Oude veldnamen in Drenthe D.v.h.N. 26-05-2009

Oude veldnamen in Drenthe D.v.h.N. 26-05-2009

Oude veldnamen in Drenthe

Onder aanvoering van de historisch-geografen Hans Elerie en Theo Spek kwam in het gebied van de Drentsche Aa vernieuwend onderzoek op gang naar de oorsprong van oude veldnamen, benamingen voor stukken akkers of weideland. Dat leidde tot een prachtig boek, met bijdragen van diverse auteurs.

Door Linda Stelma
et Torenveen, de Meulakker of het Stoefgat zijn namen die ons vandaag de dag waarschijnlijk niet veel meer zeggen. Dat was in het begin van de vorige eeuw wel anders. Toen werden deze ‘veldnamen’, de straatnamen van het platteland, volop gebruikt. Elke akker en elk stukje groenland had zijn eigen naam. Ze waren onmisbaar voor de orientatie en handig in de communicatie. En elke naam had zijn eigen betekenis.
Historisch geograaf Hans Elerie (61) deed samen met zijn collegageograaf Theo Spek onderzoek naar veldnamen en hun betekenis in het gebied van de Drentsche Aa. Ze gingen op zoek in archieven, luisterden naar verhalen en deden boven- en ondergronds onderzoek. Dit mondde uit in een veldnamenatlas onder de titel Van Jeruzalem tot Ezelakker. “Wat de straatnamen zijn voor de stad, wa-
ren de veldnamen voor het platteland”, vertelt Elerie.

De geschiedenis van de veldnamen gaat heel wat eeuwen terug. Een belangrijke rol daarbij speelden de essen, hooggelegen akkers op de zandgronden in Drenthe.
“De essen waren een soort sociaal landschap. Ze bestonden uit een heleboel kleine akkertjes. Het was een ontmoetingsruimte waar onder andere nieuwtjes werden uit-
gewisseld. Soms werd er ook geruzied, bijvoorbeeld over grensstenen die verlegd waren. Het was niet allemaal vrolijkheid”, vertelt Elerie. Het onderzoek naar de oor-
sprong van de veldnamen rondom de drie Drentse dorpen Anderen, Anloo en Gasteren viel nog niet mee. Veldnamen worden nog altijd gebruikt, maar niet alle-
maal. Na de ‘IWeede Wereldoorlog verdwenen de grenzen van de oorspronkelijke akkers en velden door zaken als ruilverkaveling, schaalvergroting en mechanisa-
tie. Het aantal boeren nam af en veel namen verdwenen uit het directe taalgebruik.
Voor de achtergronden van de veldnamen waren de onderzoekers daardoor afhankelijk van de autochtone bewoners. ‘In hun geheugen waren de verhalen nog
steeds direct oproepbaar, compleet met verhalen, anekdotes en associaties’, zo is te lezen op de website van het project, www.veldnamendrentscheaa.nl.
‘We hebben de mensen soms uit bejaardentehuizen moeten halen of uit andere dorpen”, aldus Elerie. In de loop van de tijd zijn heel wat namen ook weer veranderd.
Daar speelde de verspreiding van het christelijk geloof ook een rol in. Veel heidense namen werden toen ingeruild voor heilige namen, zo vertelt de onderzoeker.
Door het christelijk geloof ontstonden ook nieuwe veldnamen. “Zo is er de prekenboom. Dat is een hele oude eik die er heel grillig uitziet en zo in de verhalen van Tom Poes zou kunnen staan. Het verhaal gaat dat men daar na afloop van de kerkdienst op elkaar wachtte. Bij die eik, die langs het Kerkenpad staat, werd dan de
preek doorgenomen.”Elerie vertelt verder: “Niet elk dorp in Drenthe had zijn eigen kerk. Daar was de streek te arm voor. Vandaar dat er heel wat ‘reepaden’ (ree komt
van rijden; langs het reepad reed bij een begrafenis de kar met de kist, red.) en ‘kerkenpaden’ waren in de omgeving.”Voor de titel van het boek gebruikte de redactie twee veldnamen: Jeruzalem en Ezelakker. Elerie legt uit: “Jeruzalem is de naam van een zandverstuiving in Anloo. Het is een halfopen landschap met een bijbelse uitstraling. Je vindt er veel geel zand. Maar de inwoners van Annen, iets verderop, noemden de plaats Stoefgat. Dat heeft een veel negatievere klank.
In Annen hadden ze op hun essen weer last van al dat stuifzand.”Ook het verhaal achter de Ezelakker kent de historisch geograaf: “De Ezelakker was een klein ak-
kertje op de ooster-es van Gasteren. De akker was helemaal bedekt met stuifzand. Wie daar een akker ging ontginnen, was zo dom als een ezel.”De twee samenstellers van de veldnamenatlas hopen dat hun initiatief navolging krijgt. “Het is
een interessant stuk cultureel erfgoed. Veldnamen hebben vaak ook ecologische verwijzingen. Ze zeggen bijvoorbeeld iets over de

