Namen in en rond Gieten Noorder Rondblik N.v.h.N. 31-08-'83

Namen in en rond Gieten Noorder Rondblik N.v.h.N. 31-08-’83

NOORDER RONDBLIK
Namen in en rond Gieten

Mevrouw F. E. KlaassensPerdok uit Gieten heeft zich verdiept in de oude namen, die er in en rond Gieten verzameld konden worden. Zij maakt onder meer deel uit van een straatnaamgevingscommissie, die probeert zo verantwoord mogelijk advies te geven voor de namen van nieuwe straten.Om te voorkomen dat die oude namen verloren gaan, is er een boekje van gemaakt, „Namen in en rond Gieten” (Uitgave: Stichting Het Drentse Boek, f 15.-). Men hoopt op die manier dat er iets van de oude cultuurschat bewaard kan worden. Het geven van de oude namen aan de nieuwe straten, maar vooral het geven van de oude perceelsnamen aan de nieuwe percelen, die na de ruilverkaveling zijn ontstaan, zal mee helpen een stuk volkscultuur te bewaren.
De gemeente Gieten is ontstaan uit de marken Gieten en Bonnen. In de 13e eeuw wordt in een akte Geten genoemd. De naam zou afgeleid kunnen zijn van de persoonsnaam Gete. Het is ook mogelijk dat de naam zijn oorsprong vindt in het Germaanse gait geit). De Drentse dorpen lijken vaak te zijn ontstaan uit enkele dicht bij elkaar gelegen nederzettingen. De wegen hiertussen zijn niet aangelegd, maar „vanzelf” gegroeid. Open ruimten tussen de nederzettingen of in de nabijheid ervan werden vaak omheind opdat het vee er zou kunnen weiden. Dit waren de Brinken. Later werd het woord brink vaak anders begrepen. Nu komen er geen beesten samen op de brink, maar mensen. Het lijkt er wel op, dat het dorp Gieten uit drie nederzettingen is ontstaan: het Westerend, de Spekstoep en de Hanebijtershoek.
Het Westerend is vroeger zeker belangrijk geweest. Op oude kaarten zien we dat de wegen er samen kwamen, het was een middelpunt. Het lijkt er op, dat hier in de Middeleeuwen een bisschoppelijk hof was. In 944 had de Bisschop van Utrecht het kerkelijke gezag over Drenthe gekregen en tevens mocht hij hier het recht van jacht uitoetenen. Dit recht lijkt in de daarop vol gende jaren te zijn uitgegroeid tot het wereldlijke gezag, ondanks het verzet van de Drentse boeren. .De verschillende plaatsen waren bisschoppelijke hoven, o.a. in Anloo en in Emmen. Deze hadden bezittingen in verschillende dorpen. De bevolking moest tienden betalen. Deze tienden bestonden uit produkten in natura. De tienden werden opgeslagen in voorraadschuren of spiekers. De weg die langs de Zegeringshof loopt heette vanouds Spiekersteeg. Zou hier een bisschoppelijke voorraadschuur zijn geweest?
Tussen het Westerend en Bonnen is de kerk gebouwd. Wanneer is niet preCies bekend, maar in elk geval véér 1500. De kerk was aan Maria gewijd, het altaar aan Maria Magdalena. De kerk van Gieten was tiend-plichtig aan de moederkerk van Anloo. Ook de kerken te Gasselte en Zuidlaren waren ondergeschikt aan Anloo. Jaarlijks moest de Gieter kerk 1 1/4 mud rogge uitkeren aan de kerk te Anloo.

