Noorder Rondblik Een Ruiner familie in de 17e eeuw N.V.N. Blikvanger

Noorder Rondblik Een Ruiner familie in de 17e eeuw N.V.N. Blikvanger

Noorder rondblik
Een Ruiner familie in de 17e eeuw

Van de bekende Drentse schrijver en historicus J. Poortman is onlangs bij uitgeverij Boom in Meppel een boek verschenen „Steven Coerts”(f 19,95), waarin de geschiedenis wordt verteld van een Ruiner familie in de 17e eeuw. Dat boeiende verhaal, gebaseerd op historische gegevens, over de lotgevallen van de familie Coerts in Ruinen en naderhand als „land verhuizers” in Amerika, is vroeger al eens gepubliceerd geweest in de Meppeler Courant. Poortman zat vroeger in het onderwijs en stond bekend als een boeiend verteller. In zijn publicaties ging zijn voorliefde uit naar de Drentse folklore, de Drentse legenden, de Drentse taal en gaandeweg naar historisch onderzoek.

Voor de oorlog keerde hij zich tegen het opkomende nazisme en toen de Duitsers ons land bezet hadden, raakte hij al gauw betrokken bij ondergrondse activiteiten. In de oorlogsjaren maakte hij als verwoed amateur-fotograaf – ik vertelde u daarover in de Rondblik van 27 oktober 1982 onder meer duizenden foto’s en microfoto’s voor Bureau Inlichtingen in Londen. Dank zij zijn historisch speurwerk stuitte hij op gegevens omtrent de Drentse emigratie naar de nieuwe wereld rond de stichting van het tegenwoordige New York, toen Nieuw Amsterdam geheten, in 1660 in de persoon van Steven Coerts van Voorhees uit Ruinen. Zo onstond uit een mengeling van historisch materiaal en actuele problematiek het verhaal van „Steven Coerts”.
Aansluitend op de belevenissen van de familie Coerts, die in het begin van de oorlog werden gepubliceerd, voegde hij er nog een vervolg aan toe, „De rode koe”, maar dat verhaal – gepubliceerd in de Meppeler Courant van vrijdag 1 1 juli 1941 – werd door de bezetter doorzien als een cryptische verwijzing naar de eigen situatie. De auteur en de uitgevers kregen hierdoor nogal wat problemen.

Poortman in een ten geleide: „Door mijn contacten met de Voorhees Society in de USA kreeg ik yoor de oorlog de beschikking over gegevens van de nakomelingen van Steven Coerts. Tijdens de oorlog schreef ik in 1940-41 na overleg met de beide directeuren van Boom-Pers „Steven Coerts”. Omdat bleek hoe dit verhaal gewaardeerd en begrepen werd, volgde nog o.a. „De rode koe”. Daarbij ging ik tastbaar op de toenmalige Nederlandse situatie in. Een „verkeerde” Drent schreef de SD in Den Haag, dat ik ageerde tegen de Duitse bezetting, maar dat in Drenthe niets tegen mij ondernomen werd, hetgeen hij een schande vond.

Daarop werd de SD in Assen gedwongen tegen mij op te treden. lk werd in Assen zwaar verhoord door de SD en de Beauftragte, maar werd geholpen door de niet-nazi KulturReferent en wist mij er uit te praten. Omdat de SD geprikkeld was door die brief aan de Haagse SD kwam ik vrij. Maar daarvoor kon ik naar huis gaan met de boodschap aan meneer Jaap, dat de Meppeler Courant binnen 24 uur duizend gulden moest betalen, wegens opname van het artikel. Het was tevens de inleiding van het volledige verschijningsverbod voor de Meppeler Courant met alle gevolgen van dien, plundering en confiscatie van machines en dergelijke.”
Poortman schetst in het begin van zijn boek het leven van het gezin van Steven Coerts van Voorhees in het Ruinen van de tweede helft varvdR%7e eeuw, toen het leven vooral vbor pachtboeren uiterst moeilijk was. Er was land te weinig en er waren mensen te veel. Vooral in deze slechte .jarens sprak dat duidelijk tot ieder, die het maar verstaan wilde. Op zeé, op de schepen, daar kwamen ze handen (ê kort. Langs de wegen door Drenthe trokken de Noren, de Denen, de Zweden en vooral ook de Duitsers naar Holland. Daar was werk en daar werd geld verdiend.

Verteld wordt hoe door Coert bij toeval een schat werd, gevonden. Steven Coerts liet een gouden gesp taxeren bij een juwelier in Meppel. Op de terugweg werd hij door een struikrover overvallen, maar hij wist zijn belager te overmeesteren en met zware verwondingen over te leveren aan de schulte en de dominee. In die tijd hadden de bewoners bij streng winterweer nog overlast van wolven. Verteld wordt over een groots opgezette en nogal gevaarlijk uitpakkende wolvenjacht. Zulks nadat de wolven in Echten een oude schaapskooi hadden opengebroken en twintig schapen hadden verscheurd. Alle weerbare mannen uit het gehele zuidwesten van de Landschap werden opgeroepen voor een groots opgezette drijfjacht, waarbij 63 wolven werden gedood.

Steven Coerts oriënteerde zich over de Nieuwe Wereld en de mogelijkheden aldaar en nam het besluit te emigreren. Hij verkocht de schat die hij gevonden had, zegde de pacht op en vertrok met zijn gezin en enkele andere gegadigden via Meppel, Amsterdam naar Amerika. Interessant is de sfeertekening van streek en centrum Meppel, waar het vooral op marktdag ook toen al druk was.
Poortman vertelt in zijn boek uitvoerig over de reis van de emigranten, het verblijf aan boord van „de Bonte Koe” en de aankomst in het nieuwe va• derland. In Nieuw-Amersfoort werd een boerderij met een groot stuk land gekocht en daar begon voor de familie Coerts een avontuurlijk leven. In de winter werden ze overvallen door een hevige sneeuwstorm. Er werd hulp geboden aan twee verdwaalde Indianen, die verder op in het verhaal een belangrijke rol spelen.
In het boek verder beschrijvingen van gevechten met grizzly-beren, een vlucht voor een snel om zich heen grijpende vuurzee, de ontvoering van een meisje door Indianen, die de blanken vijandig gezind waren, de nasporingen en achtervolgingen, ook al weer in gevechten met aanvallende wolven. Kort: om allerlei spannende avonturen waarbij de hoofdpersonen op het nippertje worden gered.