'Molenaar had slechte reputatie’

Oud-Norger
schrijft Drents molenboekje

NORG – “De molenaar heeft al eeuwenlang een slechte
reputatie”

Abel Darwinkel, als peuter woonachig bissen Norg en Een
en alweer viffjaar wed«zaam bij Drenbe Taol, geeft in het boel#e ‘De meul wet
van gien wieken’ een boeiend van het aspect molen in Drenthe.

Due reputatie had de molenaar overigens samen met andere
middenstanders, opgedaan omdat hij in vroeger tijden altijd een deel van het
meel mocht houden als loon. En sommige mulders (en middenstanders) namen het
niet altijd even nauw. Darwinkel gaat in het boeiende boekje in op deze
reputatie, maar ook op veel andere aspecten. Via het Drents Plateau
(provinciale erfgoedinstelling-red.) kwam Darwinkel (wiens ouders in
Langelowonen-red.) in beeld als schrijver. “Ik heb drie jaar in Norg
gewoond, daarna in de Achterhoek en later Bedum. Maar thuis sprakenwe altijd
Drents. Ik heb de taal dus zonder invloeden van buitenafgeleerd”, aldus de
huidige Appelschaster. Na een afgebroken studie Romaanse talen en culturen en
algemene

Literatuurwetenschappen ging hij journalistiek in de eer.
“Sinds 2003 werkikfull

time bij Drentse Taol, samen metJan Germs”, vertelt
Darwinkel.

De auteur heeft maandenlang gespeurd. “molens, daar moet
je in zitten. Ik heb niet een technische invalshoek, maar zocht meer de
combinatie Drentse taal en molens. En het moest een beetje speels zijn. Ook heb
ik dichters aangeschreven voor een bijdrage.” Zo omvat het boekwerkvan
wijlen Petrus van derVelde, Anne Doornbos, Marga Kool en ErikHarteveld, met
steeds een andere invalshoek.

“Mooiste aan dit alles vind ik dat er een hele
wereld schuilgaat achter de molen. Voordien zag ikwel dat ergens een molen
stond, maarverder ging het niet. In de Achterhoekwoonde ikvlak naast een
onttakelde molen. De molens in Norg, daarben ik ook nooit in geweest. Maar dat
komt nog…”, aldus Darwinkel. Hetboekje wordt namelijk gepresenteerd op
24 augustus in hotel De Klokbeker, pal tegenover de molen ‘Noordenveld’. En op
de dag dat de andere molen, ‘De Hoop’, be-

zig is met een 24-uurs draaimarathon. “Tja dan kan ik er
niet meer omheen” lachte Drent.

Weemoed

Allerlei zakenkomenaanbod, zoals het feitelijke woord
molen (met Drentse varianten als meul, meulen ofzelfs môlle), de molen op de
kermis, raadsels, verdwenen molens en de weemoed die daar inveel plaatsen mee
gepaardgaat,wiekentaal en restauratie. Zo beschrijft Anneke Mensen-Siegers uit Peize
de paiser Meul, en hoe die na restauratie weer fier in het dorp pronkte.
Darwinkel ziet veel overeenkomsten tussen de Drentse taal en molens. Beide zijn
in de verdrukking, de taal omdat steeds minder mensen Drents spreken, molens
omdat het aantal lange tijd afnam en hun centrale rol in het dorp flink is
teruggelopen. En ook al is Drents door Unesco erkend als regionale
minderheidstaal. Het gebruik neemt af.

“Maar ja, dat riepen ze honder jaar geleden ook al. Er
zijn alstijd nog kinderen op scholen die Drents praten, maar de percentages
liggen meestal rond de 20 en hoe het over honderd jaar is…. Dan zijn wij er ook
niet meer… Nu wel, en daarom moeten we er nu iets aan doen. Als niemand het
meer spreekt, hout het op. Maar het zou wel leuk zijn als er dan enig onderzoek
over is.”

Het rijd geillustreerde boekje is na 24 augustus
verkrijgbaar in de boekhandel en in diverse molens in Drenthe.