Mevrouw J. Alberts - Hofman uit Schoonebeek schrijft in dialect GEDACHTEN IN

Mevrouw J. Alberts – Hofman uit Schoonebeek schrijft in dialect GEDACHTEN IN

Mevrouw J. Alberts-Hofman uit Schoonebeek schrijft in dialect
Gedachten in

Van een onzer redacteuren
SCHOONEBEEK In zijn voorwoord in de gedichtenbundel „Daad en droom” van Jan Naarding doet prof. dr. K. Heeroma van het Nedersak’Sisch Instituut te Groningen de uitspraak: „Wie de Drentse mens op z’n allerinnerlijkst wil ontmoeten moet Drents leren verstaan uit de gedichten van Jan Naarding.

Wij vragen ons af of het Jan Naarding voorbehouden is geweest met zijn gedichten in het eigen zo vertrouwde dialect zo nader tot de Drent te komen of dat dit evenzeer van toepassing is op anderen die proberen in het dialect door proza of poëzie de eigen wereld binnen te komen van iedereen die Zich door zijn moedertaal onderscheidt. Daarmee zij niets te kort gedaan aan het dichterlijke werk van Jan Naarding. Maar er is voor een Drent altijd een betere innerlijke ontmoeting mogelijk als men zich uitdrukt in de taal of het eigen dialect dat de gemeenzaamheid en de vertrouwelijkheid verhoogt.

Liefst in Drents
Mevrouw J. Alberts-Hofman, die woont aan de Westerlanden te Schoonebeek, denkt er net zo over. Zij is een eenvoudige huisvrouw, in Sleen geboren, die haar innerlljk in dichtvorm heeft blootgelegd en zegt dat het best te kunnen doen in het Drents dialect. „Dat schept zo’n sfeer van gemoedelljkheid” zegt zij. „De afstand tot elkaar wordt geringer. Da@rom spreken wli thuis altijd v dialect ook met de kinderen, ofschoon die bezig Zijn te verhollandsen.
Het Drentse dialect past zo goed bü de Drentse mensen en bij het land. schap, bij het Drenthe zoals het was en zoals wij Drenten het ‘t liefst zouden willen houden.’ ‘
Mevrouw Alberts wier Plan dieselmonteur is bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij heeft een paar jaar geleden bij zichzelf een dichtader aangeboord. Het bleek een spuiter te zijn, om in NAM-vaktermen te blijven, want zij bezit nu klappers vol gedichten. De belangstelling voor de letteren bestond al toen ze nog de tienerleeftijd had. Ze hield een dagboek bij, schreef gedichtjes die merendeels in de prullenmand verdwenen en speelde enthousiast toneel. Later ging ze zelfs declameren.

Denken in dichtvorm
Deze goedlachse, vlotte huisvrouw heeft het als een hobby beschouwd haar gedachten in dichtregels aan het papier toe te vertrouwen. ,lk begin te denken in dichtvorm’ vertelt ze ons. Pm als ik het waard vind om mljn gedachten vast te houden zet ik ze op papier. Als je ze opschrijft Iljken ze heel anders. Soms vind ik ze dan nauwelijks waard om te bewaren maar de meeste berg ik op, om ze nog eens weer te kunnen overdenken.
Toen mijn kinderen nog klein wa-