Roelof Sieben 'Ik heb niets uit te dagen. Mijn verhalen moeten herkenbaar zijn' Schrieverij N.v.h.N. 18-05-'89

Roelof Sieben ‘Ik heb niets uit te dagen. Mijn verhalen moeten herkenbaar zijn’ Schrieverij N.v.h.N. 18-05-’89

SCHRIEVERIJ

Roelof Sieben: “Ik heb niets uit te dragen. Mijn verhalen moeten herkenbaar zijn.

O Roelof Sieben: “Ik heb niets uit te dragen. Mijn verhalen moeten herkenbaar zijn.”
Roelof Sieben werd geboren op 22 april 1919 in Ruinerwold. Hij groeide op in Fort in de gemeente Zuidwolde. Hij woont nu in Zweeloo en wijdt zich daar aan zijn grootste hobby: de Drentse schrijverij. In 1983 debuteerde hij bij de Stichting Het Drentse Boek met de bundel ‘Van heuren zeggen’. In 1984 verscheen er een kinderboek ‘Een stuk of wat losse centen’ en in 1986 kwam zijn eerste Drentse streekroman uit ‘Van de môrreng tot de aovend’. Dit laatste boek was meteen een succes. Al vlug was een groot deel van de oplage verkocht. Het boek ‘Van kommen en van gaon’ staat op zichzelf, maar is tegelijkertijd een vervolg op ‘Van de môrreng tot de aovend’. Het is een makkelijk leesbaar boek, zonder pretenties voor elk die geïnteresseerd is in het leven van gewone mensen op het Drentse platteland. Vroeger en nu. Aldus staat geschreven op de flap van ‘Van kommen en van gaon’. Van Roelof Sieben verscheen ook ‘Waar liefde woont’, een Nederlandstalige streekroman die werd uitgegeven bij Krips Repro bv in Meppel. Sieben zegt dat schrijven voor hem een doodvermoeiende bezigheid is. Nagenoeg blind werkt hij op een speciale typemachine met extra grote letters en met drie lampen. “Ik zit er met de neus bovenop, slopend soms, maar ik blijf er mee doorgaan zolang ik dat kan. Schrijven is
mijn enige hobby. Het is een uitdaging en ik kan me echt voldaan voelen als het toch weer is gelukt. Ik heb van jongs afaan geschreven. Als kind al maakte ik gedichten en droeg ze voor op bruiloften en partijen. Ik heb dat altijd gedaan vanuit de gedachte dat de leuke dingen die je ziet en hoort de moeite van het op papier zetten waard zijn. Ik doe dat vooral om er zelf plezier aan te beleven en als je dan naar een uitgever gaat die er ook nog wat in ziet dan is het helemaal prachtig natuurlijk. Ik heb niets uit te dragen, geen pretentie, maar ik wil dat mijn verhalen in de eerste plaats herkenbaar zijn. Dat mensen er om kunnen lachen, of om kunnen janken. Het moet boeien en je blijven vasthouden. Het mag niet voorkomen dat men op de eerste bladzijde al weet hoe de afloop zal zijn. Mijn verhalen ontstaan naar aanleiding van gesprekken die ik met mensen voer. Over hoe het bijvoorbeeld vroeger toeging. Tijdens zo’n gesprek kom je op wat losse einden en in al die op zichzelf staande elementen probeer je dan een samenhang te vinden die kunnen leiden tot een afgerond verhaal. Dat is ook gebeurd met ‘Van kommen en van gaon’. Het is niet zozeer dat ik mij bezighoud met het verleden, maar je kunt er wel veel makkelijker over schrijven dan over de toekomst.”Schrieverij vraagt of er verschil is tussen in het Drents en in het Nederlands schrijven. “Niet zoveel eigenlijk, maar als ik in het Nederlands schrijf dan betrap ik me er wel eens op dat ik in het Drents denk. ‘Ik kan het vandaag niet wachten’ en je kunt wel stellen dat ik het liefst schrijfin de taal die ik van huis uit heb meegekregen. Het is toch eenvoudiger om een Drent neer te zetten. Je kent de gewoonten van een streek en misschien ook wel de typische humor die ons eigen is. Ik weet niet of dit laatste boek bijzonder is. Het is een verhaal waar mensen soms iets speciaals in zien, ze gaan gissen naar wie of wat er achter bepaalde figuren, namen en plaatsen zit, maar dat gaat niet op, want het is allemaal fantasie.” ‘Van kommen en van gaon’ is de jongste streekroman in Zuidwestdrents dialect van Roelof Sieben. Leuke illustraties van Janneke S.R. de Jonge. Een uitgave van de Stichting Het Drentse Boek, f 21,90. LIA VENEMA