Akkernaomen
Taol is een teken van wat al lang bestun,
Woorden bint tustplekken, stilstand
Van betekenis, net as de naomen van het land.
Rebusachtig klinkt ze, drachtig van begun

dat overgung tot gewoonte. Verbouw
van gewas dat niet meer besteet. Vlas,
Boekweit. Wild dat sleuip in ’t hoge gras
van de maodelanden. Taol is dauw

die verdampt, een stille dook, een horizon.
Taol is wegwiezerachtig eigenwies.
Het is op melk die stolde ‘t dunne vlies.

As wij de aole, opgedreugde naomen heurt
van verkaoveld land, is ‘t of ’t vanneis gebeurt,
Ofwij weerum mugt – éénmaol — o as dat kon
Gerard Nijenhuis

hoogteligging, de grond, de begroeiing en de hydrologie maar ook over de archeologie.” Een van de ontwikkelil*en die Elerie graag ziet, ligt op het vlak van de
naamgeving aan straten. “Het zou goed zijn als bij de keuze van straatnamen in nieuwe wijken gebruik werd gemaakt van de oude veldnamen.” In de gemeente Aa
en Hunze gebeurt dat al. Hans Elerie woont zelfaan de Doornakkers in Anloo. “Voor die straatnaam is inderdaad de naam van een oud akkerland gebruikt.”
Van Jeruzalem tot Ezelakker, div, auteurs; samenstelling Hans Elerie en Theo Spek; eindredactie Chris van der Veen; vormgevinE Albert Rademaker en Klaas var
Slooten. Uitgever Matrijs Utrecht 24 x 34 cm genaaid gebonden; 35 pagina’s. Prijs tot 1 sept. 2009 34, 95; daarna 5 euro duurder. Presentatie 2 juni; bestellen alvast
www.veldnamendrentscheaa.nl.

VELDNAMENATLAS

De veldnamenatlas staat niet op zichzelf maar maakt deel uit van een groter project. Inititatiefnemers zijr de Brede Overleggroep Kleine Dorp in Drenthe, de Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed en het Nationaal Beek- en Esdorpenlandschap Drent.
sche Aa. Volgend jaar hopen Hans Elerie en Theo Spek met de Biografie van het Nationaal Landschap Drent. sche Aa te komen. Het project Level de Veldnamen Atlas is daarvan een belangrijk onderdeel. Het boek Van Jeruzalem tot Ezelakker wordt op 2 juli van dit jaar officieel gepresenteerd. Dat is tevens de start van het Veldnamenfestival, een vijfdaags festijn rode oude Magnuskerk van Anloo.

ELERIE EN SPEK
Dr. Hans Elerie is (onder meer) werkzaam bij de Brede Overleggroep KIne Dorpen in Drenthe (BOKD), waa van hij directeur is. Hij publiceerde veel op het gebied van landschappen de cultuurhistorische aspecten hiervan. Elerie schreef het baanbre
kende proefschrift Weerbarstig Lana een historisch-ecologische landschapsstudie van Koekange en de Reest. Prof. dr. ir. Theo Spek promoveerd’ op de studie Het Drentse Esdorpenlar schop, waarmee hij al evenzeer de aandacht trok. Spek is hoogleraar Landschapsgeschiedenis aan de universiteit van Groningen.