Na twaalf succesvolle dialecttoneelstukken Bart Veenstra schreef roman Zondagsboeren 14-04-'73

Na twaalf succesvolle dialecttoneelstukken Bart Veenstra schreef roman Zondagsboeren 14-04-’73

Na twaalf succesvolle dialecttoneestukken
Bart Veenstra schreef roman Zondagsboeren

GASSEI TERNIJVEEN — Een nieuw toneelstuk van Bart Veenstra is nauwelijks nog nieuws. Hij produceert ze als een automaat waar je een gulden in werpt om er een versnapering uit te halen. Elk najaar schudt hij er een of twee uit de mouw om zijn met smart wachtende toneelclubs en haar publiek niet teleur te stellen. Maar nu komt er dan een roman, zijn eersteling, waarmee hij een belofte inlost waarop men van verschillende kanten bij hem heeft aangedrongen.

Wordt ons nu een heel andere Bart Veenstra geopenbaard dan de dialectschrijver, wiens stukken de kasstukken werden van tientallen toneelclubs in Drenthe en daar buiten?
Ja en neen. Zegt Bart Veenstra – pseudoniem voor L.H. Hadderingh – zelf Het boek zal worden zoals zijn toneelstukken een brok ontspanningslectuur die er heerlijk bij de mensen zal ingaan. Mogelijk bij dezelfde mensen, die zijn humor op het toneel zo weten te waarderen.
„Ik heb niet de pretentie gehad iets anders te maken dan een gezellig boek. Helemaal in de geest die men van mij gewend is, humoristisch van taal en vanwege de verschillende komische situaties. Er zit zelfs een beetje dialect in en tot mijn verbazing heeft de uitgever daar helemaal geen bezwaar tegen gemaakt”.
„Nee, geen boek dat de lite raire wereld zal verbazen, een boek met wat je noemt psychologische diepgang bijvoorbeeld. Die mij kennen weten, dat ze dat niet van mij moeten verwachten”.
In zijn toneelstukken speculeert hij op de lach, zijn roman wordt ook puur ontspanningslectuur, gezellig om te lezen, van begin tot eind gefantaseerd. Of zoals hij het zelf uitdrukt: een doemverhaal, uit de duim gezogen.
„Zondagsboeren” gaat de eerste roman van Dt•enfnes meest gewaardeerde dialectschrijver heten. Het boek handelt over twee kunstenaars die in een boerderijtje in Drenthe zijn gaan wonen.

Tevreden
„Misschien moet ik het wel een noemen, rnaar men mag er ook een familieroman in zien. Als men het maar leuk vindt”.
„Ik ben er zelf nogal tevreden over, omdat ik weet dat ik er als auteur uitkom zoals men mij kent. Als men zegt ‘t is helemaal Bart Veenstra dan vind ik dat ik geslaagd ben. En nou moeten de mensen het verder zelf maar uitzoeken. Ze moeten nog wachten tot het najaar, want bij de uitgeverij West-Friasland heeft men mij verzekerd, dat het dan op de markt komt, tegelijk met een jongensboek”.
„O, ja ik wil nog wel vertellen dat er weer een echt Drentse dominee in vooûomt, dat het hier en daar een klein beetje sentimenteel is en verder volkomen probleemloos. Ik beschouw het als een stukje proefwerk. Als ik er een ruime voldoende voor krijg, ga ik er mee door. Anders heb ik gewoon een belofte inge lost die ik diverse mensen heb gedaan en blijft het daarbij”.
Twaalf toneelstukken
Bart Veenstra heeft de literatuur van Drenthe verrijkt met twaalf toneelstukken in dialect. Daar zijn er bij die tweehonderd opvoeringen in één winterseizoen haalden. Er is een onderlinge wedijver onder de toneelclubs wie het eerst met een nieuw stuk van Bart Veenstra op de planken komt.
Consessies aan toneelverenigingen die een stuk voor zich alleen opeisen, doet de schrijver niet, ofschoon het, elk jaar weer geprobeerd wordt. Elk van zijn stukken waarborgt een lachsuc-
De schrijver zelf heeft nooit iets anders gewild dan de mensen vermaken. Hij beschikt over een eigen humor, weet altijd weer nieuwe komische situaties op te roepen en er is vrijwel altijd weer het gelukkige Slot, waar hij zijn publiiek langs een grote omweg weet heen te leiden.
Verschillende stukken zijn al in het Gronings dialect opgevoerd. Men heeft nu ook in Friesland ontdekt wat het raadsel van het succes van Bart Veenstra is, want zijn „Biologisch wonder” is in het Fries vertaald en zal nu ook wel de Friese toneelclubs bereiken, ofschoon men in het Friese taalgebied al veel ruimer dan elders in de eigen stukken zit.