Naarding Instituut nu officieel van start Strijd voor de Drentse taal H.C. 14-12-1987

Naarding Instituut nu officieel van start Strijd voor de Drentse taal H.C. 14-12-1987

Naarding Instituut nu officieel van start
Strijd voor de Drentse taal

DWINGELOO — Het Naarding Instituut is vrijdagmiddag officieel van start gegaan tijdens een drukbezochte bijeenkomst in zaal De Brink in Dwingeloo. Gedeputeerde mr. J.J.L. Pastoor en drs. L. Elting, hoofd van de hoofdafdeling vormingswerk en bibliotheekwerk van het ministerie van WVC, onthulden een vignet, waaronder het instituut zijn werkzaamheden zal verrichten.
Het is ondergebracht bij het
Drents Genootschap (Culturele Raad voor Drenthe) in Assen en functioneert al sinds 1 september van dit jaar, Het pionierswerk van dr. J. Naarding (1903-1963) op het gebied van geschiedschrijving en streektaalactiviteiten vormt de aanleiding voor de naamgeving van het instituut. Het stelt zich ten doel de belangstelling voor de streektaal en de cultuur in Drenthe te stimuleren om zo meer mensen aan te zetten tot het deelnemen aan of kennisnemen van cultuuruitingen in deze provincie.
Mevrouw K. Eisses-Timmerman, voorzitter van het instituüt memoreerde in haar welkomst: woord dat in Drenthe in 1987 het project Culturele Educatie val de grond is gekomen. Het nieuwe daaraan is dat zes organisaties: Oeze Volk, De Drentse Schrievers, Het Drentse Boek, de Provinciale Bibliotheekcentrale, Opbouw Drenthe en Het Drents Genootschap, elkaar gevonden hebben om samen de Drentse cultuur impulsen te geven. Omdat de uitdrukking Culturele’ Educatie het niet zo doet bij de mensen is besloten de naam van Jan Naarding aan het instituut te geven.
-Toen velen nog weinig oog hadden voor het belang van de streektaal was hij al druk in de weer voor het behoud ervan. Toen er nog weinig gedacht werd aan het vastleggen van regionale geschiedenis was hij daar druk mee doende. Zijn verdienste was daarbij dat hij zijn enthousiasme wist over te brengen op de gewone mensen.
Zijn lezingen door heel Drenthe trokken in de jaren vijftig volle zalen. De activiteiten, die tot dusver verricht werden door vrijwilligers, worden voortaan ondersteund door vier professionele krachten. Zij moeten zorgen voor voorlichting, documentatiemateriaal en het in de benen helpen en verder ondersteunen van contactgroepen in de Drentse steden en dorpen. Voor de ondersteuning van deze activiteiten zijn cursusleiders en -boeken nodig.

Handleiding
In de ‘taalwerkplaats’ van het Naarding Instituut is de laatste tijd intensief gewerkt aan de handleiding voor de Drentse spelling, een boek met psalmen en gezangen in het Drents en een cursusboek voor het middenDrents. Aan deze drie boeken wordt nu de laatste hand gelegd. Ze komen in de eerste maanden van het nieuwejaar uit.
Een andere zaak, die het nieuwe instituut oppakt is de aandacht voor het Drents in het onderwijs. Dit zal hierbij volgens de medewerkers van het instituut overtuigd moeten worden van het belang van tweetaligheid op de school. Hiervoor zal volgens hen lesmateriaal in en over deze taal en de varianten daarin, maar ook over heemkundig gerichte onderwerpen gemaakt en uitgeprobeerd moeten worden.
Naar de mening van de voorzitter bestaat er nogal eens de neiging dat er op het verleden wordt teruggegrepen. Dat zou betekenen dat het gebruik van deze taal alleen past bij vroeger. Het gaat er om het Drents vorm en inhoud te geven in deze tijd.
‘Daormit bereike wij dat -— net zo as wij daor mit de ienrichting van het laandschop ien Nederlaand naor streeft — er een veulkleurige lappendeken van streektalen ien Nederland blef bestaon, ien plaatste van dat wij allemaole dezelfde grieze eenheidstaal gaot praoten’, aldus mevrouw Eisses.

Emancipatie
Volgens haar is acceptatie van de streektaal en daarmee van de eigen identiteit een kwestie van emancipatie. ‘Het gef zôlfvertrouwen, het vergroot de meugelijkheden van mèensen en daormit de bereidheid um deel te nemen in culturele en maatschappelijke verbaanden’. Het gaat er volgens het Instituut om de eigen identiteit te bewaren en die te integreren in de moderne samenleving. Gezamenlijke cursussen van oorspronkelijke bevolking en mensen die van elders komen kunnen heel waardevol zijn, zo wordt gesteld.
Drs. Elting zei dat WVC het project voor een periode van vier jaar ondersteunt. Hij betoogde dat het van belang is de kinderen bewust te maken dat er naast het Nederlands een Drentse taal is. Naar zijn mening kan de aandacht voor deze laatstgenoemde taal in het onderwijs een goede bijdrage leveren om achterstanden te voorkomen. De heer Elting zei tenslotte het heel belangrijk te achten dat de Drentse bevolking massaal bij deze activiteiten betrokken wordt.

Levensstijl
Gedeputeerde Pastoor ging in op de cultuur als levensstijl van de samenleving. Hij memoreerde dat er in deze provincie in alle gemeenten een openbare bibliotheek is, waarmee Drenthe de enige provincie in ons land is die zich hierop kan beroemen. Hij deelde mee dat er een samenwerking in één bibliotheeknetwerk komt als gevolg van de automatisering.
De gedeputeerde wees verder op de conserverende functie van de cultuur en stelde dat mede als gevolg van de activiteiten van de Monumentenwacht het karakteristieke van het landschap behouden blijft. ‘We kunnen trots zijn op alles wat de afgelopen jaren in deze provincie op het gebied van de cultuur is bereikt’, aldus de heer Pastoor.
Hij merkte op dat het Drents een taal is die vele eeuwen ouder is dan het Algemeen Beschaafd Nederlands en zei tenslotte dat het de moeite waard is voor de Drentse taal te strijden en de taal van onze voorouders ook een nieuwe stimulans te geven.
De gedeputeerde besloot zijn toespraak met het lezen van enige gevoelvolle strofen uit een gedicht van Jan Naarding, die hierin een hommage brengt aan zijn moedertaal.