Ontspanning en Cultuur Fladdervlinderen

Ontspanning en Cultuur Fladdervlinderen

Ontspanning & Cultuur
Fladdervlinderen

“Ik wel” hoor ik mezelf zeggen. Zo graag wil ik u vertellen hoeveel plezier de gedichten van Anneke me bezorgen. Ik realiseer me nog niet wat het wil zeggen er iets van te vinden. Anneke Mensen ken ik niet persoonlijk. Haar inspiratiebronnen wel en dat voelt goed.

De lezing is bijna afgelopen. Gerard Stout heeft ons wegwijs gemaakt hoe een stukje te schrijven voor NoordenveldPlus. We willen immers van tijd tot tijd de lezers iets vertellen, iets wat we hen niet willen onthouden. Dat heb ik ook. Hij houdt een boekje omhoog en vraagt: “Wie wil in de volgende NoordenveldPlus iets over dit boekje vertellen?”

Stilte…
Tijdens de lezing heeft hij ons de geboden en verboden bijgebracht van het schrijven. We zijn onder de indruk van alles wat er bij komt kijken om iets leesbaars te produceren. Mocht je alles onder de knie hebben en flink hebben gestudeerd in ‘waarom moet ik dit lezen’, (Gerard Stout), dan mogen we alles weer vergeten! Dan zijn we toe aan het schrijven van literatuur. Zover ben ik nog niet.
Het boekje dat Gerard Stout in de hoogte houdt is het donateursgeschenk van Het Drentse Boek, ‘Lokroep van een fladdervlinder’ van Anneke Mensen. Mijn man heeft het boek thuis en ik heb er in gelezen.
Ze heeft het over bramen plukken, de schrammen die je erbij oploopt, de jam maken, alles eromheen en de voldoening als de potten zijn gevuld. Ze heeft het ook over de veranderingen in omgeving, de kleinkinderen in huis, een woordenbrij ontrafelen tot een gedicht, de stilte in een langdurige relatie, het insluipen van gewoontes, verlangen, een overstroomd gemoed dat om ordening vraagt, de melancholie en de vreugde van het ouder worden, de worsteling duidelijk te zijn in woorden. Herkenbaar en fijn om te lezen.

Dank Anneke dat je de woorden ordende en ons een blik geeft in ons eigen leven. Gerard geeft me het boekje. “Ik heb het al thuis”, is mijn reactie. Toch meenemen vindt Gerard. Fijn, ik ga het versieren en er in tekenen en kleuren. Dat mag eigenlijk nooit. In dit geval wel, vind ik.

Tine Beks