents’. Want ik ben heel erg Drentstalig opgevoed.”

Culturele prijs

Na zijn ontslag uit Bethesda kwam Siebering in aanraking met het drents letterkundig tijdschrift Roet. “een blad met literaire pretenties. Dat was precies wat ik zocht en ik heb vervolgens gedichten opgestuurd. Tot enkele jaren geleden stond er in elke Roet werk van mij. ”In 1989 ontving Siebering de Reyer Onno van Ettingenpries. Deze culturele prijs werd om de twee jaar uitgereikt door Roet. De dichter/prozaïst kreeg de prijs voor zijn eerste bundel in de varte giet de harmonie veurbij, die hij schreef op aanraden van Marga Kool. Aan de Reyer Onne van Ettingenpries was een bedrag van 500 gulden verbonden. Kort daarna nam de SNS Bank de prijs over. De winnaar kon tienduizend gulden tegemoet zien. In feite kreeg ik mijn prijs dus net te vroeg”, grapt Siebering. Van zijn eerste bundel werden duizend exemplaren verkocht. “ik was daar dik tevreden over. Want in Drenthe worden er van een poëzie bundel niet meer dan tussen de 250 tot 350 exemplaren verkocht.
Helaas lezen slechts weinig mensen poëzie. Dat geldt overigens voor geheel Nederland. Je moet al geweldig beroemd zijn om in ons land duizend exemplaren van een bundel te verkopen.”

“Het heeft me nooit gefrustreerd om voor en klein taalgebied zoals Drenthe te schrijven. Uiteraard heb je een beperktere lezerskring, maar ik heb er nooit naar gestreefd om tot ver over de provinciegrens bekendheid te krijgen. Bovendien leest de poëzie-liefhebber elders in Nederland mijn werk toch wel, ondanks het feit dat hij wellicht een enkel woord niet begript. Ik kan m’n gevoelens beter tot uitdrukking brengen in het Drents. Het is minder officieel dan het Nederlands. Gemoedelijker zou je kunnen zeggen, meer eigen en ook warmer. Dat heeft natuurlijk ook te maken met wat je schrijft. Toch ben ik wel buiten de provincie actief geweest. Ik heb meegedaan aan enkele projecten in Groningen en tweemaal aan Schrijvers om de Noord, een driedaagse manifestatie op Schiermonnikoog. Daar traden allerlei Nederlandse coryfeeën op zoals Rutger Kopland, aangevuld met dichters/schrijvers uit Friesland, Groningen en Drenthe. De laatste bundel waaraan ik meewerkte. Schrijvers om de Noord, kwam in 2007 uit. Ik ben toen voor de tweede keer op Schiermonnikoog geweest. In Drenthe heb je naar verhouding veel goede dichters: Gerard Nijenhuis, Marga Kool, Jannie Boerema, Suze Sanders, Martin Koster, enzovoort.”

Taol en Taofel

“Ik schrijf niet meer, m’n creativiteit is weg. Het wordt nu een soort van gebruiksaanwijzing. En dat is te wijten aan m’n gezondheidsprobleem. Dat was trouwens niet de enige reden waarom ik na vijftien jaar stopte als presentator van het literaire programma Taol an Taofel. Na zo’n lange tijd vond ik dat een ander het moest overnemen wat ik verviel in herhalingen. Logisch, daar ontkom je na al die jaren niet aan. Ik ben toentertijd wel met het programma begonnen. Eerst in De Groene lantaarn bij Jan Jager en later in restaurant Poortman in Bloemberg. Het programma is overgenomen door Het Drentse Boek en vindt inmiddels plaats in Dwingeloo, Norg en Noord-Sleen. Toen ik stopte bij Poortman hield het horecabedrijf ook op met Taol en Taofel. Tevens heb ik vijftien jaar lang aan het Vara-café in De Boerhoorn meegewerkt. Vijf zaterdagavonden in het winterseizoen intervieuwde ik interessante gasten.”
“Het is een groot misverstand dat kinderen die in de streektaal zijn opgevoed later minder goed Nederlands spreken. Tweetaligheid is juist een voordeel. Je doet namelijk een appèl op het analytisch vermogen van kleine kinderen en zij zijn daar heel gevoelig voor. Ze zullen een beter taalgevoel ontwikkelen, De streektaal is ook verbonden aan de streekgeschiedenis. Het is goed dat mensen weten waar hun wortels liggen. Streektalen zullen ook nooit helemaal verdwijnen.”

Hogere macht

Siebering heeft twintig jaar in het bestuur van Het Drense boek gezeten. Van 2006 tot 2010 was hij raadslid in de gemeente Hoogeveen voor de PvdA. “Maar ik ben niet in de linkse hoek gedrongen hoor. Ik ben geboren als PvdA-man en mijn vader was ook lid van deze partij. In het Bijbelboek Johannes las ik eens: “hij die twee hemden heeft geeft er één aan hem die geen heeft’. Deze tekst is altijd mijn lijfspreuk gebleden. Toch ben ik niet kerkelijk, Wel geloof ik in een hogere macht. Het maakt mij echter niet uit of die nu God of Allah heet. Belangrijk is hoe je met je medemens omgaat. Eerlijk delen spreekt mij aan. Mijn vrouw Lien heeft wat dat betreft ook een sterk sociaal gevoel Een jaar of tien/elf geleden, toen ze vrijwilligerswerk deed bij de Ama’s (minderjarige asielzoekers die hier alleen zijn) kwam ze met een meisje thuis dat was overgeplaatst van het asielzoekerscentrum in Drachten naar de Mendelhof in Hoogeveen. Het was net voor de grote vakantie en ze zat daar moederziel alleen. We hebben haar eerst een tijdje in huis genomen.
Daarna ging ze weer naar De Mendelhof. Het meisje kwam uit Ethiopië en ging toen ze 18 jaar werd zelfstandig wonen. Ze noemde ons vader en moeder en werkt nu al jaren op de facilitaire afdeling van Weidesteyn. Kijk, dat bedoek ik nu met een hogere macht.
Het kan geen toeval zijn dat een vluchtelinge uit Etheopië met ons in aanraking kwam. Daar moet iets van sturing inzitten.
Rieks Sievering