De Tachtigjarige Oorlog heeft ook in Drenthe grote verwoestingen aangericht. Van 1580-1594 waren het rampjaren voor Drenthe. In 1598 heeft Willem Lodewijk van Nassau bevolen dat de Drenten zich moesten bekeren tot de hervorming. In 1600 had Gieten zijn eerste predikant. Hij werd echter twee jaar later afgezet. Zijn opvolger werd berispt omdat hij geregeld in de kroeg zat, zelfs ‘s zondagssochtends; de derde bleek de nodige papieren niet te hebben. Dat het kerkgebouw zelf ook danig geleden had van de strijd, blijkt wel uit het feit, dat de kerkvoogden van Drost en Gedeputeerde Staten toestemming kregen om een der klokken te verkopen ter bestrijding van de kosten van herstel van de kerk. De kerkvoogden zijn Luchien Campinge en Lamber Eppinge.
In de Franse tijd kwam er ook in het leven van de gewone burger veel verandering. leder kreeg een achternaam, de oude maten en gewichten werden langzamerhand afgeschaft, naast of in plaats van het kerkelijke huwelijk kwam het burgerlijke. Tot 1840 waren Gieterveen en Bonnerveen een onderdeel van de kerspel Gieten. In 1840 werd de kerk in Gieterveen gebouwd. Véér 1896 vergaderde de gemeenteraad in café Ottens, waar nu cafetaria Zwanemeer is gevestigd. Raadhuis en café waren als regel onder hetzelfde dak. Een eigen gemeentehuis kwam er in 1896. De Brink heeft in de vorige eeuw ook grote veranderingen ondergaan. De boerderij waaruit hotel Braams is ontstaan, stamt uit 1617. In de 18e eeuw werd hij bewoond door de familie Ottens. Hendrikje Ottens trouwde met (schulte) Jan Braams uit Eext. De molen van Gieten is gebouwd in 1833. Hij was eigendom van de familie Homan. De weg naar de molen was tussen de boerderijen van de familie Homan en van de familie Braams. In 1847 heeft de familie Greving de molen gekocht. De molen „Hazewind” is nu geheel gerestaureerd en draait weer geregeld. Samen met de kerktoren bepaalt de molen reeds van verre het gezicht van Gieten.
Uitvoerig wordt aandacht besteed aan de oude namen van akkers in de omgeving van het Westerend, de Spekstoep en de Hanebijtershoek.
Een naam als Oude Weijert bijvoorbeeld. Er was een weijer vlak achter de kerk. Met een weijer werd vaak een gracht of brede sloot aangeduid. Vaak was het ook de plaats waar men de vis in leven hield, die de pastoor vrijdags moest eten als hij geen vlees gebruikte. De Spekstoep wijst er op dat hier vroeger een bruggetje was. De laagte waar het stroompje was, is er nog, alleen zit er nu niet veel water meer in. Een spek of spiek was een bruggetje van slieten (dit zijn dunne boomstammetjes), twijgen en plaggen; een stoep was en is een uitbouwseltje, waardoor je met droge voeten ergens kon komen.
Zowel het zand- als het veengedeelte van Gieten zag er in de vorige eeuw heel anders uit dan nu. ‘s Winters stond de omgeving van het Drents Diep onder water. De grond kon alleen gebruikt worden voor grasland. Na de kanalisering van de Hunze werd de grond voor de boeren veel beter bruikbaar. De eerste kanalisering vond plaats in 1920. Het zandgedeelte van de gemeente Gieten was veel minder bosrijk dan thans. De heidevelden dateren uit de middeleeuwen en werden in stand gehouden door de schapen. Ten zuidwesten van Gieten strekt zich het grote heideveld uit. Het Gieterveld, ook wel Gietenerveld genoemd, ging over in het Rolderveld en het Gasselterveld. Ten zuiden van Bonnen ligt het Bonnerveld. Akkers tussen bosjes en woeste terreintjes maken het glooiend landschap hier tot een van de mooiste gebieden van de streek.
Na 1920 werden de Staatsbossen aangelegd. Het heideveld kostte haast niets. Er gaan nog verhalen hoe stukken grond soms werden verkocht voor bijv. een zak tabak. In het begin werden de heidevelden met ossen geploegd. In het midden van de twintiger jaren werden al boomplantdagen voor de schooljeugd gehouden.
Uitvoerig wordt ingegaan op allerlei namen ontleend aan de oude rechtsgebruiken, de namen in het bestemmingsplan Boddeveld (het veld waar de bo of boo gestaan heeft. Hier zouden dus de Bonner schapen onderdak hebben gehad). Verder de namen in Bonnen en in Gieterveen-Bonnerveen.
Blikvanger